Niet buiten zijn gewoonten voetballen, dat raadt Sérgio Conceição hem aan. Een portret van Axel Witsel, de jongste youngster van Standard.

Zijn vader komt uit Fort-de-France, de hoofdstad van Martinique. “Soms vertelt hij daarover : de stranden, de paradijselijke landschappen, de zon. Volgende zomer hoop ik dat allemaal te ontdekken, of anders tijdens de volgende winterstop.” Hij lacht zijn tanden bloot, ze glinsteren als parels. Axel Witsel, sinds enkele weken de nieuwe parel van Standard, is een mulat met blauwe ogen en een speciaal kapsel – een kapper in het centrum van Luik heeft vijftig minuten nodig om het in die vorm te gieten.

Van Martinique naar Luik. Axel : “Mijn vader was acht jaar toen hij in België belandde. En voetbal heeft altijd een belangrijke rol in ons gezinsleven gespeeld.”

Vader Thierry Witsel, zelf een goede bekende in Luikse voetbalmiddens, beaamt : “Sport loopt als een rode draad door ons leven. Ik zeg het dikwijls tegen Axel. Voetbal is een school voor het leven. Je leert in groep werken, gedisciplineerd zijn, vooruitgaan in het leven, het beste van jezelf geven in wat je onderneemt en jezelf ter discussie stellen, want wat je bereikt, heeft geen eeuwige waarde. En het is nog goed voor de gezondheid ook. Wat mijn zoon nu ontdekt in de eerste klasse, heb ik beleefd in de lagere afdelingen. Maar om het even op welk niveau je voetbalt, de normen en waarden zijn overal dezelfde.”

Papa is overal

Thierry vertelt over zijn eigen jeugd : “Ik bracht het eerste deel van mijn jeugd in Martinique door, samen met mijn broers David, Gualbert en Roland. Onze vader hebben we niet echt gekend, hij liet ons in de steek. Mijn moeder leerde dan een Belgische man kennen. Hij deed ons allemaal naar Luik overkomen. Ik kan me de vliegreis nog levendig herinneren. Bij de aankomst in België werd ik onwel. De emoties, de vermoeidheid van de reis, het temperatuurverschil. De vriend van mijn moeder adopteerde ons allemaal. Wij begonnen in Luik aan een nieuw leven. In Fort-de-France had ik trouwens een andere familienaam. Ik heette er Thierry Toussaint. We namen hier de naam van de vriend van mijn moeder over. Ik bewaar hevige, emotionele herinneringen aan die periode. Ik zal vooral nooit vergeten wat mammie Gertrude allemaal voor ons deed. Ze was de moeder van onze stiefvader. Onze beide ouders werkten, grootmoeder stond altijd klaar om ons na schooltijd op te vangen en voor ons te koken. Ik wilde metselaar worden, maar problemen aan mijn rug dwongen me tot een andere beroepskeuze. Ik ben nu praktijkleraar en leraar metseltekenen in de beroepsschool van Froidmont.”

Daarnaast was en is er altijd : voetbal. Het traject van Thierry Witsel slingert zich langs tal van kleine clubs uit de regio. Hij speelde bij EY Luik, US Luik, Espagnola, Beaufays, Borgworm, Amay, Hamoir, Montagnade en momenteel nog altijd bij derdeprovincialer Cité Sport, waar hij dienstdoet als libero. Tien keer werd Witsel senior geselecteerd voor de nationale zaalvoetbalploeg. Geruime tijd verdedigde hij als zaalvoetballer de kleuren van eersteklasseclub ONU, waarmee hij onder meer twee keer de beker van België en de beker van de Benelux pakte.

“Ik ben nog altijd actief als zaalvoetballer”, vertelt Thierry Witsel. “Meer bepaald bij Marseille-Luik, een club uit de derde afdeling. Ik ben daar coach en voor de topwedstrijden vragen ze me altijd om nog eens de schoenen aan te binden.”

Tussendoor traint Thierry Witsel ook nog eens de min-11-jarigen van Standard Luik. Gevolg van zoveel vlijt : geen gram vet aan het lichaam van deze 39-jarige man. Op Sart Tilmant komen al die jongetjes hun trainer beleefd groeten. En ondertussen bekijken ze Axel met onverholen bewondering. Hun nieuwe idool.

Marouane en mezelf

En natuurlijk is Axel Witsel ook de grote trots van zijn vader, van zijn moeder Sylvie en van zijn zusjes Whitney (14 jaar) en Shirel (15 maanden). Zijn eerste ballen trapt hij bij de lokale club van Vottem, de cité waar hij opgroeit. Het talent van Witsel junior springt in het oog, het kan voor hem niet anders dan hogerop gaan. De lift pauzeert bij Wezet (Visé), maar ook die club strookt niet met zijn capaciteiten. In 1999 volgt de logische overstap naar Standard.

“Ik had”, vertelt Axel, “een wedstrijd van Standard gezien tijdens het seizoen 1998/99. Ik keek mijn ogen uit op al die vedetten : Ali Lukunku, Vedran Runje, Ivica Mornar. Maar vooral de sfeer in het stadion vond ik bedwelmend. Ik weet nog dat ik tegen mijn vader zei : ‘Hier is het dat ik later wil voetballen.’ Sclessin is uniek in het Belgische voetbal.”

Axel Witsel doorloopt alle jeugdreeksen van Standard, wordt opgetrommeld voor de nationale jeugdselecties. Zijn talent schittert. Christophe Dessy, de grote manitoe van het jeugdvoetbal bij Standard, ontfermt zich over hem. “Mijn opleiding is nog niet voltooid, ook al zit ik nu bij de eerste ploeg”, beklemtoont Axel Witsel. “Ik moet blijven werken, ik moet mijn grenzen blijven verleggen. Christophe Dessy heeft me goed begeleid, ik ben hem veel verschuldigd. Hij komt van het opleidingscentrum van Nancy en dat zie je aan hem. Onder hem is de jeugdwerking bij Standard grondig gewijzigd. Hij legt de nadruk op de fysiek en op de psychomotorische ontwikkeling. Voortdurend herhaalde hij me dat ik moest werken aan mijn demarrage en aan mijn linkervoet. Daar probeer ik dan ook nog dagelijks mee bezig te zijn.”

Bij de aanvang van het seizoen 2006/07 wordt Axel Witsel samen met Marouane Fellaini, Yanis Papassarantis en Gaël Arend toegevoegd aan de A-kern. De hoogopgeschoten Marouane breekt als eerste door, aangezien het middenveld van de Rouches kracht en gestalte mist. Als ook Axel doorstoot, heeft Fellaini al van Europees voetbal en van de nationale ploeg geproefd. “Op atletisch gebied is Marouane dan ook een beest”, getuigt Witsel. “Bij fysieke testen peuzelt hij iedereen op. Ik speelde met hem samen bij de jeugdteams nadat hij van Charleroi was overgekomen. Met ons beiden zorgden we voor de recuperatie op het middenveld. We voelden elkaar perfect aan. Om beurten probeerden we de neus aan het venster te steken. We vormden gewoon een complementair duo. Intussen heeft Marouane al een flink stuk weg afgelegd. Hij verdient dat : hij leeft voor zijn sport. Ik ben ervan overtuigd dat Yanis en Gaël spoedig zullen aansluiten. Yanis heeft ongelooflijk veel techniek in huis, hij leeft zich graag uit op de linkerflank. En Gaël kende pech. Hij blesseerde zich aan de rug tijdens een van eerste trainingen met de A-ploeg. Daardoor raakte hij geblokkeerd. Standard leende hem uit aan de tweedeklasser Virton. Maar hij hoeft niet te wanhopen, hij bulkt van het talent. De tweede klasse zal hem deugd doen, ze zal hem harden. Onder Turaci heeft ook omzwervingen langs kleine clubs – Wezet en La Louvière – gemaakt alvorens bij Standard helemaal door te breken.”

Duizend keer bevestigen

Axel Witsel zit in het laatste jaar van de middelbare school. Keuzevak : boekhouding, het leverde hem een stage bij Standard op. “Bedrijfsbeleid is een materie die we bestuderen en Standard bood me de mogelijkheid om bij de club stage te lopen. Ik bracht veel tijd in de kantoren van de club door. Ik had er geen flauw benul van dat een voetbalclub zo ingewikkeld om te besturen is. Er is niet alleen de eerste ploeg, er is zoveel meer. Een voetbalclub is een grote onderneming. Hij verschaft niet alleen emoties aan het publiek, maar ook werk aan veel mensen. Het vergt een stevige organisatie om het beleid van zo’n club in goede banen te loodsen. Hoe dan ook wil ik absoluut mijn diploma boekhouden behalen, al is het nu soms gekkenwerk om mijn studie en voetbal te combineren. Maar er kan in het voetbal zo veel gebeuren, van het ene moment op het andere kan je loopbaan gebroken worden. Dus houd je best iets achter de hand. Ik overweeg om volgend jaar hogere studies aan te vatten. Iets met talen bijvoorbeeld, bij voorkeur Nederlands en Engels. Engels wordt wereldwijd gesproken. En als Belg moet je de twee nationale talen spreken.”

De taal van het voetbal beheerst hij al. In mei tekende hij voor opvallende prestaties tijdens het EK voor min-17-jarigen. Real Madrid, Arsenal en Feyenoord raakten gecharmeerd en deden hem vleiende voorstellen. Witsel dweept met Thierry Henry, Zinédine Zidane, Patrick Vieira en Frank Lampard en hij droomt ervan ooit in Engeland te voetballen. Maar alles op zijn tijd. En dus tekende Witsel onlangs een contract dat hem tot 2012 aan Standard koppelt.

Want coach Michel Preud’homme koestert hem. In de eerste helft van het seizoen waren Witsels verschijningen in het eerste elftal nog vluchtig, maar de laatste weken ontpopt hij zich tot gevestigde waarde. Zijn debuut dateert van 17 september 2006, een invalbeurtje in de slotfase. Op 18 maart 2007 maakte hij in Roeselare zijn eerste goal in de eerste klasse. “Je zal me niet zien zweven”, zegt hij. “Al het goede moet bevestigd en opnieuw bevestigd worden, duizend keer.”

De routine rondom

Afhankelijk van de blessures en schorsingen van andere spelers stelt Michel Preud’homme Axel Witsel op als steun van de aanvallers, rechts op het middenveld of vlak voor de verdediging. Die veelzijdigheid bevalt Preud’homme bijzonder.

Die polyvalentie brengt Witsel veeleer in de buurt van Karel Geraerts dan van Siramana Dembélé, een van de oudere ploegmaats die hem onder zijn hoede nemen. Het is duidelijk dat Witsel en Fellaini het centrale duo van het Standardmiddenveld van de toekomst vormen. Zeker als Geraerts straks vertrekt, wat met de dag waarschijnlijker wordt.

Witsel-Fellaini en daarbij dan Steven Defour als toekomstige spelverdeler. De Limburger is zeven maanden ouder dan Fellaini en negen maanden ouder dan Witsel. Kortom, ook nog een youngster. “Maar”, benadrukt Witsel, “Steven heeft, in vergelijking met ons, al een seizoen in de eerste klasse méér in de benen. Dat zie je aan hem. Bovendien werd hij al aan veel meer stresserende toestanden blootgesteld dan wij. Daarom staat hij verder in zijn ontwikkeling.”

Niet dat Alex Witsel moppert. “Ik heb het geluk dat ik goed omringd word. Er is niet alleen Dembélé. Ook Sérgio Conceição spreekt veel op me in. Hij raadt me aan niet buiten mijn gewoonten te voetballen. En voorts heb ik rondom mij ervaring zat met spelers als Ricardo Sá Pinto, Milan Rapaic, Milan Jovanovic, Eric Deflandre, Ali Lukunku. Dat zijn belangrijke mensen voor mij. En voor de sereniteit van de groep.”

DOOR PIERRE BILIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content