Ook dit seizoen was het weer zijn broer die de wereldtitel pakte, maar ooit hoopt Ralf Schumacher zélf de allerbeste te worden. ‘Als me dat niet lukt, zal het knagen.’

Zondag viel op het circuit van Interlagos (Brazilië) het doek over het Formule-1-seizoen. Voor Williams draaide de huidige jaargang uit op een pijnlijke ervaring. Het sein voor Ralf Schumacher om de renstal waarvan hij zes jaar deel uitmaakte, te ruilen voor Toyota. Bij het Japanse merk zal de 29-jarige Schumacher, die debuteerde in de Formule 1 bij Jordan in 1997, 17 miljoen euro per jaar vangen, wat hem promoveert tot de op één (zijn zes jaar oudere broer Michael) na best verdienende Formule-1-rijder van het moment.

Op 20 juni, tijdens de Grote Prijs van de Verenigde Staten in Indianapolis, vloog Schumacher met een snelheid van 300 kilometer per uur achterwaarts tegen een muur. Met een zware hersenschudding en twee gebroken ribben werd hij uit het wrak van zijn Williams bevrijd. Pas eind september, ter gelegenheid van de Grote Prijs van China in Sjanghai, maakte hij zijn comeback.

Met welk gevoel kroop je toen weer achter het stuur ?

Ralf Schumacher : “Het ging wel. Alles verliep redelijk normaal. Ik heb mij erop geconcentreerd of alles wel normaal functioneerde. Al na twee, drie bochten wist ik : de reflexen zijn er nog. Ik ging meteen weer snel, er zat niks van verval op mijn snelheid. In die eerste ronden werd het me ook duidelijk hoeveel plezier ik wel beleef aan autoracen. Zo bekeken heeft die pauze ook een voordeel opgeleverd.”

Maakt het voor de rijder een verschil uit of hij bij zo een crash zelf schuld droeg, dan wel dat het een kwestie van een mechanisch defect was ?

“Dat maakt weinig verschil uit. Maar aangezien ik me zelf niets kan herinneren, is het goed de oorzaak van de crash, een klapband, te kennen. Anders was er mogelijk een bepaalde onzekerheid blijven hangen. Waarom ben ik tegen die muur gevlogen terwijl er niets aan de auto kapot was ? Had ik een black-out ? Een mens zou op de duur van alles beginnen te denken.”

Jouw ongeval zwengelde de discussie over de veiligheid weer aan. Max Mosley, de voorzitter van de internationale autosportfederatie FIA, wil de snelheid van de wagens afremmen via reglementsveranderingen. Is de Formule 1 te snel geworden ?

“Nog niet, maar ze moeten de ontwikkeling naar nog sneller nu wel afstoppen. In 1997, in mijn eerste seizoen in de Formule 1, reden we bij droog weer tijden die we nu bij regen halen. Ik vind dat Mosley gelijk heeft wanneer hij het werk van de technici wat moeilijker maakt. Maar snelheid is maar één aspect van de veiligheid. We moeten realistisch blijven : het is niet omdat we volgend seizoen één seconde per ronde trager zouden rijden, dat er geen doden meer kunnen vallen. De cockpits en de helmen moeten nog sterker gemaakt worden, en de kreukelzones van de wagen moeten vergroot worden.”

Iets anders dan. Welke balans maak je op van zes jaar Williams ?

“Het is duidelijk dat we niet zeer succesvol zijn geweest en dat ik mijn doel niet bereikt heb.”

Waaraan lag dat ?

“Helaas is Williams er nooit in geslaagd een heel seizoen lang een concurrentiële wagen in competitie te brengen. Alleen op de snelle stroken boekten we matige successen, terug te voeren tot de kracht van de BMW-motor.”

En je persoonlijke balans ?

“Ik heb zeker veel geleerd. En ik heb fouten gemaakt. Hier en daar heb ik een kwalificatierit verknoeid, of ben ik tijdens een race uit de bocht gegaan.”

Patrick Head, mede-eigenaar van Williams, beweert dat je niet meer zo snel bent sinds je ongeval van september 2003 in Monza.

“Die uitspraak neem ik niet ernstig. Ik weet waar die verklaring vandaan komt en wat er de bedoeling van is.”

Maar zo’n uitspraak kan je carrière beschadigen. In de branche blijft een dergelijk quote hangen.

“Wie Patrick Head kent, weet dat er van hem geen tact te verwachten valt. Patrick heeft wat met journalisten gebabbeld en heeft dat er dan uitgesmeten. Ergens is dat zelfs begrijpelijk en menselijk. Hij staat onder veel druk, moet verantwoording afleggen. Het is logisch dat hij soms probeert de schuld van zich af te schuiven. Maar dat lukt natuurlijk nooit helemaal. De waarheid is dat Williams een topteam wás – met de nadruk op was. Onder vier ogen heeft Patrick toegegeven dat het geen faire uitspraak van hem was.”

Zag je bij Williams geen toekomst meer ?

“Ik zie in ieder geval meer toekomst bij Toyota. Dat heeft er ook mee te maken dat bij Toyota alles onder één koepel gebeurt, dat er een langetermijnconcept bestaat en dat alle neuzen in dezelfde richting wijzen. In wezen zoekt elke rijder een team met een interne stabiliteit, een team waar alleen maar aan winnen wordt gedacht, een team dat niet onder een interne machtsstrijd gebukt gaat, waar men zich niet bezighoudt met elkaar de zwartepiet door te spelen.”

Wat verwacht je van die drie jaar bij Toyota ?

“Wat ik in de eerste plaats wil, is wedstrijden winnen. Ik heb de indruk dat er bij Toyota ongecompliceerd wordt gewerkt. De beslissingswegen zijn korter. Komt daarbij dat de fabriek van de racewagens in Keulen staat en dat merk je aan de mentaliteit. Ik ben zelf van de Rijnstreek afkomstig, voor mij is dat een verfrissende ervaring.”

Toyota-chef Tsutomu Tomita voorspelt dat Ralf Schumacher in 2005 de eerste grote prijs zal winnen. Is dat een realistische verwachting ?

“Wat mij betreft graag. Al denk ik dat we beter eerst op podiumplaatsen mikken. Alles hangt af van de wagen die in januari uit de garage zal bollen.”

Is wereldkampioen worden nog een ambitie voor jou ?

“Ik hoop nog altijd op een wereldtitel, ja. Ik heb nog tijd. Nigel Mansell werd pas wereldkampioen op zijn 39e. Als ik dat doel niet bereik, zal dat wel wat aan me knagen. Je moet, denk ik, ook de omstandigheden mee hebben. Ik heb het totnogtoe in mijn carrière niet meegemaakt dat ik me in een positie bevind waarin ik kan zeggen : we gaan nu naar de race en als er niets kapotgaat, kunnen we winnen. Stel dat alles aanwezig is om te winnen en dat ik desondanks niet win. Dan zal het me geen moeite kosten om mezelf op de borst te kloppen, en te zeggen : ik ben een idioot.”

door Detlef Hacke en Alfred Weinzierl

‘Ik heb nog tijd. Nigel Mansell werd pas wereldkampioen op zijn 39e.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content