‘Savo Vucevic’, zegt Marcus Faison over zijn huidige coach bij Charleroi, ‘is de complete tegenpool van Niksa Bavcevic.’ En die kent hij dan weer van bij zijn vorige club, Pepinster. Faison analyseert het traject dat naar de play-off-finale leidde.

Vorig jaar speelde Marcus Faison in het shirt van Pepinster. In de finales van de play- offs 2003 neemt de door de krant Le Soir tot Meest Waardevolle Speler van het seizoen verkozen speler het met zijn huidige ploeg Vittel Spirou Charleroi op tegen zijn oude makkers. Hoe is het zover kunnen komen ?

30 september 2002. Opening van de Spiroudôme met een galapartij tegen Pau-Orthez. Tevens de afsluiter van de voorbereidingsronde.

Marcus Faison : “Ik beschouw de nieuwe zaal meer als een mooie bonus. Het is altijd leuker wanneer je voor een groot publiek kan spelen. Vooral in een close game was het een extra motivatie. Ik denk in de eerste plaats aan de Europese duels, die toch iets vaker spannend bleven tot het einde.

“De voorbereiding verliep behoorlijk. We wonnen de supercup en het toernooi van Alfortville, which gave us a big mental boost. Daarna verloren we de galawedstrijd tegen Pau-Orthez in de Spiroudôme. Sommigen vonden dat we voor onze laatste voorbereidingsmatch beter niet tegen zo’n sterk team hadden gespeeld, maar daar ben ik het niet mee eens. Als je de beste wil zijn, moet je tegen de besten spelen.

“Het was makkelijk om me in deze groep te integreren, omdat we over een geweldige team chemistry beschikken. Iedereen wil voor iedereen werken. Onze geweldige zegereeks is daar het gevolg van.”

12 oktober 2002. De eerste belangrijke afspraak van het seizoen in de Mister V Arena van Oostende wordt verloren. De enige nederlaag van Charleroi in de competitie.

Faison : “De spelers bleven er rustig bij ; de technische staf en het management waren iets onrustiger. Maar als je al na één verliespartij zo vroeg in het seizoen panikeert, dan deugt je team niet. We hebben erover nagepraat, maar hebben een ervaren ploeg die weet wat ze moet doen om prijzen te winnen. Misschien was het wel een wake up call.

“Soms moesten we binnen de week twee keer tegen dezelfde ploeg spelen. Als je dan de eerste partij met dertig punten verschil gewonnen hebt, is het wel eens moeilijk om jezelf weer op te laden. Van sommige wedstrijden wisten we op voorhand dat we ze zouden winnen, maar dan nog zijn we profs en kunnen we het ons niet veroorloven om slechts aan 50 procent te spelen. Als je even niet geconcentreerd bent, kan de tegenstander zo weer in de wedstrijd zitten. Af en toe creëer ik voor mezelf een opdracht, dan concentreer ik me bijvoorbeeld op één aspect van het spel. Heb ik veel balverlies geleden, dan ga ik in de volgende match proberen géén balverlies te lijden. Je moet voor jezelf persoonlijke doelen stellen, op die manier hou je jezelf scherp.”

11 februari 2003. De Spirous stoten door naar de achtste finales van de Ulebcup. Daarin wint Charleroi de heenwedstrijd tegen Badalona, maar verliest het de terugwedstrijd, waardoor het uitgeschakeld is in Europa.

Faison : “Ik hoop nog steeds ooit in de Euroliga te kunnen spelen, want op de NBA na is dat de grootste competitie in de wereld. Toch waren de Ulebwedstrijden ook van een goed niveau, je keek ernaar uit. De uitschakeling was jammer : in de heenwedstrijd tegen Badalona vergooiden we een voorsprong van twintig punten en wonnen we uiteindelijk met slechts acht punten verschil. In Spanje verloren we met zestien punten. Ik heb nog steeds het gevoel dat we hen in een best of five zeker hadden geklopt. Maar in feite hebben we de kwalificatie laten liggen in de poulewedstrijd tegen Ricoh Amsterdam. Als we daar onze thuiswedstrijd niet hadden verloren, hadden we de poule als eerste afgesloten en een sterke tegenstander in de volgende ronde vermeden.”

18 april 2003. Marcus Faison wordt verkozen tot Most Valuable Player van het seizoen.

Faison : “Ik werk gewoon keihard en als daar dan een MVP-titel aan vasthangt : des te beter. Bovendien zat ik in een winning team, dat maakt het makkelijker. Ik had op Roel Moors en Andre Riddick getipt. Ik probeer nuttig te zijn voor het team, ik had niet verwacht dat andere mensen dat zouden zien. Mijn grote droom is nog altijd om de NBA te halen en daarvoor moet je – zeker op mijn positie, waar je steevast tegen de beste schutter van de tegenstander staat – goed kunnen verdedigen. Dat heb ik in België geleerd. Gaandeweg tijdens het seizoen merkte je dat de tegenstander zich meer op mij begon te focussen. Ik kreeg geregeld een box-and-one op mij, wat toch betekent dat ze schrik van je hebben. Onze coach ( Savo Vucevic, nvdr) laat me behoorlijk wat vrijheid. Soms gebruikt hij me als spelverdeler, iets waar ik zeer blij om ben, want als ik ooit de NBA wil halen, moet ik op de 1- en de 2-positie kunnen spelen.”

21 april 2003. Charleroi wint de finale van de beker van België in een onderonsje met satellietclub Gilly. Het wordt 68-115.

Faison : “Mijn eerste prijs op het Europese vasteland. In de VS had ik met mijn collegeploeg Siena al wel enkele regionale titels behaald. Het was een bizarre bekercompetitie, omdat we Oostende al in de halve finales ontmoetten. De laatste jaren was iedereen gewend geraakt aan een finale Oostende-Charleroi. Die halve finale werd een ugly game. Wij weten dat we slecht speelden, maar blijkbaar vonden de Oostendenaars dat zij goéd hadden gespeeld, terwijl het een rotprestatie was van beide kanten. Ook de finale was bijzonder, met die voorgift van vijftien punten voor Gilly. Ik snap nog altijd niet hoe een ploeg al op voorhand punten kan krijgen, waar slaat dat nu op ?”

7 mei 2003. Charleroi knikkert landskampioen Oostende uit de play-offs met een droge 2-0.

Faison : “Pas in de laatste wedstrijd, bij hen in de Mister V Arena, zagen we voor het eerst een competitief Oostende. Omdat ze met de rug tegen de muur stonden. Wat er bij hen fout ging ? Their defense was kind of soft. Ik train niet elke dag met hen, maar ik vond ze tijdens de wedstrijd niet als een groep spelen. Het ontbrak Oostende aan de chemistry die ze de jaren voordien wel bezaten. Mijn ploegmaats probeerden me voor die partijen te motiveren door te zeggen dat het een duel tussen de huidige MVP en Ralph Biggs, de vorige MVP, was. Maar ik was al gemotiveerd genoeg, mij maakt dat allemaal niets uit.”

14 mei 2003. De twee finalisten van de play-offs zijn bekend. Faison ontmoet er oude bekende Niksa Bavcevic, coach van het verrassende Pepinster.

Faison : ” Niksa is een heel goede coach, iemand die altijd het maximum eist van zijn spelers. De manier waarop hij dat uit, is misschien wel anders dan de Belgen gewend zijn. Het blijft toch een Joegoslaaf en die hebben een andere mentaliteit. Hij heeft me vooral vooruit geholpen inzake verdediging en shottechniek. Buiten het terrein hadden we weinig contact met elkaar, het is niet dat we samen gezellig gingen dineren ( lacht). De eerste indruk als je hem aan het werk ziet, is : he’s an asshole. Maar geloof me, zijn bedoelingen zijn altijd goed. Nu ik van hem weg ben, zie ik pas wat voor een goede coach hij is. Savo Vucevic, mijn huidige coach, is de complete tegenpool van Bavcevic. Vucevic is meer laid back, hij laat veel vrijheid aan zijn ploeg. Dat past meer in de Belgische stijl. Maar beiden leggen de nadruk in de eerste plaats op defense.

“In de finale had ik veeleer Bergen verwacht, Pepinster is dus wel een verrassing. Aan de andere kant ook weer niet, want je weet dat Bavcevic het maximum uit zijn ploeg haalt. Bovendien beschikken ze met Darius Hall, Kris Sergeant en Axel Hervelle over sterke spelers. Akkoord, ze spelen agressief, soms over het randje, maar ik speel wel graag tegen hen. Nu ja, voor zowat iedereen zijn wij hoe dan ook de favoriet. Dat brengt voor mij geen extra druk mee, ik begin sowieso elke wedstrijd met dezelfde mentaliteit : winnen !”

door Matthias Stockmans

‘De halve finale tegen Oostende was een rotprestatie van beide kanten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content