We hebben in dit knotsgekke seizoen van alles gehoord uit de mond van de directie en de technische staf van Anderlecht. Verrassende onthullingen, visionaire uitspraken en soms echt om het even wat. Laten we de strafste uitspraken, gedaan op de cruciale momenten, even op een rijtje zetten.

‘Statistisch gezien is het erg moeilijk om drie keer na elkaar kampioen te spelen.’ Roger Vanden Stock, juli 2013

De voorzitter spreekt bij het begin van het seizoen over zijn ambities. Hij herinnert iedereen eraan dat je al moet teruggaan tot de jaren negentig om een club te vinden die drie titels op rij pakte: Anderlecht zelf deed dat in 1993, 1994 en 1995. Roger Vanden Stock: “Nog steeds op basis van de statistieken zou men kunnen zeggen dat we veel meer kans maken om de beker van België te winnen, want het is nu toch al een aantal seizoenen dat we in de bekercompetitie geen succes meer behaalden. Daarom ook maken we daar nu opnieuw een doel van. En in de Champions League zouden we ons graag – als de loting het tenminste toelaat – kwalificeren voor de achtste finales.”

Wat is de conclusie na afloop van het seizoen: Anderlecht haalde een wonderbaarlijke titel binnen, miste zoals bijna elk jaar compleet de afspraak met de beker (uitschakeling in de achtste finales door tweedeklasser Westerlo) en kreeg enkele flinke tikken in de Champions League, waar de ploeg van dit jaar haar plaats niet had. Tegenover het seizoen 2012/13 was er duidelijk een sportieve achteruitgang. Wat de statistieken over opeenvolgende titels betreft: het record in de Belgische eerste klasse werd gevestigd door Anderlecht met vijf op een rij in de jaren zestig (1964-1968).

‘Het was duidelijk dat hier vandaag maar één ploeg mocht winnen. Echt schandalig.’ John van den Brom, december 2013

We dachten niet dat John van den Brom nog eens zo zijn kalmte zou verliezen nadat hij in april van vorig jaar door de directie op de vingers was getikt. Na een verlieswedstrijd tegen Zulte Waregem had de Nederlander toen verklaard: “Die scheidsrechter verneukt de competitie.” Na de nederlaag bij Olympiacos is het toch weer van dat. VDB’s doelwit is deze keer de Duitse referee: “Hij floot alles tegen ons wat hij maar tegen ons kon fluiten. U wilt weten of al de beslissingen van die man verkeerd waren? Ja, dat waren ze. Op sommige momenten vroeg ik me echt af waarom we naar hier gekomen zijn. Het schijnt dat het voor die gozer zijn laatste wedstrijd in de Champions League was. Wel, dan ben ik heel blij voor al die ploegen die hem niet meer als scheidsrechter zullen hebben.” De paars-witte balans van die match in Athene: 3-1 verloren, drie rode kaarten, drie strafschoppen tegen.

‘We hebben getoond dat we het niveau van de Champions League in ons hebben.’ John van den Brom, december 2013

Nog een verbale uitschuiver, bij het einde van de groepsfase die werd afgerond met één punt op achttien, vier doelpunten gemaakt en zeventien geïncasseerd. Slechts drie deelnemers scoorden minder en geen enkele deed het op defensief vlak nog slechter. Maar er is blijkbaar geen vuiltje aan de lucht. Van den Brom laat ook nog weten: “Soms hebben we te weinig gekregen, terwijl het niveau van ons voetbal toch goed was. Ik heb erg leuke dingen gezien die ons in het vervolg van de competitie nog van nut kunnen zijn.” Altijd in voor een grapje, die John. Afgezien van een verdienstelijke match uit bij een slenterend PSG acteerde Anderlecht ondermaats.

‘Ofwel doen we een toptransfer, ofwel helemaal geen.’ Herman Van Holsbeeck, januari 2014

Hoe evolueerde de marktwaarde van de kern gedurende de voorbije negen maanden en wat houdt dat in voor de financiële slagkracht van het bestuur? Er zijn spelers van wie de prijs door het dak gegaan is, zeker in vergelijking met wat ze gekost hebben: Youri Tielemans bijvoorbeeld, of Anthony Vanden Borre, of Andy Najar. Daarnaast kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat niet alle transferuitgaven gerendeerd hebben wanneer je ziet wat sommige spelers gepresteerd hebben. Luka Milivojevic, Aleksandar Mitrovic, Fabrice N’Sakala en David Pollet vertegenwoordigen samen een uitgave van zowat twaalf miljoen euro. Veel te veel in verhouding tot de meerwaarde die ze op het veld brachten. Na een seizoen (laat staan een half) kun je een transfer nog niet definitief beoordelen, maar de voorlopige balans oogt toch niet fraai. Anderlecht wou het neusje van de zalm en Herman Van Holsbeeck verkondigde dat hij in januari ofwel grote namen zou kopen ofwel niemand, maar plan A werd plan B, C, D… De titel verdoezelt veel, bijvoorbeeld twee weinig overtuigende transfercampagnes.

‘We doen het seizoen uit met John van den Brom.’ Herman Van Holsbeeck, februari 2014

Het is nog niet eens lente en Anderlecht heeft zijn achtste competitienederlaag al aangesmeerd gekregen. Uit bij Lokeren was dat, terwijl het de zeventien voorgaande wedstrijden op Daknam nooit verloren had. Dan speelt zich de volgende scène af in de gang die van de kleedkamers naar de receptieruimte loopt. Een kwartier na de wedstrijd komen Herman Van Holsbeeck en Philippe Collin daar aangebeend, de blik op onweer. Niemand durft iets te vragen aan Collin – moet hij nog wel beschouwd worden als iemand die iets te zeggen heeft in de club? In elk geval heeft niemand de indruk dat hij degene is die de galg zal oprichten voor de terechtstelling van John van den Brom. In beperkte kring geeft hij aan dat VDB niet langer meester is van de situatie, maar die woorden hebben weinig gewicht. De media storten zich daarentegen op Van Holsbeeck. De verwachting is dat de Nederlander een van de komende uren ontslagen zal worden. Maar de manager verrast (of net niet) door te stellen: “We doen het seizoen uit met onze coach, het is niet zijn verantwoordelijkheid dat wij besloten hebben om dit kampioenschap met zo’n jonge ploeg te spelen.” Mister John bevestigt: “Iedereen staat achter mij, de staf, de spelers en ook het bestuur.” Dat valt nog maar te bezien. In de staf lijken er niet echt spanningen te zijn, al komen er na de promotie van Besnik Hasi wel opmerkingen over loyauteit. Maar onder de spelers is er al een hele tijd geen eensgezindheid meer over Van den Broms methode en de ludieke trainingen. Ook in het bestuur wordt er al een hele poos over hem gepalaverd. Bij de supporters heeft hij zijn krediet verloren. Een week voor Lokeren werd hij bij de thuiswedstrijd tegen rode lantaarn Mons uitgefloten vanwege zijn keuzes.

‘Ik wil laten zien dat wij alle wedstrijden willen winnen.’ Besnik Hasi, maart 2014

Een van de eerste beslissingen die Besnik Hasi nam toen hij hoofdtrainer werd, was dat hij met twee spitsen ging spelen, iets wat John van den Brom uiterst zelden deed. Soms waren dat Aleksandar Mitrovic en David Pollet, dan weer Mitrovic en Gohi Bi Cyriac en aan het einde van de play-offs speelde Massimo Bruno aan de zijde van de Serviër of de Ivoriaan. De ene keer dat hij daarvan afweek, liep het slecht af: op Standard posteerde hij alleen Pollet in de punt van de aanval, wat hem achteraf aangerekend werd door de analisten: “Komaan man, een beetje lef, zeg! Je stelt alleen David Pollet op, hoe wil je dat zoiets goed gaat? David Pollet is geen Dieumerci Mbokani, he!”

De invalbeurt van Hasi (logischerwijze al omgezet in een contract van twee jaar) zal om nog andere redenen bijblijven dan om het teruggrijpen naar een 4-4-2. Om de positiewissel van Cheikhou Kouyaté bijvoorbeeld, die van de verdediging naar het middenveld verkaste, waar hij een vast duo ging vormen met de weer opgeviste Youri Tielemans. Of om de terugkeer van Bram Nuytinck centraal in de verdediging, of het blinde vertrouwen in Olivier Deschacht, of de systematische keuze voor Andy Najar op de rechterflank ten koste van Massimo Bruno. Hasi liet de ploeg weer swingen. We zagen zo’n wervelend Anderlecht niet meer sinds eind 2012. Maar wanneer realisme geboden was, toonde Hasi ook zijn gezond verstand. Hij wist bijvoorbeeld dat zijn verdediging het zwaar zou krijgen in de play-offmatch in Brugge. De ploeg zette zich schrap en sloeg toe in de laatste minuten. Het was dé beslissende wedstrijd van het seizoen. Gedurende meer dan een jaar hadden we de indruk dat John van den Brom niet meer wist van welk hout pijlen te maken, dat hij zelfs niet wist welke kant hij op wilde. Met Hasi stond er vanaf dag één een vast systeem met de vaste namen die volgens hem het best het spel konden brengen dat hij in gedachten had. Het was een echt type-elftal dat in de laatste tien wedstrijden het verschil heeft gemaakt.

‘Anderlecht staat nog altijd boven dat gekrakeel.’ David Steegen, mei 2014

Naarmate de ontknoping van een kampioenschap naderde, gingen Anderlecht en Standard de voorbije jaren verbaal met elkaar in de clinch via de verschillende media. Er waren ooit de insinuaties van Ariël Jacobs, er was het commentaar van de een of de ander op het onlogische systeem van de play-offs en noem maar op. Nu werd Anderlecht door een supporter bekritiseerd omdat de club niet in beroep ging tegen de schorsing van één wedstrijd voor Mitrovic na zijn uitsluiting in Brugge. Via zijn perschef David Steegen reageerde Anderlecht daar zo op: “We gaan niet in beroep omdat wij Anderlecht zijn. Wij hebben de intentie om boven dat gekrakeel te staan.” Een veeg uit de pan naar Standard, dat sinds het begin van het seizoen bijna systematisch de straffen aanvecht die door het bondsparket worden opgelegd. Op de vooravond van de laatste wedstrijd deed Guy Luzon daar nog een schepje bovenop door zich publiekelijk af te vragen of Lokeren op het veld van paars-wit nog wel voluit zou gaan. Daarin werd hij geheel solidair bijgetreden door Michel Preud’homme. Na de nederlaag van Club in Genk op de voorlaatste speeldag, stelde die zich vragen over de motivatie van de Limburgers op het veld. Een mens zou nog gaan denken dat het niet normaal is wanneer een ploeg die niets meer te winnen of te verliezen heeft haar sportieve plicht tracht te doen.

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN BELGAIMAGE

Met Hasi stond er vanaf dag één een vast systeem met vaste namen. Het was een echt type-elftal dat in de laatste tien wedstrijden het verschil heeft gemaakt.

De titel verdoezelt veel, bijvoorbeeld twee weinig overtuigende transfercampagnes.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content