Na een barslecht seizoen onderging SV Zulte Waregem de voorbije maanden op en naast het veld een opmerkelijke metamorfose. In vijf stappen overlopen we de belangrijkste veranderingen.

1) Structuur/organisatie De voorbije jaren bepaalde het trio Willy NaessensVincent MannaertFrancky Dury het beleid van Zulte Waregem. Zij maakten deel uit van de sportieve cel, met daarin ook scouts Toon Mertens, Eddy Mestdagh en bestuurslid Joris Verschuere. Na het vertrek van Dury (AA Gent) en Mannaert (Club Brugge) wierp de ambitieuze Patrick Decuyper zich op als de nieuwe sterke man en hield voorzitter Naessens zich meer op de achtergrond.

Mertens en Mestdagh staan Decuyper, die als gedelegeerd bestuurder in ieder dossier de eindbeslissing heeft, voortaan nog meer bij in het sportieve beleid. Zij werden benoemd tot sportmanagers en mogen nu ook met spelers en clubs onderhandelen. “Vroeger nam Vincent Mannaert dat op zich, waardoor hij soms overladen werd met werk”, vertelt Mertens. “Nu kunnen Eddy en ik korter op de bal spelen door niet alleen te scouten, maar ook meteen te informeren naar de voorwaarden van de speler of naar een eventuele transfersom. Daardoor winnen we bij elke mogelijke transfer heel wat tijd en kunnen we op alle vlakken de voor- en nadelen beter afwegen als we tussen verschillende spelers moeten kiezen. Een verschil is ook dat de club inzake transfers meer financiële inspanningen wil doen, waardoor we niet langer alleen naar eindecontractspelers moeten uitkijken.”

Het was echter vooral de komst van nieuwe trainer DarijeKalezic die tot de grootste veranderingen leidde. De Bosniër stond erop dat de omkadering van de A-kern nog professioneler en functioneler werd. Sportmanager Eddy Mestdagh: “Darije vroeg onder meer een nieuw trainerskabinet, een groter spelershome, een uitgebreidere videoanalyse en een nieuwe volautomatische grasmachine voor het oefenterrein, maar ook dat verzorger Roger Putman elke dag op de club aanwezig zou zijn, dat materiaalman Rony Van der Beken zich fulltime met de eerste ploeg zou bezighouden én dat er een voltijdse teammanager zou komen die alle praktische zaken – van een internetaansluiting tot het onderhoud van de spelersauto’s – moest oplossen. De voorbije jaren werd die functie verdeeld onder drie losse medewerkers, wat soms tot onduidelijke situaties leidde. Met de nieuwe teammanager, Martin Balcaen, is dat probleem van de baan. Al deze maatregelen kostten geld, maar renderen nu al.”

“Darije bepaalde ook duidelijk wat hij van iedereen in de omkadering verlangde en verplichtte ons zo om op ons domein onze verantwoordelijkheid te nemen”, aldus communicatieverantwoordelijke Arne Houte-kier. “Met als belangrijkste doel: een geoliede machine creëren die de spelers een goed gevoel bezorgt en ook alle mogelijke excuses wegneemt. Niets wordt nog aan het toeval overgelaten.”

2) Trainingen

Wie de trainingen volgt, merkt dat Kalezic en zijn assistent Peter Boeve bijzonder scherp coachen. Vooral Boeve, ex-international en met Kalezic meegekomen uit Nederland, zwijgt geen seconde en geeft voortdurend aanwijzingen. Sportmanager Toon Mertens: “Als een speler een minuut niet bij de les is, dan merken Darije en Peter het onmiddellijk op. Onlangs gaf er iemand drie slechte passes na elkaar, waarop Darije direct ingreep. ‘Je bent niet geconcentreerd. Twintig keer pompen, dan word je misschien wakker. ‘”

“Elke pass en balcontrole moeten goed zijn, waardoor we messcherp trainen”, zegt ook verdediger Karel D’Haene. “Spelers die weinig zin hebben en het trainersduo horen roepen, zetten automatisch een tandje bij. Die manier van werken gelijkt veel op die van Dury, al letten zij nog meer op details: op de juiste voet en met de juiste snelheid inspelen, goed ingedraaid staan, looplijnen…

“We moeten ook elkaar veel meer coachen. Al tijdens de eerste training legde Kalezic daar sterk de nadruk op. Bij iedere handeling moeten we zeggen wat we zullen doen: voet, kaats, diep of draai. In het Nederlands, ja. Daarom moeten alle buitenlanders vanaf dit seizoen ook twee tot drie taallessen per week volgen, terwijl dat vorig jaar maar een keer was. Daarin leren ze vooral voetbaltermen.”

Net als Dury werkt Kalezic met de befaamde zeswekencyclus. “Daarvoor komt Raymond Verheijen, een vriend van Darije, maandelijks naar de club”, legt assistent-trainer Eddy Van den Berge uit. “Hij is een autoriteit op het gebied van conditieopbouw en begeleidde onder meer al de nationale ploegen van Nederland, Rusland en Zuid-Korea. Die cyclus is gebaseerd op periodisering, waarbij spelers in matchvormen aan hun conditie schaven. In de eerste twee weken elf tegen elf over drie keer twaalf minuten en dat evolueert naar drie tegen drie over twaalf wedstrijden van een minuut in de laatste week. Lastig, maar toch leuk voor de spelers, want alle trainingen gebeuren mét bal.”

D’Haene beaamt: “‘We zijn een voetbalploeg, geen atletiekploeg’, zegt de trainer vaak. En het rendeert: hoewel de voorbereiding iets minder zwaar was dan vorig jaar, zijn we even goed in conditie. Omdat we een keer per dag trainen en geleidelijker opbouwen, zullen we op het einde van het seizoen ook frisser zitten.”

3) Het spelsysteem

De trainingen van Darije Kalezic zijn gebaseerd op een spelsysteem waarin organisatie centraal staat. “Vorig jaar wisten veel spelers nauwelijks waar ze moesten lopen – op looplijnen werd te weinig getraind – maar nu weet iedereen perfect wat hij moet doen bij balverlies, balbezit en stilstaande fasen”, legt doelman Sammy Bossut uit. “Die discipline is van cruciaal belang, want dan kunnen we vlug omschakelen. In de aanval moet dat gebeuren met simpel en snel eentijdsvoetbal, vandaar dat we veel oefenen op het juist en rap inspelen.”

“De trainer wil de tegenstander met snelle passes moe maken en zo een opening creëren”, zegt D’Haene. “Het tweede doelpunt tegen OHL was daar een perfect voorbeeld van: meer dan dertig keer raakten we de bal voor Trajkovski scoorde. Niet toevallig hadden we in die eerste helft 75 procent balbezit. Daarvoor moet de speler met de bal minstens twee aanspeelpunten hebben. Net daarom hecht de trainer zo veel belang aan looplijnen en positiespel.”

Daarnaast legt Kalezic ook de klemtoon op hoge pressing bij balverlies. “Niet de hele match, want dan loop je jezelf kapot, maar op de juiste momenten”, aldus Van den Berge. “Dat we na twee matchen de meeste fouten van alle eersteklasseteams gemaakt hadden ( 46, nvdr), is daar allicht een gevolg van, ja. Als je meteen in duel gaat, maak je vlugger fouten dan wanneer je de tegenstander aan de zestienmeterlijn opwacht.”

4) Discipline

Niet het gebrek aan kwaliteit, maar vooral een slechte discipline was vorig seizoen dé oorzaak van de slechte resultaten, maar die gemakzucht lijkt volledig verdwenen. “Kalezic zal ook niet toelaten dat die laksheid terugkomt”, zegt D’Haene. “Hij is de coach die deze groep nodig had. Niemand heeft zin om met hem te botsen, want dan weet je dat je de gevolgen zult dragen. Nochtans heeft de trainer niet meer regels ingevoerd – alleen de boetes voor te laat te komen zijn verhoogd van 10 naar 25 of 50 euro – maar door zijn dwingende uitstraling en zijn duidelijke richtlijnen slaagt hij erin om iedereen op het rechte pad te houden. En als er toch iemand een afspraak niet nakomt, dan aarzelt hij geen seconde om te corrigeren, iets wat vorig seizoen veel te weinig gebeurde.”

“Niet dat de trainer de speler in kwestie verrot scheldt, maar hij maakt hem individueel en eventueel ook voor de groep op een kordate manier duidelijk wat hij verkeerd gedaan heeft en wat er beter kan”, vertelt Bossut. “Als je bereid bent om bij te leren en je je fout erkent, veegt hij zelfs meteen de spons erover, al mag je je natuurlijk ook niet aan dezelfde steen blijven stoten… Dat beseffen de spelers goed. Zo is het aantal laatkomers flink gedaald, en als er toch iemand niet op tijd is, betaalt hij meteen zijn boete. Vorig jaar werden die nauwelijks betaald of pas een maand later…”

“Als je doet wat je moet doen, heb je met Kalezic geen enkel probleem, want hij is geen tiran”, aldus D’Haene. “Integendeel: hij staat vrij dicht bij zijn spelers, maakt geregeld een praatje en brengt ons met zijn droge humor vaak aan het lachen. Voor mij heeft hij alles wat een goede coach moet hebben.”

Een van de grootste oorzaken voor de disciplinaire problemen van vorig jaar, was het gebrek aan leiderschap. Met de komst van Davy De fauw, ex-aanvoerder van Roda JC, is dat probleem verholpen. “Het is ongebruikelijk dat een nieuwe speler tot kapitein benoemd wordt, maar de sportieve staf was – gezien Davy’s verleden – unaniem”, zegt Van den Berge. “Die keuze blijkt een schot in de roos. Davy spreekt vlot Nederlands, Engels en Frans waardoor hij met elke speler een goed contact heeft en wordt door zijn uitstraling, palmares én prestaties door iedereen aanvaard als de leider.” Dat bevestigt Bossut: “Als Teddy Chevalier zijn man eens laat lopen, dan zegt Davy op een duidelijke, maar kalme manier dat hij zo anderen in de problemen brengt, waardoor Teddy dat makkelijker accepteert.”

Ook een goede zet was de benoeming van Rémi Maréval tot vicekapitein. Opmerkelijk, want Hugo Broos verwees hem vorig seizoen nog naar de B-kern. “Rémi liep toen heel nukkig omdat de ploeg niet draaide”, legt D’Haene uit. “Hij heeft een uitgesproken mening en ventileert die ook, maar dat was niet naar de zin van Broos. Dit seizoen heeft Kalezic hem meteen veel vertrouwen en verantwoordelijk gegeven waardoor Rémi zich belangrijker voelt en, mede door zijn grote kwaliteiten en zijn nieuwe positie centraal in de verdediging, een leider geworden is.”

5) Sfeer

Volgens sportmanager Toon Mertens leidt de strakkere discipline tot een veel betere sfeer in de kleedkamer. “Voor Kalezic is iedereen gelijk, waardoor spelers niet kunnen zagen dat de ene meer mag dan de andere. Zo ontstaan er minder wrijvingen.”

“We aanvaarden daarom ook meer van elkaar”, zegt Bossut. “Als je vorig seizoen een goedbedoelde opmerking maakte, kreeg je vaak een negatieve reactie, maar dat blijft nu uit. Ook omdat de trainer dat coachen sterk benadrukt. Je ziet dat trouwens ook op het veld: daar vechten we weer voor elkaar. Zelfs de bankzitters vallen heel gemotiveerd in. De trainer geeft hen vertrouwen en benadrukt dat ook zij de ploeg iets kunnen bijbrengen, waardoor ze minder geïrriteerd raken.”

De voorbeelden van de betere ambiance zijn legio. “Na de training lopen de spelers in groep terug naar de kleedkamer, vorig jaar was dat een sliert van bijna honderd meter”, vertelt Mertens. “Toen aten sommigen ook zo vlug mogelijk hun middagmaal op, maar nu wachten we tot de laatste speler klaar is voor we van tafel gaan”, aldus Bossut. “We hebben ook meer groepsactiviteiten gedaan, op verzoek van de spelers zelf. Een namiddag paintballen en ook een barbecue, mét alle vrouwen erbij. Heel gezellig. Met de spelersraad willen we om de twee, drie maanden zoiets organiseren.”

Een goede beslissing van Kalezic bleek ook de uitbreiding van het spelershome, benadrukt Van den Berge. “De spelers zijn nu veel ruimer behuisd en kunnen zich met van alles bezighouden: een Xbox, een pooltafel, een tafelvoetbalspel, een tv… Na elke match moet iedereen ook verplicht naar het spelershome, zodat ze daar in groep de emoties van de wedstrijd kunnen verwerken. De vrouwen en kinderen mogen er ook binnen en elke speler mag nog twee andere familieleden of vrienden uitnodigen, waardoor dat saamhorigheidsgevoel nog versterkt wordt.”

“Dat de spelersvrouwen daar elkaar kunnen ontmoeten, mag je niet onderschatten”, beklemtoont persverantwoordelijke Arne Houtekier. “De vorige jaren liepen ze elkaar slechts sporadisch tegen het lijf, maar nu zijn die relaties een stuk beter. En als de vrouwen overeenkomen, doen ook de mannen dat. Zelfs onze drie Balkanjongens ( Trajkovski, Milunovic en Irfan Hadzic, nvdr) hebben zich prima geïntegreerd, terwijl ze vorig jaar in die slechte sfeer allicht weggedeemsterd zouden zijn. We doen ook alle moeite om de nieuwkomers goed te begeleiden. Vandaar de cruciale rol van een fulltimeteammanager.” De Kalezicfactor…

“Mede door zijn ingrepen is Zulte Waregem weer een grote familie”, zegt Van den Berge. “Ook met alle vaste medewerkers zijn we onlangs gaan eten. Bovendien voelen we appreciatie vanuit het bestuur. Zo kreeg iedereen onlangs een mail van Patrick Decuyper waarin hij ons bedankte voor de inspanningen van de voorbije maanden. Het lijkt een detail, maar het zijn zulke zaken die het verschil maken.”

door jonas creteur

Net als Dury werkt Kalezic met de befaamde zeswekencyclus.

“Kalezic is de coach die deze groep nodig had.” Karel D’Haene

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content