Het voetbal en de moeilijkheden des levens hebben de huidige trainer van Sporting Charleroi gemaakt tot wie hij nu is. De Kroaat vertelt over zijn carrière en zijn emotionele odyssee. ‘In het ziekenhuis heb ik echte helden aan het werk gezien.’

L uka Peruzovic is een Dalmatiër – Dalmatië is een streek in Kroatië – in hart en nieren. Dat kan je merken aan zijn temperamentvolle karakter en zijn stem die (onbewust) luider begint te klinken wanneer hij zijn overtuigingen verdedigt. De voetballerij loodste Peruzovic de voorbije decennia naar tal van landen en beschavingen. “Ik ben als het ware door drie verschillende culturen gevormd”, steekt Peru van wal. “Ik groeide op in ex-Joegoslavië en in 1980 kwam ik in België terecht. Een compleet andere wereld. Later ontdekte ik dankzij mijn omzwervingen als trainer de Arabische wereld en de rijkdom van hun cultuur. Mijn vele reizen hebben me heel wat culturele bagage opgeleverd. Ik ben een multiculturele coach. Ik ben Kroaat, Belg, Europeaan en wereldburger. Ik spreek Frans, Italiaans, Engels en Kroatisch. Ik pas me overal aan. Alles wat ik interessant vind, wordt al snel een passie. Ik ben opgegroeid in een land waar er meer verschillen dan overeenkomsten waren en dankzij die ervaring voel ik me nu in Charleroi, Tunis, Marseille en Djedda op mijn gemak.”

Na al die jaren lurkt hij nog steeds aan een sigaret en kan hij nog altijd geen twee minuten stil blijven zitten. En net zoals vroeger neemt hij ook nog graag veel hooi op zijn vork. Dat hij met het huidige Charleroi de handen vol heeft, is duidelijk. “Ik ben de uitdaging aangegaan om twee redenen: ik ben het de club verschuldigd en ik had gewoon nood aan een nieuwe opdracht.” Niet voor het geld want Peruzovic ondertekende zelfs geen contract. Hij heeft zijn woord gegeven en dat volstond.

Charleroi is de rode draad doorheen zijn carrière. Zijn springplank als coach, de plaats waar hij vreugde en sportieve successen kende. Maar ook de plaats waar zijn vrouw Katarina gezondheidsproblemen kreeg. “Ik sta elke ochtend om zes uur op”, zegt zij. “Slapen, dat beschouw ik als verloren tijd. Ik wil zo weinig mogelijk van het leven missen.”

Meest stresserende uren

Katarina, een voormalige balletdanseres, volgde haar man in elk nieuw avontuur. Zo kwam het dat ze in het seizoen 1991/92 mee naar België reisde toen Peruzovic het roer van een zwalpend Charleroi overnam van Georges Heylens. Na de passage van Peru waren de Zebra’s tot een stevige middenmoter uitgegroeid. Die wederopstanding verbond Peruzovic voor het leven met Charleroi en (vooral) met de supporters. Na doortochten bij Anderlecht, Genk en Marseille keerde Peru in 1995 terug naar de Zebra’s. Samen maakten ze twee relatief goede seizoenen door – een zevende en een dertiende plaats.

In 1998 kwam Peruzovic – na een succesvolle periode als dépanneur bij Standard – voor de derde keer aan het hoofd van Charleroi te staan. Ditmaal draaide het echter minder goed uit. Mambourg was een kruitvat geworden. Peruzovic was goed bevriend met toenmalig voorzitter Jean-Paul Spaute, maar die werd aangevallen door politieke vijanden. De Carolo’s hadden geld nodig en Spaute kwam met Milan Mandaric op de proppen, maar toch werd hij alsnog aan de kant geschoven. “Elke ochtend kwam ik via de kranten iets nieuws te weten over Spaute”, herinnert Peruzovic zich. “Mandaric kwam overigens snel tot het besef dat er niets mogelijk was in die omstandigheden. Op een dag heb ik een tafel tot tegen het plafond gesmeten. Je hoort het goed: tot tegen het plafond. Tijdens een vergadering met Spaute, Mandaric, Pierre-Yves Hendrickx en Luc Frère vond die laatste het nodig om te zeggen dat ik de ploeg ’te laag’ liet spelen. Wat? Te laag? Wie zegt dat? Luc Frère? Die man die niets van voetbal weet? Ik werd gek …”

De herfst van 1999 liep bijna ten einde toen Charleroi en Aalst elkaar troffen in de beker van België. De geschorste Peruzovic zat in de tribune, zonder te weten dat de komende uren de meest stresserende uit zijn leven zouden worden. Zijn vrouw was er voor een keer niet bij. “Ik zei tegen mijn dochter dat ik me niet goed voelde, ik was misselijk”, herinnert Katarina zich nog.

Tijdens de rust vernam Luka dat zijn vrouw een hartaanval had gekregen en dat ze in onrustwekkende toestand naar het ziekenhuis was overgebracht. Het was het begin van een zware opgave voor het hele gezin. “Ik stond in de badkamer toen ik plots het bewustzijn verloor”, vertelt Katarina. “Mijn dochter was in paniek, maar de deur was op slot dus is er een brandweerman langs het raam naar binnen geklauterd om me met de ambulance naar het Erasmusziekenhuis te brengen.”

“Wanneer je zoiets meemaakt, besef je pas echt hoe goed de medische voorzieningen in België zijn”, legt Peruzovic uit. “Ik denk niet dat ze mijn vrouw in een ander land zo goed en snel hadden kunnen helpen. Op zo’n moment kom je tot het besef dat niets meer waard is dan een goede gezondheid. Geen geld, zelfs geen fortuin en al zeker geen voetbalwedstrijd. Ik hou van mijn job maar wat betekent winst of verlies in het licht van een mensenleven? Niets. Het leven zelf is de grootste overwinning. In het ziekenhuis heb ik echte helden aan het werk gezien. Mensen die elke dag levens redden. Maar daar hoor je in de media natuurlijk niets over.”

Goed- of kwaadaardig?

Katarina kon toen ze ontwaakte uit haar coma meteen weer spreken, maar was wel gedeeltelijk verlamd aan haar benen. Dat betekende het begin van een lange en harde revalidatieperiode. Katarina kon rekenen op de steun van het hele gezin – met haar man in de rol van coach en motivator. Peruzovic ging weg bij Charleroi. Het gezin verhuisde zelfs even naar het Zwarte Woud om die vreselijke speling van het lot samen te verwerken.

“Ik heb meteen gezegd: ik moet en ik zal weer kunnen lopen”, zegt Katarina. “Dat ben ik mijn dierbaren verschuldigd. De dokters hadden voorspeld dat ik een tot twee jaar in een rolstoel zou moeten zitten, maar daar kon geen sprake van zijn. Dat was veel te lang.”

“Na amper 66 dagen kon ze alweer alleen stappen”, komt Peru tussen. “Ze heeft haar eerste stapjes hier in de woonkamer gezet. De dokters geloofden hun ogen niet.” Door de snelle revalidatie van zijn echtgenote kon Peruzovic de draad van zijn trainerscarrière opnieuw opnemen.

Enkele maanden geleden kreeg hij zelf ook met gezondheidsproblemen te kampen. “Ik was op bezoek bij mijn broer in Split en die merkte op dat mijn gezicht een beetje opgezwollen was. Ik onderging vervolgens tal van onderzoeken en uiteindelijk bleek dat ik een tumor in mijn oorspeekselklier had. In tachtig procent van de gevallen is zo’n tumor goedaardig, maar er blijft altijd een kans dat het een kankergezwel is natuurlijk. Tussen de vaststelling dat er een gezwel was en het antwoord op de vraag of het goed- dan wel kwaadaardig was, zaten tien zenuwslopende dagen. Je denkt dan toch: wat als het slecht nieuws blijkt te zijn? Gelukkig was dat niet het geval. Niet veel later kreeg ik drie interessante voorstellen van buitenlands clubs. Ik bleef me evenwel afvragen of dat gezwel me parten zou spelen. Ik heb besloten de raad van mijn dokter op te volgen en heb me laten opereren. Na de operatie ben ik dan in België gebleven.”

Romario & Leboeuf

Het leven van Peruzovic is echter niet alleen regen, maar ook zonneschijn. Zo ging hij in 2000 zijn geluk beproeven bij het Saoedische Al Ahly. Zijn ogen glinsteren nog steeds wanneer hij vertelt over prins Mohamed Al Abdullah Al Faisal Al Saud, kleinzoon van de legendarische koning Faisal. “Ik beleefde daar enkele prachtige jaren die ik nooit zal vergeten. Het was het begin van een nieuw leven voor ons”, vertelt Peruzovic. Met ‘ons’ bedoelt hij: zichzelf en zijn vrouw Katarina. Zij revalideerde in Brussel, maar nam meteen het vliegtuig naar Saoedi-Arabië. Ze vreesde de lange vlucht, maar alles verliep goed. Weer een overwinning voor de terugvechtende Katarina. Ondanks de hechte band met zowel Kroatië als België konden Katarina en Luka heel goed aarden in de Arabische stad Djedda. Katarina houdt van het land waar het klimaat haar revalidatie alleen maar ten goede komt. “De warmte had een gunstige invloed op mijn spierstelsel.”

Zijn successen leidden Peruzovic vervolgens richting Qatar. Bij Al Saad ging het hem voor de wind. Hij kreeg zelfs een Braziliaanse superspits cadeau: de op dat moment 37-jarige Romario. De voormalige topschutter stond wel al een paar kilo te zwaar en dat was er ook aan te zien. In plaats van Al Saad de titel te bezorgen, telde hij zijn club veeleer uit in de titelrace. “Volgens Romario was ik de oorzaak van zijn slechte prestaties. Onzin natuurlijk, het was toen al het seizoen te veel voor hem. Hij kwam te kort tegen de sterke verdedigers die erop gebrand waren om superster Romario in hun achterzak te steken. Zonder hem zouden we waarschijnlijk de Final Four, de beker van Qatar, de beker van de Emir én de titel gewonnen hebben – en dat heb ik hem dan ook gezegd. Hij heeft mij dat een tijdje kwalijk genomen, maar vlak voor zijn terugkeer naar Brazilië heeft hij wel zijn excuses aangeboden. Plots was ik niet langer de oorzaak van zijn mindere prestaties maar lag het aan de slechte staat van het veld. Een voetbalveld kan niet tegenspreken natuurlijk …”

Het daaropvolgende seizoen behaalde Peruzovic met Al Saad alsnog de titel, onder meer dankzij de inbreng van Frank Leboeuf. Dankzij die prestatie kroonde Peruzovic zich tot een van de voetbalkoningen van de oliestaat. Het voetbal was er ook voorgoed van de grond gekomen. Na zijn succesvolle passages bij Al Ahly en Al Saad nam Peruzovic de nationale ploeg van Bahrein onder handen. Met dat team miste hij nipt de kwalificatie voor het WK 2006 na verlies tegen Jamaica in de testwedstrijden. Nadien ging de Kroaat aan de slag in de Verenigde Arabische Emiraten en Tunesië. “Die hele Jasmijnrevolutie voelde je trouwens aankomen”, zegt Peru. “De verschillen tussen rijk en arm zijn daar wel heel groot. Zij die in Tunesië geen toekomst meer zien, vluchten naar Lampedusa. Vreselijk is dat. Er is geen werk en de mensen met een diploma weten niet wat gedaan met hun tijd en hun leven.”

Redder van Marseille

In het seizoen 1992/93 raakte Marseille – dat in datzelfde jaar de Champions League won – in een corruptiezaak verwikkeld. De match ging het over gaat was een competitiewedstrijd van Marseille tegen US Valenciennes-Anzin. Twee seizoenen later werd Marseille gestraft: het werd gedegradeerd naar tweede klasse. Peruzovic kreeg de moeilijke taak om OM terug naar eerste te loodsen. Hij slaagde daar ook in, maar het waren hectische tijden. Temeer omdat de geest van Bernard Tapie nog steeds rondwaarde in het Stade Vélodrome. Het verhaal gaat dat Peruzovic op een dag Tonton Tapie vriendelijk verzocht heeft om de kleedkamer te verlaten. En dat blijkt geen grootspraak te zijn: Tapie had naar verluidt een tactisch plan dat hij aan de spelers wilde voorleggen. Maar als er iets is waar Peruzovic een hekel aan heeft, dan zijn het zulke bemoeienissen wel. Hij is de baas in de kleedkamer en niemand anders. Dat zal Abbas Bayat intussen ook al wel weten.

Wat de toekomst brengt voor Peruzovic, weet niemand. Hij kijkt overigens nooit verder dan de volgende wedstrijd. Al wil hij misschien wel ooit technisch directeur worden van een eersteklasseclub. In België of in het buitenland, daar is hij nog niet uit. De vraag is wel of hij het trainingsveld al zou kunnen missen? Misschien kan hij bij de Zebra’s een project op lange termijn uitbouwen. Wie weet?

DOOR PIERRE BILIC – BEELDEN REPORTERS

“Op een dag heb ik een tafel tot tegen het plafond gesmeten.”

“Ik heb meteen gezegd: ik moet en ik zal weer kunnen lopen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content