33 dagen in Zuid-Afrika, 33 dagen van observaties en registraties in een gespleten en naar een nieuwe identiteit hunkerend land: aflevering 4 van een dagboek.

MAANDAG 28 JUNI

Daar hebben we hem weer, Jacob Zuma, de president van Zuid-Afrika. Trots kondigt hij aan dat de Zuid-Afrikaanse voetbalfederatie 750 miljoen rand gaan overhouden aan het WK, zo’n 77 miljoen euro. Maar wat gaat er met dat geld gebeuren? Geen mens die het weet. En gezien er voor het WK al verhalen waren over machtsmisbruik, houden velen hun hart vast.

Maar, vindt ook Zuma, het enthousiasme moet blijven duren. De grote leider doet geforceerd vrolijk. En hij werkt weer wat aan zijn imago. Eerder had hij alle Zuid-Afrikanen al opgeroepen om zich vier weken netjes te gedragen en vriendelijk te zijn tegen iedereen. Netjes gedragen? Een van de vier vrouwen van Zuma bleek net voor het WK overspelig geweest te zijn met een beveiligingsmedewerker. De media spraken er schande van want dit gedrag past niet bij The Second Lady van het land. Tja, en dat Zuma er zelf vier vrouwen op nahoudt dan? Nee, daar blijkt niemand over te vallen. Vreemd land toch, Zuid-Afrika.

Steeds minder is er van enige WK-koorts te bespeuren. De restaurants op Nelson Mandela Square zijn zo goed als leeg, het geluid van de vuvuzela’s valt er niet meer te horen.

En ’s avonds laat, na Argentinië-Mexico, blijkt dat de uitwassen van het land weer bovendrijven. Op de hoek van een straat in Johannesburg zitten drie daklozen. Ze hebben een vuurtje gestookt en hopen zo de koude nacht door te komen.

Bij een verkeerslicht komt iemand op ons afgestapt. Hij doet met zijn hand teken dat hij honger heeft.

Zuid-Afrika schikt zich weer in zijn ontluisterende realiteit.

DINSDAG 29 JUNI

Paraguay-Japan, wat een antivertoning. Slechte balcontroles, krakkemikkige passes. Maar toch gaan Paraguayaanse journalisten compleet uit de bol als hun land zich na de strafschoppen plaatst. Ze ballen triomfantelijk de vuisten. Dit is de 55e wedstrijd van het toernooi en de met afstand slechtste. Wanneer gaat het WK echt eens losbarsten?

Het is de laatste avond in Pretoria, drie weken lang ons basiskamp tijdens dit WK. Tien, vijftien keer hebben we het traject afgelegd tussen de hoofdstad van Zuid-Afrika en het zo hectische Johannesburg, een stad van woeste wanorde, trillend en rillend, een metropool die je geen ruimte laat om te ademen.

Voor de laatste keer ook iets gaan eten in Drost, een zeer treffelijke keten waar je voor omgerekend vijftien euro een heerlijk menu krijgt. Inclusief de wijn. De dienster blijkt niet erg goed geïnspireerd. “Het is toch goed als ik jullie voorgerecht en hoofdgerecht samen breng”, vraagt ze. Geduld heb je soms nodig. Als je een grappa vraagt als digestief en ze twee dagen later in hetzelfde etablissement zeggen dat ze geen grappa kennen. Zelfs de chef moet er worden bijgehaald om het misverstand op te lossen. Of als je vraagt om twee aparte rekeningen op te maken. Dat blijkt telkens weer een hele opgave.

Maar vriendelijk zijn ze allemaal. Ontwapenend vriendelijk zelfs. Zeker als je toont in hun land geïnteresseerd te zijn. De sporen van het verleden vallen echter niet uit te wissen. Zuid-Afrika is een land waarin de zwarte bevolking 40 jaar lang werd dom gehouden. Dat is voelbaar. Pijnlijk voelbaar.

WOENSDAG 30 JUNI

Op weg naar Kaapstad. Een vlucht van twee uur vanuit Johannesburg. Wat een wereld van verschil. In Kaapstad waait de vakantiesfeer je regelrecht in het gezicht. Er is geen drukte. Op de luchthaven een paar WK-attributen, meer niet.

Maar dan word je toch weer overvallen door een immens gevoel van tristesse. De autorit van de luchthaven naar het centrum van de stad. Links en rechts alleen maar townships. Troosteloos en eindeloos. Er waren nochtans pogingen gedaan om hen aan het zicht te onttrekken, maar dat is amper gelukt. Heel stil word je van de uitzichtloosheid die je links en recht aantreft. En dan plots, een township waarin een indrukwekkend mooi huis is gebouwd. Hoe valt dat te rijmen, hoe kunnen rijke mensen aanvaard worden in een arme buurt? Het blijkt geen probleem te zijn. Tekenen van welstand, zo horen we later, zijn een soort rollenmodel, een signaal naar de kinderen toe dat er wel degelijk een mogelijkheid bestaat om uit de wrangheid te ontsnappen.

Heel even laten we de WK-drukte achter ons. Er zijn toch geen matchen. Een autorit rond Kaapstad, eerst dwars door een maanlandschap, dan langs de kust. Indrukwekkend mooie panorama’s. En dan een middagmaal in het badplaatsje Kleinmond, buiten op het terras, in de Zuid-Afrikaanse winter: een assortiment van vis en een heerlijk gekoeld wit wijntje, de boog moet niet altijd gespannen staan. Heel ver is hier de sfeer van het WK.

DONDERDAG 1 JULI

Robertson is een klein stadje op 140 kilometer van Kaapstad. Het is onze tweede locatie in Zuid-Afrika. Voor enkele dagen. In vertrouwd gezelschap. Luc Uyttenhove was vroeger sportjournalist bij Het Laatste Nieuws en liet vijf jaar geleden met zijn vrouw Hilde, die een verantwoordelijke functie had in de banksector, alles achter om in Zuid-Afrika een guesthouse te openen. Balindery ligt in een rustige straat, tussen de wijnroutes.

Luc zag nog geen enkele wedstrijd in het stadion. Hij heeft een knop omgedraaid en bekeek het WK op televisie. Hij is niet verwonderd dat de Zuid-Afrikanen het allemaal zo goed kunnen organiseren, wel verbaasd dat velen vooraf dachten dat ze daartoe niet in staat zouden zijn. “Vooral de blanken dan”, zegt hij. Zijn buren vertrokken met vakantie naar Spanje de dag dat het WK begon. “Ginder vroegen de mensen dan wat ze daar deden terwijl er in hun land zo’n topevenement werd georganiseerd.” Het kadert in de mentaliteit van dit land. “Zuid-Afrikanen”, zegt Luc, “zijn redelijk negatief ingesteld. Ze denken nogal snel dat ze iets niet kunnen.”

Anderzijds is hij wel gefrappeerd door de rustige manier van leven. “De meeste blanken hebben een huishoudster en een tuinman. Zelfs doen ze niet zo veel in huis. En ze werken ook niet langer dan nodig. Mijn buurman is iemand die een verzekeringskantoor heeft. Hij is iedere avond iets na vijf uur thuis. Wat verderop woont een dokter. Ook hij werkt niet later dan vijf uur. Ze genieten echt van het leven. Toen ik onlangs mijn huis aan het schilderen was, vroegen ze of ik gek geworden was. Daar is toch personeel voor.”

VRIJDAG 2 JULI

Op weg naar Port Elizabeth voor de wedstrijd tussen Nederland en Brazilië. Vanuit Robertson is dat ruim 600 kilometer. ’s Ochtends om zes uur vertrokken. Een prachtige zonsopgang, een rit langs de tuinroute, over glooiende heuvels en langs een blauwe oceaan. Maar af en toe toch weer de onvermijdelijke townships, neergekwakt in een prachtige omgeving, als zichtbare littekens van een verdorven verleden. En ook langs de weg af en toe bouwwerken, waarbij telkens één iemand met een vlag staat te zwaaien. Soms compleet onnodig. Eén enkele keer maakten we mee dat er drie mensen met een vlag zwaaiden, de ene al wat driftiger dan de andere. Telkens op tien meter van elkaar. Weer een werkloze minder. En toch zitten de helft van de mensen zonder job.

Ook in Port Elizabeth zijn er alleen maar contrasten: prachtige buitenwijken en een koude, onpersoonlijke binnenstad. Het is de enige stad van Zuid-Afrika waar de economie niet groeit. Vandaar ook de bouw van een stadion, de Nelson Mandela Bay. In een stad zonder voetbalcultuur. De belangrijkste reden was de wens van de organisatie om het WK geografisch te spreiden, om iedere provincie een graantje te laten meepikken. Zonde vooraf te weten of het effect zou sorteren.

Nederland tegen Brazilië: wat een ontluisterend schouwspel van Oranje in de eerste helft. Slecht voetbal, veel fouten. Waar zijn al die balkunstenaars? En hoe kan het dat het voor de rust superieure Brazilië zich zo van de kook laat brengen na de gelijkmaker? Carlos Dunga ziet de bui hangen. Hij zal na de nederlaag de eer aan zichzelf houden. “En mag vanaf nu vijf jaar niet meer buiten komen”, schampert een Braziliaanse journalist. Meer dan waar ook is voetbal in Brazilië passie. En dan worden nederlagen met bijtend cynisme overgoten.

ZATERDAG 3 JULI

Port Elizabeth-Kaapstad: een rit in de vroege ochtend. Eerst langs donkere wegen, dan nog maar eens een prachtige zonsopgang. Zuid-Afrika toont zich van zijn mooiste kant. 740 kilometer lang. Eén enkele keer een zeer bijzonder beeld: op een grasvlakte naast een gevangenis trappen gedetineerden tegen een bal. Ze zijn voor iedereen te zien.

En dan zeven en een half uur later duikt plots het Green Point Stadion van Kaapstad op. Indrukwekkend. Het moet het mooist gelegen stadion van de wereld zijn. Langs de zee, met de Tafelberg als decor. Maar na het WK wordt een deel van deze arena afgebroken. Voetbal zal er niet meer gespeeld worden. Hooguit rugby, al hebben ze daarvoor in Kaapstad een eigen stadion. En vooral concerten.

In het Green Point Stadion beleeft Diego Maradona een van de zwartste dagen uit zijn carrière. Daar wordt Argentinië vernederd door een geraffineerd en slim Duitsland. Vanaf de bank kijkt de bondscoach toe. Hij kan niet ingrijpen en bijsturen. De Argentijnse journalisten slijpen de messen. En andere persvertegenwoordigers juichen. Iedereen geraakte compleet geïrriteerd door de kortzichtigheid en het gezwets van Maradona die zich naarmate het toernooi vorderde steeds meer God de Vader waande. Nu ligt zijn reputatie aan diggelen. Weg met dat omhooggevallen icoon. Dom is Maradona, oliedom. Om bijvoorbeeld te roepen dat de goal die Spanje tegen Portugal aantekende buitenspel was, terwijl Argentinië eveneens in buitenspel tegen Mexico had gescoord. Niets voor niets was de man die Argentinië in 1986 de laatste wereldtitel schonk nog maar een paar jaar geleden afgegleden naar de onderkant van de maatschappij.

ZONDAG 4 JULI

Kaapstad maakt de balans op. 250.000 mensen bezochten op de dag van Duitsland-Argentinië de stad.

Kaapstad maakt nog een balans op: het misdaadcijfer tijdens het WK is met 90 procent gedaald.

Alle mogelijkheden heeft deze stad aangegrepen om zich aan de buitenwereld goed te verkopen. Was het trouwens niet Kaapstad waar een nieuwe voetbaltempel werd gebouwd omdat het eerder voorziene stadion te dicht tegen een sloppenwijk lag? Dat besmette het WK. Zo vond ook de FIFA. Dus werd er in dat stadion toch geïnvesteerd om er een schitterende trainingslocatie van te maken. Alleen was er slechts één ploeg die daar één enkele keer ging trainen: Portugal. En dan nog achter gesloten deuren.

De mensen uit de sloppenwijken hadden er zich nochtans op verheugd. Als korte vluchtroute uit een sinistere werkelijkheid. Niets in het leven is hen gegund. Alleen maar ellende in een mensonterende omgeving .

door jacques sys

Drie mannen stoken een vuurtje op de hoek van de straat. Ze proberen zo de koude nacht door te komen. Iedereen is blij dat Diego Maradona uit het WK verdwijnt. Zijn dom gezwets begon steeds meer te irriteren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content