Vandaag vertrekt Genk op trainingskamp. ‘Dit Genk’, voorspelt trainer Hugo Broos, ‘wordt sterker dan de ploeg van vorig jaar.

K oen Daerden is niet meer bij Genk, maar hij liet na de vrijdagmiddagtraining wél taart en champagne aanrukken voor zijn ex-ploegmaats. Dat typeert Daerden, zegt Broos, met respect in de stem. “We zullen hem missen, maar ik wens hem het beste.” Met het geld dat het voor Daerden ving, versterkte Genk zich flink. Daardoor kon Broos op stage vertrekken met de kern die het seizoen moet vol maken.

Hugo Broos : “Alhoewel. Tegenwoordig kan je dat niet meer zeggen. Vorig jaar beefden we tot eind augustus, bang dat iemand op het einde nog zou weggeplukt worden zonder dat we op de transfermarkt nog konden reageren.”

Waar sta je in vergelijking met de start van de voorbereiding een jaar geleden ?

“Een aantal spelers viel me toen in de voorbereiding tegen, waardoor ik iets anders moest uitproberen dan wat ik in gedachten had.”

Hoe bedoel je ?

“Ik speel graag 4-4-2. Vorig jaar deden we dat nauwelijks, om verschillende redenen waar ik niet op in wil gaan. Het had te maken met de spelers die hier waren. Nu staan we op dat vlak een stuk verder. Vanaf de stage kunnen we werken naar wat ik in mijn hoofd heb.”

Voor de linkerflank wilden jullie Yakovenko, die twee jaar geleden bij Lierse belandde toen Genk hem doorstuurde.

“Tegen alle adviezen van iedereen binnen de club in. Want die waren unaniem positief, van Pierre Denier tot Guy Martens, Ronny Van Geneugden, zelfs Ariël Jacobs. Sportief twijfelde niemand aan zijn kwaliteiten.

“Wij hadden iemand nodig op die flank. Met het vertrek van Koen missen we jongens met karakter en vooral snelheid. Wij moesten bijna combineren tot aan de doellijn opdat Kevin Vandenbergh dan afwerkte. Kevin is geen spits die we diep konden lanceren. Bob Peeters ook niet, Engelaar evenmin. Niemand konden we diep lanceren. Nu brengen Bosnjak en Yakovenko snelheid. Naast snelheid misten we vorig jaar mentaliteit. We hadden niet genoeg Koen Daerdens in de ploeg.”

Jullie hadden zelfs niet één Koen Daerden.

“Drie vierde van de matchen was hij er niet bij. Koen kon door zijn manier van spelen en zijn verbale kracht op en naast het veld een groep meetrekken. Een paar pikten dat op, maar toen de aanjager weg was, nam niemand dat over. We hadden wel een paar spelers die konden coachen, maar niemand die de boel kon doen daveren.”

Waarom wilden jullie Wim De Decker ?

“Wij scoutten vorig jaar altijd Germinal Beerschot omdat die dan onze tegenstander van de volgende week ontmoetten. We waren toch op zoek naar een verdedigende middenvelder. Ik heb altijd een échte verdedigende middenvelder, type Vanderhaeghe in mijn ploeg gewild. Wim is er zo één, iemand die er altijd staat, die de bal vraagt, altijd aanspeelbaar is.”

Vorig jaar roemde je naast Daerden ook Bob Peeters om zijn coaching. Wie gaat dat nu doen ?

“Ik verwacht dat Wouter Vrancken of eventueel Wim De Decker anderen gaan coachen. Ons eerste idee was een middenveld met Koen én Vrancken. Zodra we hoorden dat Club interesse had voor Koen, gingen we voluit voor Vrancken. Zonder de centen die we voor Koen kregen, was dat moeilijker geweest, maar ook dan wilde de club een extra inspanning doen. Wouter is de ideale vervanger voor Koen, omdat hij hetzelfde profiel heeft.”

Wat brengt Da Silva jullie bij ?

“Het is een typische Braziliaan : techniek te koop, passeerbewegingen, maar momenteel mist hij kracht en conditie. Onze manier van trainen was hij helemaal niet gewend, gaf hij toe. Hij zal de volgende weken eerst de trainingen op conditioneel vlak moeten absorberen. Het kan dat we de echte Da Silva pas binnen een maand of twee, drie zien. Tegen Grampus Eight zag je hem aardig voetballen zo lang hij fris zat, maar na een halfuur doofde hij uit als een kaars.”

Moet hij een sterkhouder worden ?

“Vandaag is hij dat nog niet. In eerste instantie zal hij door invalbeurten iets bij moeten brengen. Misschien dwingt hij ons om binnen een maand onze visie te herzien en begint hij toch als titularis. We moeten hem vooral de kans geven om zich onze manier van werken eigen te maken. Maar ik verwacht dat hij zich wel al toont in de loop van de eerste ronde.”

Hoe kregen jullie als niet-Europees voetballende ploeg Ivan Bosnjak te pakken, die toch een paar keer inviel op het WK ?

“Dankzij de slagvaardigheid van Willy Reynders. Die stapte in zijn auto en reed er naartoe. Zo simpel was het. Voor er een bal getrapt was op het WK, hadden we hem al. Wat helpt, is dat hij dezelfde manager heeft als Stanic. Die man is bijna een vriend geworden en hij heeft veel invloed op zijn spelers. Hij heeft Bosnjak overtuigd om eerst naar hier te komen. Genk wordt voor hem een springplank. Ik denk niet dat Bosnjak hier binnen drie jaar nog speelt.”

Is hij een spits die kan functioneren in een 4-4-2 ?

“Ja. Het is geen meevoetballende spits, maar een ambetante aanvaller. Iemand die diep gaat, nooit afgeeft, snelheid heeft en scoort. Hij is complementair met Vandenbergh, Peeters of Stojanovic omdat hij diepte in zijn spel heeft. Geen van de drie spitsen van vorig jaar had dat.”

Vorig jaar presenteerde Genk met Defour en Verdonck talentvolle jeugd. Komen er nog aan ?

“Op dit moment is de vijver wat leeg. Wie nu mee kan, is maar een jaar of zestien, zeventien en te jong om voor Nieuwjaar al in beeld te komen.”

De voorzitter riep dat Jan Moons straks derde keeper wordt.

“Jan moet als keeper van 36 met nog één jaar contract begrijpen dat we met Bailly en Bolat twee jonge talenten hebben die de kans moeten krijgen om te tonen waar ze staan. Het kan dat hij derde keeper wordt, maar dan moeten de jongeren wel bewijzen dat ze beter zijn dan of even goed als hij. Zij moeten dit jaar laten zien wat we aan hen hebben, opdat wij weten wat we straks met Jan moeten doen.”

De voorzitter zei ook dat Kevin Vandenbergh nu maar eens belangrijk moet worden bij Genk. Hoe ga je na zo’n uitspraak als trainer met zo’n jongen aan het werk ?

“Als trainer kan je het niet maken om naar een groep over te brengen dat alles in functie van Kevin gebeurt. Kevin moet ook presteren. Hij kan straks wel profiteren van iemand naast zich die wél diep gaat, maar hij kan zich evenmin permitteren om vijf matchen niet te presteren en toch te blijven staan omdat zijn naam Kevin Vandenbergh is. Sorry, dat gaat me te ver.”

Vorig jaar roerde hij zich wel wanneer hij op de bank verzeilde.

“Alle aanvallers zijn zo. Kevin wist heel goed waarom hij niet speelde. Ik zei al dat ik niet kon spelen zoals ik het graag gewild had. In het systeem dat wél kon, was Bob Peeters beter dan hij. Alleen gaat op zo’n moment de pers een naam doodknuffelen. Dan kan je als trainer een probleem krijgen. Maar dat viel best mee. Kevin ving het niet-spelen redelijk goed op. Of hij garanties kreeg van de voorzitter, weet ik niet. Dat interesseert me ook niet. Toen men me bij Anderlecht voorstelde om Kompany naar het middenveld door te schuiven, zei ik dat ik daar wel zou over beslissen. Dat zal altijd zo blijven waar ik werk.”

Is Genk een makkelijke club om te werken ?

“Dat valt mee. Een makkelijke club, dat was Moeskroen, waar men me liet werken. Daar nam ik de beslissingen waar de voorzitter altijd achter stond. Van alle ploegen waar ik werkte, was alleen Anderlecht moeilijk. Dat heeft vooral te maken met de entourage, de aandacht die men op alle vlakken aan die club besteedt.”

Ben je tevreden met wat je met Genk bereikte ?

“Ik wel. Anderen niet. Maar je moet de zaken realistisch bekijken. Daerden was 20 wedstrijden out, Claessens 26 matchen, Soetaers 14, Chatelle miste de ganse eerste ronde. Zonder die sterkhouders mocht je weinig meer verwachten dan een vijfde plaats. Wel was ons spel bij momenten belabberd, absoluut niet voldoende.”

Heb je een sterkere ploeg dan vorig jaar ?

“Als we kunnen afronden waar we nog mee bezig zijn, denk ik wel dat we een sterkere ploeg hebben.”

Dan moet je beter doen dan een vijfde plaats.

“Dat kan je nooit garanderen. Wel moeten we meer punten halen. Voor Genk is 57 punten niet genoeg. Dat moeten er meer dan 60 zijn.”

Wat vraagt Genk van jou ?

“Een plaats bij de eerste vier. Dat moet elk jaar het doel van Genk zijn.”

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content