Zondag won Westerlo thuis van Anderlecht. Winnen was leuk, maar de club heeft andere besognes dan dat.

Er zoals in 1998 en 2000 nog eens vijf en zes in lappen tegen Anderlecht, daar geloofden ze bij Westerlo vooraf eigenlijk zelf niet in. Westerlo is te volwassen geworden voor de frivole stunts van weleer. Stunten is leuk, maar de stek onder de top, daar ligt de ambitie. De nul houden, alla, maar scoren vergaat ze minder makkelijk, vooral als het wedstrijden tegen grotere ploegen betreft. Gewoon bewijzen dat ze ook thuis eens van topploegen kunnen winnen, was daarom de bescheiden motivatie vooraf in het Kuipje. Want Standard, Club Brugge en Lokeren, de hoger geplaatste elftallen waartegen Westerlo vóór Anderlecht al speelde, leverden de Kempenaren vier tegendoelpunten, twee nederlagen en een gelijkspel op.

Niet beter of slechter

In het begin van de competitie heette Westerlo de revelatie met een derde plaats, maar toen kwamen de sterkere tegenstanders. “Het is niet zo dat we weggespeeld werden,” zegt Wim Mennes, “we zijn altijd blijven proberen goed te voetballen, maar die grote ploegen zetten op een gegeven moment iets beter druk en dan wordt het moeilijker. Standard bijvoorbeeld had dat heel goed gezien : ze lieten ons achteraan aan de bal – zo van : jongens, voetbal maar wat – maar op een bepaald moment zetten ze rond de middenlijn heel goed samen druk en kregen wij het moeilijk om te blijven voetballen. Daaraan zie je dat zij een topclub zijn en wij nog altijd maar Westerlo. Het moeilijkste is zelf zulke zaken corrigeren tijdens de wedstrijd, maar met onze ervaring moet dat lukken door bijvoorbeeld de keeper de bal dan verder naar voren te laten trappen en zo voor de tweede bal te gaan en veldoverwicht te creëren. Dat doen zij ook als ze het moeilijk krijgen.”

Een op twaalf haalde Westerlo vóór Anderlecht uit zijn wedstrijden, “maar het is niet dat het niet draait of lukt”, herhaalt ook Mario Verheyen, tegen Anderlecht een rustpunt in de verdediging. “Wij voetballen niet beter of slechter dan in het begin van het seizoen. Maar hoe meer tijd er verstrijkt, hoe minder wij met de top kunnen wedijveren, dat weten wij ook. Alleen kunnen we met onze ervaring de druk die daarbij komt kijken nu wel aan.” Daar heeft de ploeg vooral een solide verdediging voor. “En ’t zijn allemaal Belgen, dat is een voordeel. Je kan links en rechts van je gewoon Nederlands praten, terwijl je vroeger met Engels en Frans zat en je op den duur niet meer wist wat als je geconcentreerd in de wedstrijd zat.”

Met Michal Scasny beschikt de ploeg over een Tsjechische rechtsachter die evenwel weinig aan spelen toekomt aangezien hij vooral verdedigend denkt en opbouwend eerder rudimentair blijkt, terwijl Marc Wagemakers, die nog constanter moet worden, juist op zijn best is als hij met zijn loopvermogen via de flank naar voren kan komen, niet als hij op een beperktere ruimte op het middenveld moet dribbelen om een tegenstander te passeren. Vandaar Herman Helleputtes keuze voor de snelle en dribbelsterkere Jeffrey Ntuka als rechtsmidden en Wagemakers als rechtsachter.

Alleen Samir Beloufa houdt Westerlo in de verdediging verder nog als alternatief over, vermits het Bobsam Elejiko met hartproblemen is kwijtgespeeld. Nadat hij zich vorige week maandagochtend al niet lekker had gevoeld op training, verging het de Nigeriaanse verdediger van Westerlo dinsdag tijdens de namiddagtraining nog slechter : hij viel flauw en bleek na onderzoek een abnormaal vergrote en verdikte hartspier te vertonen. Naar de oorzaak was het vorige week nog gissen, maar gedacht werd aan een virale infectie. Na onderzoeken in Geel en Hasselt zal de Nigeriaanse verdediger deze week in Aalst bijkomend advies inwinnen. Zes weken zal hij moeten rusten omdat de verminderde kracht van de samentrekking van het hart anders aanleiding kan geven tot hartkloppingen.

Maar meer nog dan Elejiko zal Westerlo op het veld Jef Delen missen. De linkerflank moet aan beide wandlieskanalen worden geopereerd en zal zeker vier maanden, zeg maar een seizoen, aan de kant blijven. Zijn uitvallen is een streep door de rekening, daar is iedereen in het Kuipje het over eens. “Hij kon de achterlijn halen en voorzetten”, zegt Mario Verheyen. “Want Jefke kon meer dan alleen maar lopen zoals men vaak beweert. Hij recupereerde ook veel ballen en aan zijn enthousiasme trok je je als elftal op, want ook als hij slecht was, was Jefke goed voor ons. Bovendien klikte het ook met Bernt Evens. Dat automatisme valt nu weg. Evens doet ook graag de lijn en dan moest je nooit roepen naar Jef om die positie over te pakken. Je hoefde daar geen tijd en energie in te steken.”

Blijven lopen

Tegen Anderlecht probeerde Herman Helleputte het met Jaja Coelho als linkerflank en Ntuka op rechts. Eerdere experimenten met Tom Van Imschoot als linkermiddenvelder gaven geen bevredigend resultaat : de voormalige speler van Sint-Truiden is een puike voetballer, maar denkt op de flank toch eerder verdedigend dan aanvallend. Vandaar dat hij met Wim Mennes als verdedigende middenvelder optrad achter de naar voren geschoven Chris Janssens en bij balverlies steun moest geven op de flanken. Met Coelho niet langer in een vrije rol achter de spits, zo rekende Helleputte, zou Westerlo weer meer de achterlijn halen. “Want zijn vrijheid is ook zijn zwakte”, zegt Wim Mennes. “Ik bedoel : als hij te diep terugzakt, staat hij te ver van het doel van de tegenstander en loopt hij ons middenvelders voor de voeten.”

Coelho moet zich met andere woorden tactisch gedisciplineerder leren gedragen en niet overal aanwezig willen zijn, maar zijn kwaliteiten staan voor Westerlo buiten kijf. “Je moet daar eens op letten : hij blijft altijd lopen, het is niet iemand die staat uit te puffen na een actie. Hij doet zijn verdedigend werk en daarmee dwing je natuurlijk ook die vrije rol af.”

Of Feyenoord daar ook zo over denkt, is een andere vraag. De Braziliaan zit gewrongen in een constructie met Feyenoord, Westerlo en een privé-persoon bij zijn club van herkomst. Bovendien gelden voor de Nederlandse topclub strengere normen. “We zijn hem aan het bestuderen,” zegt technisch directeur Mark Wotte, “we kunnen hem per 1 januari naar Feyenoord halen of bij Westerlo laten spelen of verkopen aan een geïnteresseerde club voor een goede prijs. Hij is zeer talentvol in een vrije rol in de spits, heeft rendement en is alweer een stuk sterker dan in zijn eerste zes maanden bij Westerlo, maar waar zijn top zich bevindt, is een vraag die in de toekomst ligt.” l

RAOUL DE GROOTE

‘VIJF VERDEDIGERS DIE BELG ZIJN, DAT IS EEN VOORDEEL.’ MARIO VERHEYEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content