middenvelder

Belg, geboren op 25 januari 1977

in Lommel. 1,85 meter – 80 kilo. Profiel: de familieman.

W im Mennes: “Ik ben een heel rustig iemand die veel kan verdragen. Pas als het mij echt te veel wordt, durf ik wat te zeggen. Het moet ook zinnig zijn, ik ben niet iemand die altijd het woord moet hebben. Een leider pur sang ben ik niet. Ik voel wel aan dat ik op mijn positie belangrijk ben voor de ploeg, maar alleen kan ik niets rechtzetten. In elke ploeg heb je wel wat mannen die voor eigen succes gaan. Maar daar kom je niet ver mee, weet ik.

“Naast het voetbal ben ik vooral een familieman, zeker en vast. Vader van drie kinderen, met een goed vrouwtje. Mijn dochter Lotte is vijf. Seb drie en Nils nu bijna anderhalf. Lotte sliep goed, de tweede was iets minder en voor de laatste moesten we elke nacht een paar keer uit bed. Maar dat hoort erbij. Als je ’s morgens vijf minuten wakker bent, is dat al vergeten.

“Als de wekker gaat, sta ik direct op. Anders moet ik jagen en daar hou ik niet van. Ik heb even tijd nodig om in gang te komen, maar dan gaat het snel heel goed. Dat zit in mijn karakter, denk ik.

“Toen ik aan de rug en de lies werd geopereerd, zei de chirurg: ‘Je moet je oefeningen blijven doen om problemen te vermijden.’ Daar heb ik geen moeite mee, ik blijf die doen. Omdat ik het mooiste beroep uitoefen. En nu geniet ik meer dan vroeger, ook omdat ik al wat ouder ben. Het genieten gebeurt bewuster, omdat het toch ook aftellen is.

“Ik ben een heel gelukkig mens. Je zou het misschien niet zeggen. ( lacht) Een moppentapper ben ik niet, maar ik kan wel heel droog uit de hoek komen. In mijn ogen is dat ook goede humor, maar niet iedereen heeft dat door.

“Toen ik die operatie moest ondergaan, ben ik er een aantal maanden niet goed van geweest. Misschien is het voorbij, dat weet je niet. Je hoort niet zo veel van voetballers die met een hernia sukkelen. Ik liet het zover komen dat ik op de duur met mijn linkerbeen sleepte. Echt depressief was ik niet. Met de kinderen erbij weet je dat er meer is dan voetbal. Het moeilijkste was dat ik thuis niet kon helpen met de klein mannen. Ik mocht niemand dragen of uit bed pakken. Maar ook dat komt terug, weet je.

“Thuis heb ik een tuintje waar ik groenten verbouw, met de hulp van de familie. We hebben de plaats en ik heb de tijd en het is gezond én gemakkelijk, groenten en aardappelen uit de eigen tuin.

“Wat we ook geregeld doen, is met het gezinnetje iets gaan eten. Een uur, anderhalf uur. Niet altijd met een speeltuin erbij, ze moeten ook leren dat ze in bepaalde omstandigheden rustig moeten zijn. Geen grote mond opzetten. Met vakantie waren we in Center Parcs. Dan mogen ze al eens meer dan thuis, wat meer snoep, een ijsje, frisdrank. Maar thuis proberen we hen weer in hetzelfde regime te krijgen.

“Ik wil zo lang mogelijk blijven voetballen. En dan? Lesgeven aan de topsportschool lijkt me ideaal. Ik ben regent lichamelijke opvoeding en ik wil jongeren iets bijleren. Ik kan moeilijk werken met jongens die er met de pet naar gooien.”

door peter t’kint

“Ik mocht niemand dragen of uit

bed pakken.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content