Altijd een prettig weerzien, internationals onder elkaar. Wesley Sonck en Mbo Mpenza trekken, net voor België-Frankrijk, ten aanval. ‘Een voetballer moet zijn eigen baas blijven.’

In de kantoren van Nike op het Heizelplateau zit Mbo Mpenza zijn collega-international al op te wachten. Het duo wisselt blessurenieuws uit. “Ik kom net van dokter Martens“, zegt Mpenza. “Ik ben weer klaar.”

Wesley Sonck is dat ook, maar zal twee dagen na het interview tot zijn grote verbazing niet opgenomen worden in de kern voor de topper tegen PSV. “Dat is Ajax. Je speelt twee matchen met een infiltratie, wordt dan gespaard voor de topper, maar plots beslissen ze dat je toch niet speelt. Je moet echt elke dag trainen of je komt niet in aanmerking voor een selectie. Zelfs niet als je Van der Vaart heet. Dan halen ze er gewoon jonge gasten bij. Tegen Den Haag speelden we met een ploeg van gemiddeld minder dan twintig jaar. Ik ben 25 en ancien. Ongelooflijk. En zoals die gasten kunnen voetballen… Als je Zlatan en Maxwell bezig ziet, valt je mond open. Van dit elftal zijn er al vier geselecteerd voor de Nederlandse nationale ploeg. Heitinga is 19, De Jong 18, Sneijder ook 19 en Van der Vaart 20. Als je op die leeftijd al bij Oranje mag spelen, kan je toch wel iets.”

Mbo, hoe kan het dat jij in december ruim drie weken niet traint, maar toch speelt ?

Mpenza : “Ik wilde het eerst niet, maar de trainer vroeg of ik het toch kon proberen. Een risico was het niet, omdat de blessure niet kon verergeren. Ik had een ontsteking aan de hiel, niks bijzonders. In principe moet je rusten, maar erger wordt het niet.”

Ajax haalde er in januari Yannis Anastasiou bij. Was je daar blij mee, Wesley ?

Sonck : “Het was nodig. Zlatan is nog zes à acht weken out : als je dan niemand haalt en ik val ook uit, dan moet een jongen van zeventien onze aanval dragen. Voor een ploeg die kampioen wil worden, kan dat niet.”

Mpenza(lacht, nog voor de vraag is gesteld) : “Ah, de transferperiode… Ik heb altijd gezegd dat ik Moeskroen pas verliet als iedereen tevreden kon zijn, de twee clubs en ikzelf. Ik ben ambitieuzer dan de club en er waren heel concrete gesprekken, maar aan die ene voorwaarde werd tegemoetgekomen. Ofwel was Moeskroen niet tevreden, ofwel was ik het niet.”

Er vielen harde woorden, onder meer van je voorzitter. Hij zei : “Hoe sneller Mbo weg is, hoe liever ik het heb”.

Mpenza : “Ah, Detremmerie(Buigt zich voorover naar de bandopnemer.) Je l’adore, ik hou van hem. Ik geef liever geen commentaar. Er is veel gezegd, maar waar ligt de waarheid ? De waarheid voor mij ligt op het veld.”

Kom, kom, niet zo gemakkelijk.

Mpenza(lacht) : “De waarheid is dat ik een aanbieding kreeg van Standard die me niet zinde. En dat had niks met geld te maken, voeg ik er maar snel aan toe.”

Omdat je al een mondeling akkoord hebt met Anderlecht, zoals Herman Van Holsbeeck heeft verklaard ?

Mpenza : “Ik heb met niemand een mondeling akkoord. Als ik gewild had, had ik al voor Anderlecht kunnen tekenen en nog bij Moeskroen spelen. De twee clubs wilden het, maar ik niet. Ik wil mijn keuzevrijheid behouden.”

Over welk akkoord heeft Van Holsbeeck het dan ?

Mpenza : “Dat vind ik echt ongelooflijk. Als ik het goed heb, zou ik volgende zomer dus moeten wachten tot er een spits vertrekt in Anderlecht, voor ik er teken. Dat kan toch niet ? Ik wil een uitstekende tweede ronde spelen en dan zien we wel. Ik gooi geen enkele deur dicht, ook die van Anderlecht niet.”

Sonck : “Toen ik las dat hij zijn woord had gegeven, begreep ik dat niet. Zoiets kan niet. Stel dat hij een fantastische tweede ronde speelt en er komt een ploeg uit het buitenland, een ploeg waar hij naartoe wil ? Moet hij dan zeggen : sorry, maar ik heb zes maanden geleden mijn woordaan Anderlecht gegeven ? Dan had hij beter nu al voor ze getekend. Het is ook wat raar om er als voorwaarde het vertrek van een andere spits aan te koppelen. Als hij goed genoeg is, moeten ze hem maar direct nemen.”

Is het moeilijk om meester van de discussie te blijven ?

Mpenza : “Mijn vrouw was erbij, zij kan getuigen hoe moeilijk het is. Ik was zowat alles tegelijk : advocaat, financieel adviseur, speler, manager… Een heel gedoe met telefoons, we moesten de kamer verlaten om te bellen, mijn vrouw stuurde sms’jes… Misschien zouden veel spelers getekend hebben, maar ik niet. Je moet het ook niet overdrijven : ze hebben me het mes niet op de keel gezet. Eerder was het ook met Brugge niet gelukt. Niet omdat ik het niet wilde, maar omdat het daar fout liep met Moeskroen.”

Sonck : “Als je ouder wordt, reageer je er allemaal rustiger op. Destijds bij Molenbeek, ook al met Van Holsbeeck, mocht ik ook niet weg. Maar deze jongen zei : ik gá weg, desnoods met de wet van ’78. Ik was achttien jaar, had een goed seizoen achter de rug en kon me niet voorstellen dat ik met RWDM mee naar tweede klasse moest. Gelukkig dreef ik mijn zin door en ben ik mijn eigen baas gebleven.”

Mpenza : “Je moet vooral vertrouwen hebben in jezelf. Wie dat niet heeft, zegt tegen alleman ja en dan maak je er pas echt een zootje van.”

Sommigen schilderden je af als een leugenaar. Wie belde wie in de affaire-Standard ?

Mpenza : “Ach, er was contact en het is niet gelukt. Volstaat dat ?”

Sonck : “Later zag ik Herman (Van Holsbeeck, nvdr) op trainingskamp : wij met Genk, hij met Lierse. We hebben toen nog met die affaire gelachen. Hij zei me zelfs letterlijk dat het goed was dat ik het gedaan had. In dit soort zaken werkt ieder voor zichzelf : Herman toen voor Molenbeek en nu voor Anderlecht, Detremmerie voor Moeskroen en Mbo voor zichzelf. En als je als speler niet het onderste uit de kan wil, ben je een dommerik. De clubs proberen het immers ook.”

Mpenza : “Meneer Detremmerie zal wel niet de enige zijn in het voetbal die me niet graag heeft. Maar ik herhaal het : heeft hij dat wel gezegd ? En in welke context ? Ik ben nog in Moeskroen, ben er graag en de rest is geschiedenis.”

Wesley, ben je tevreden over je eerste maanden in Amsterdam ?

Sonck : “Eigenlijk wel. Mijn eerste doel was zoveel mogelijk te spelen, en in het lijstje van gespeelde matchen sta ik bovenaan. Op die rechterkant was het een beetje raar, maar ik kreeg er veel vrijheid. Zes goals in de competitie, zes assists en vier goals in de Champions League : al bij al ben ik tevreden. Op de rechterflank hebben ze nu wel iemand van het tweede erbij gehaald : Daniel de Ridder is 19, maar speelt alsof hij al tien jaar in het A-elftal speelt. Het is de bedoeling dat ik weer centraal ga spelen, op negen of tien.”

Waar je rechtstreeks de concurrentie moet aangaan met Van der Vaart en Zlatan. Begin er maar aan.

Sonck : “Eigenlijk hebben Zlatan en ik niet zo vaak samengespeeld, maar de keren dat het gebeurde, vond ik het goed lopen. Als je hem wat beter kent, is het een brave jongen. Op een dag deden we iets voor gehandicapte kinderen in Amsterdam en daar was hij zo intens mee bezig, dat ik direct door had dat hij een goed hart heeft. Hij toont het misschien niet altijd, maar het is er wel. Het is een rare, precies zoals in zijn spel. Ongrijpbaar. Wat Van der Vaart betreft : hij is de grote man in Nederland. Maar hij heeft het niet gemakkelijk, zeker niet met de pers. In Nederland hebben ze van die magazines à la Story, die veel verder gaan dan in België en die constant fotografen op de loer hebben liggen. Zijn vriendin is een bekende actrice en ze worden voortdurend gevolgd. Overal, ook op vakantie.”

Mpenza : “Oei, ik kijk maar beter uit als ik ergens in mijn blootje rondloop.” (Lacht luid.)

Sonck : “Die jongen heeft volgens mij geen gemakkelijk leven. Ik denk dat het beter voor hem zou zijn, mocht hij vertrekken.”

Werd jij hard aangepakt ?

Sonck : “Jaja, zeker. Dat ik mislukt was op rechts en zo. Ik ben een Belg, dat zal er wel mee te maken hebben. Dat voel je toch, die houding tegenover Belgen. Ik weet niet hoe ik het moet uitdrukken, maar… Een geluk dat we met vijf zijn om elkaar te helpen. Jelle(Van Damme, nvdr) moet het vroeger ook niet gemakkelijk hebben gehad. Belgen blijven voor hen een makkelijke pispaal.”

Op 11 oktober speelden jullie voor het laatst met de nationale ploeg. Kijk je uit naar België – Frankrijk ?

Sonck : “Ik wel. Altijd plezant om iedereen nog eens terug te zien. Het is lang geleden, maar ik denk dat er ook nauwelijks tijd was om iets te organiseren. Tegen Frankrijk spelen blijft een eer. Kijk maar naar hun resultaten : altijd shotten ze er vier of vijf binnen, alsof het niks is. Eén van de beste teams van de wereld, vind ik.”

Mpenza : “Daar komt bij dat we tegen hen speelden vlak voor de afreis naar het WK in Japan. Voor ons betekende die wedstrijd de déclic, voor hen was het het begin van veel twijfels. Wij zijn dus niet meer ‘les petits Belges’ in hun ogen. Ik denk dat ze op revanche uit zijn. Voor ons is dat een mooie uitdaging.”

Luigi Pieroni werd de voorbije week door iedereen in de kern geschreeuwd. Is hij er al klaar voor ?

Mpenza : “Klaar… Het is vroeg, dat klopt, maar hij scoort gemakkelijk en maakt vooruitgang, daar kan je niet naast kijken. Hij is steeds meer en steeds beter betrokken bij het spel. Dat lijkt me belangrijk. In mijn ogen is hij een type- Roussel.”

Sonck : “Er is concurrentie in de aanval van de nationale ploeg, maar niet zoveel. Je hebt Emile en Mbo, en zij die na hen komen, zijn er volgens mij nog niet echt klaar voor. Cédric (Roussel, nvdr) was er al bij, Steintje(Huysegems, nvdr) ook. In Genk heb ik met Kevin(Vandenbergh, nvdr) samengespeeld : ik heb mijn twijfels, maar wie ben ik om te beoordelen of hij er al klaar voor is ?”

Komt je twijfel door het feit dat Vandenbergh bij Genk geen titularis is ?

Sonck : “Voilà. Kevin heeft een kwaliteit die niemand anders heeft : een neus voor de goal. Bal op de paal en hij staat altijd op de goede plaats voor de rebound. Ik heb veel met hem getraind en begrijp nog steeds niet hoe hij het doet. Om zot van te worden. Maar anderzijds : zet je twee stappen hoger, dan voel je direct dat scoren niet meer zo gemakkelijk is. Bij Ajax spelen we soms partijtjes tien tegen tien, van zestien meter tot zestien meter. Je denkt toch niet dat daar veel wordt gescoord ? Meestal niét, hooguit één of twee keer. Het niveau ligt gewoon veel hoger. In het begin dacht ik : kan ik het nu niet meer of hoe zit dat ? Hetzelfde merk je bij de nationale ploeg.”

Precies een jaar geleden, het was ook februari, zaten jullie met de nationale ploeg in Algerije voor een oefeninterland. Nu krijgen jullie na Frankrijk nog Duitsland, Turkije en Nederland voorgeschoteld. Blij met die ommezwaai?

Mpenza : “Dit zal ons veel beter voorbereiden op de WK-kwalificatie, die na de zomer begint. Oefenwedstrijden, vind ik, moeten dienen om dingen uit te proberen, maar tegen zwakke ploegen heb je daar weinig aan. Dit zijn stuk voor stuk EK-deelnemers en dan vind ik het experiment belangrijker dan het resultaat. We mogen een pak slaag krijgen, we zullen ten minste weten waar we staan.”

Sonck : “Die ploegen voetballen tenminste mee, er zal ook meer volk zijn, je bent geconcentreerder : het is gewoon leuker voor iedereen. Algerije was een drama : ik denk dat de helft van de ploeg daar zijn kleren heeft aangehouden tijdens het slapen.”

Hoe zullen jullie het EK in Portugal volgen?

Mpenza : “Ik ga voor één maand naar Lissabon en wil er proberen tickets voor de wedstrijden te versieren. Portugal wil ik zeker één keer live aan het werk zien.”

Sonck : “Als ze in Nederland afkomen met hun domme grapjes, zoals : waar gaan jullie volgende zomer op reis, krijgen ze van mij snel een antwoord : wij spelen alleen de WK’s. Nee, ik denk niet dat ik het ga volgen. Als ik er zelf niet bij ben, interesseert het me niet. Vroeger, tijdens de examens, zou ik alles hebben laten vallen voor een match, maar nu ? Ik ga gewoon met vakantie en waarschijnlijk zie ik daar dan wel wat beelden. Mocht het nu nog de Tour zijn, maar het EK ? Neen.”

Mpenza : “De Tour is dan weer niks voor mij. Duurt veel te lang.”

Oefeninterlands zijn er om te experimenteren, zeg je. Zouden jullie graag Vincent Kompany op dit niveau aan het werk zien ?

Sonck : “Als hij op tijd opdaagt.”

Mpenza(lacht): “Wie hem kent, is daar niet door verrast.”

Sonck : “Dat begrijp ik dus niet. Je bent zeventien, hebt een paar wedstrijden bij Anderlecht gespeeld, je krijgt een eerste selectie voor de nationale ploeg en op de eerste afspraak ben je tien minuten te laat ! (Lacht.) Ik zou een half uur te vroég zijn !”

Verrast door de transfer van Daniel Van Buyten naar Manchester City ?

Sonck : “Toch wel. Het is zijn voetbal, denk ik, maar is er zoveel verschil tussen Marseille en Manchester City ? Financieel zal het wel een verschil maken, maar hij was toch dé man in Marseille ?”

Mpenza : “Hun verdediging kreeg veel kritiek en omdat hij minder scoorde dan vorig seizoen, wat trouwens normaal is, kreeg hij meer kritiek dan de andere verdedigers.”

Sonck : “Als verdediger vind ik hem enorm sterk.”

Hoe goed vinden jullie de nationale ploeg?

Mpenza : “Voor België is dit een goede kern. Drie vierde van de groep speelde in de Champions League, dat is toch wat.”

Sonck : “We moeten niet naar Nederland kijken. Voor hun laatste wedstrijd speelden Van Nistelrooij en Van der Vaart in de spits en zaten Kluivert, Hasselbaink en Van Hooijdonk op de bank. Makaay zat in de tribune. Dat hebben wij niet, hé. Daarmee vergeleken hebben wij een middelmatige groep. Maar wij hebben dan weer als voordeel dat we een hechte groep vormen. Ik heb hier de laatste drie jaar nooit een ruzie meegemaakt of iemand gezien die uit zijn krammen schoot. Zo heb ik het wel graag.”

Om naar het WK 2006 in Duitsland te mogen, zullen jullie voorbij Spanje, Servië, Bosnië, Litouwen en San Marino moeten.

Mpenza : “Niet gemakkelijk. Vooral de uitwedstrijden lijken me moeilijk. Spanje zal wel een goed veld hebben, maar de anderen…”

Sonck : “Ik speelde één keer in Bosnië : je zakte er tot de enkels in de modder. En in Servië zullen er wel meer kleppers rondlopen dan alleen maar Kezman. Mij hoor je niet roepen dat we al in Duitsland zitten.”

door Peter T’Kint

‘Als ze hem goed genoeg vinden, moet Anderlecht Mbo maar direct nemen.’ (Wesley Sonck)

‘Tegen Frankrijk is het experiment belangrijker, we mogen een pak slaag krijgen.’ (Mbo Mpenza)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content