Op 4 februari 2022 starten in Peking de Olympische Winterspelen. Een jaar voordien is de controverse errond nu al groot.

Vorige week hadden de Chinese president Xi Jinping en IOC-voorzitter Thomas Bach een telefonisch onderhoud. De eerste had goed nieuws te melden: ondanks de coronapandemie zitten de werkzaamheden van de stadions en andere faciliteiten voor de Winterspelen van Peking 2022 op schema. Mede omdat China het aantal coronabesmettingen onder controle lijkt te hebben: slechts een honderdtal per dag, op een bevolking van 1,4 miljard – althans volgens de officiële cijfers. Toch hebben de Chinezen, in samenwerking met het IOC, al een hele lijst van coronamaatregelen genomen. Niemand die immers kan garanderen dat de pandemie in de winter van 2022 voorbij zal zijn. De test events die déze winter in China gepland waren, plus ook het WK freestyle skiën/snowboarden, werden ook afgelast.

Wat Bach in zijn persverklaring niet belichtte, is de controverse rond onder meer de ‘heropvoedingskampen’ met een miljoen Oeigoeren, een moslimminderheid in de autonome regio Xinjiang, en het neerslaan van de protesten in Hongkong. Mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch hebben die misstanden al aangeklaagd. Het IOC blijft echter doofstom. Het wil en zal zich nooit met politieke kwesties bemoeien.

Toch zal de Oeigoeren-kwestie een thema blijven, met nu al 160 mensenrechterorganisaties en tal van politici die oproepen tot een (gedeeltelijke) boycot. Maar zover zal het, gezien de grote economische belangen met China, allicht niet komen.