Hij is met de fiets naar de plaats van afspraak gekomen, het Oud Gemeentehuis in Varsenare, en hij ziet er goed uit. ‘Het gaat ook goed met mij’, zegt hij. ‘Momenteel zit ik wel zonder werk, maar in de zomer kun je van alles doen hé. Ik fiets, ik loop, ik werk in de tuin, ik ga naar Club Brugge kijken en ben bezig met de kleinkinderen. Elke dag is er wel iets. Morgen schilder ik misschien wel. Ik ben 61 jaar, ik wil nog graag werken, maar niet meer de hele week onder stress staan om dan in het weekend uitgeteld in mijn zetel te zitten en te denken: maandag begint het weer. Op mijn leeftijd ligt het accent meer op genieten. Het moet aangenaam zijn. Ik scout wel nog voor de Rode Duivels.’

In zijn topjaren voetbalde Willy Wellens als spits onder meer voor Standard en Club Brugge. ‘Ik speelde in mijn carrière voor tien ploegen en voelde mij overal goed. Bij de nationale ploeg kende ik de pech dat op het moment dat mijn valies klaarstond om naar het EK in Italië te vertrekken ik in een duel met Michel Renquin zwaar geblesseerd raakte. Maar ik ben bijna een kwarteeuw prof geweest, speelde tot mijn veertigste, 598 competitiewedstrijden, en mijn ervaringen zijn overwegend positief. Als je van je hobby je beroep kunt maken, mag je niet klagen.’ Hij bleef in het voetbal, was assistent-trainer bij Beveren, Club Brugge en Germinal Beerschot en hoofdtrainer in Roeselare, Harelbeke, Oostende en Oudenaarde. Daarna werkte hij zeven jaar in de energiesector. ‘Ik moest sites voor windenergie helpen ontwikkelen en contracten maken met grondeigenaars. Daar ben ik heel gelukkig geweest. Met mensen onderhandelen zonder druk op hen te leggen, hun vertrouwen wekken en ’s avonds kunnen zeggen: ik ben correct geweest. Dat is mijn ding. Na Oudenaarde was ik het hoofdtrainerschap beu. Als ze mij komen zeggen ‘als die speler de tweede helft nog opkomt, lig je morgen buiten’ stopt het voor mij. Ik wist al langer dat het niets voor mij was. Als assistent van Jos Daerden bij Beveren zag ik meteen hoe het werkt. Daar lieten ze mij voelen: wil je overnemen? Ik vind: van iemand die je mee binnenhaalt, zaag je niet aan de poten van zijn stoel. In een spel als voetbal zijn er veel factoren die je niet in de hand hebt. Maar velen denken dat alles te controleren is. Waarom gaat een bal op de paal en niet binnen? Ik kan dat niet uitleggen. Zo is het in het leven ook. In 1975, het jaar dat ik kampioen werd met RWDM, werd mijn twee jaar jongere broer doodgereden door twee zatlappen. Daar kan je met je hoofd niet bij; en zulke vreselijke dingen gebeuren elke dag. Je kunt veel uitleggen, maar niet alles.

‘Wat mij wel interesseert, is met mijn ervaring spelers individueel begeleiden. Maar ik ben niet iemand die dag en nacht met voetbal bezig kan zijn. Als die drang er niet echt is, houd je dat niet lang vol met alle druk, stress, rompslomp en bemoeienissen die er tegenwoordig rond die job hangen. Want dat houdt je wakker en maakt je wakker. Als persoon ben ik daar niet geschikt voor. Een Michel Preud’homme kan daar wel 24 uur op 24 mee bezig zijn. Daar is hij voor geschapen, denk ik. Voor het geld hoeft hij het al lang niet meer te doen. Maar hij kan niet zonder. Het is als een drug. Voor mij is het dat niet. Ik kan wel zonder. Dus het gaat heel goed met mij, hoor. Het belangrijkste in het leven is; hoe voel je je? Ik voel mij goed. Als het goed gaat met de mensen die je graag ziet, moet je de hemel heel dankbaar zijn, vind ik.’

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

‘Op mijn leeftijd ligt het accent meer op genieten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content