Een jaar na het vertrek van Eden Hazard heeft de Ligue 1 misschien al een opvolger gevonden in de persoon van de jonge Belg Yannick Ferreira Carrasco.

Er was eens, nog niet zo lang geleden, een tijd dat Yannick Ferreira Carrasco het wonderkind van het Belgisch voetbal zou worden. Tussen 2002 en 2008, dus nog voor de generatie die op de Spelen in Peking zou spelen, was er niemand die zo’n dribbel had, die een tegenstander in de wind kon zetten en het stadion kon laten opveren. Nu hij nog altijd maar 19 is (binnenkort 20, op 4 september) rijgt hij de knalprestaties aaneen en slaagt hij er zelfs in om het koele Stade Louis II in vuur en vlam te zetten. Zoals tien dagen geleden, toen Montpellier met 4-1 werd ingeblikt. Op zijn linkerflank speelde onze jonge (belofte)international een sprankelende tweede helft, bekroond met een assist. Amper een week eerder maakte hij op het veld van Bordeaux zijn debuut in de Ligue 1. Aan de zijde van Falcao, Abidal, Toulalan, RicardoCarvalho – en dan komen binnenkort ook nog JamesRodríguez en Moutinho terug. Allemaal internationale sterren, maar dat schrikt de Belg niet af. Gedurende de eerste 45 minuten in Bordeaux was hij de beste man op het veld. Frankrijk ontdekte een jong talent uit le plat pays. Nog maar eens.

“Vóór die wedstrijd was hij voor het grote publiek nog een onbekende”, vertelt Régis Testelin, journalist van L’Equipe, die dit jaar in het prinsdom werd gedropt om er op de voet te volgen hoe AS Monaco rivaal PSG het vuur aan de schenen legt. “Op dit ogenblik (vorige vrijdag, nvdr) is hij gewoon de beste speler van Monaco. En ook al verrast het mij niet dat hij in de basis staat, ik ben wel verbluft door het niveau waarop hij voetbalt. Boven op zijn intrinsieke kwaliteiten heeft hij bovendien het voordeel dat hij veel talen spreekt (zijn vader is Portugees, zijn moeder Spaans, hij spreekt ook Nederlands en Frans, nvdr) waardoor hij met alle spelers uit de kern kan communiceren. Moutinho en Rodriguez zullen hem niet uit de ploeg spelen, hij maakte trouwens deel uit van het type-elftal bij het begin van het seizoen.”

Steile ambities

Het sprookje van Ferreira Carrasco is niet gisteren begonnen. Vorig seizoen kreeg hij van Claudio Ranieri op de eerste speeldag al zijn vuurdoop in de Ligue 2. Hij slaagde met vlag en wimpel: een assist en een goal, allebei uit een vrije trap. Beter doen kon nadien amper nog, maar veel scheelde het niet. De jongen uit Evere bleef titularis en werd op het einde van het seizoen door Eurosport zelfs verkozen tot de beste belofte van de Ligue 2.

Net als zijn maatje Layvin Kurzawa, die als linksback net achter hem speelt op de flank, komt Ferreira Carrasco uit het centre de forma- tion van AS Monaco, dat steile ambities toont sinds de komst van de Russische miljardair Dimitry Rybolovlev in december 2011. Op dat ogenblik zit Ferreira Carrasco al een jaar aan de Azurenkust. Hij komt er terecht wanneer Monaco nog in de Ligue 1 zit. Voor eventjes toch, want op 29 mei 2011 zakt de Monegaskische grootheid na 34 seizoenen uit de hoogste afdeling.

Voor de jonge Yannick Ferreira Carrasco vormt de nieuwe omgeving een uitdaging en een risico. De man die achter zijn verhuizing naar het prinsdom zit, is de Waalse journalist Stéphane Pauwels, op dat ogenblik scout voor Monaco. “Ik woonde een match bij van de Belgische U19 tegen Luxemburg”, herinnert hij zich. “Eigenlijk was ik daar om een jonge Luxemburger te scouten, maar de kwaliteiten van de kleine Yannick vielen me direct op. Bij Monaco waren ze ook snel onder de indruk, want na één keer testen boden ze hem al een contract aan.”

Bij Genk, waar hij voor zijn transfer speelde, kreeg de familie Ferreira Carrasco elke maand een onkostenvergoeding van 250 euro, bij Monaco tekende Yannick een profcontract en kreeg hij een appartement. Daar woont hij nu op zijn eentje, ver van zijn moeder, zijn zus en zijn twee broertjes. “Niet zo vanzelfsprekend, want hij was de oudste, de man in huis”, gaat Pauwels verder. “Carmen, zijn mama, kreeg tien retourtickets, ze vloog naar ginder wanneer ze kon.”

Andere planeet

De eerste maanden ontdekt Ferreira Carrasco zijn nieuwe habitat en laaft hij zich aan de pracht en de praal van het belastingparadijs aan de Middellandse Zee. Op sportief vlak loopt het minder goed, hij wordt van de reserven teruggezet naar de U19. Maar daar herpakt hij zich en in 2011 krijgt hij de Coupe Gambardella, de meest prestigieuze Franse trofee voor jongeren uit de U19.

Marco Simone, Italiaans ex-international en coach van Monaco in 2011/12, neemt hem vervolgens op in de A-kern, maar het is pas diens opvolger Claudio Ranieri die YFC echt een kans geeft. Ranieri’s adjunct Jean Petit, al veertig jaar een clubmonument, herinnert zich: “Voor we op stage vertrokken, vroeg Claudio mij welke jongeren er klaar waren voor de A-kern. Ik heb hem meteen Yannick en Layvin aangewezen. Toen Pauwels hier met Yannick kwam aanzetten, zag ik direct wat een potentieel die jongen had. Hij is snel en hij heeft een indrukwekkende ’techniek in beweging’. Bovendien heeft hij een onstuitbare drang naar voren. Als hij een tegenstander voorbijgaat, is dat niet gewoon om te dribbelen, maar om een kans te creëren.”

Met zijn 66 kilo voor 1,80 meter kan YFC niet veel gewicht in de schaal werpen tegen sommige ‘beren’ uit de Franse competitie. “Hij is inderdaad frêle,” zegt Petit, “maar hij is niet bang om in duel te gaan of zijn voet te zetten en hij is zelden geblesseerd.”

Met zijn zelfverzekerde tred en zijn opgeheven hoofd geeft YFC de indruk van een zekere arrogantie. “Dat is vaak zo met spelers die zich bewust zijn van hun eigen kunnen”, legt Petit uit. “Dat kun je ook zeggen van Eden Hazard. Het spel, het parcours en de familiale entourage van Yannick doen me trouwens aan die van Eden denken. Hij zegt me ook voortdurend dat zijn broertje nog beter is. (lacht) Dat hij hem dan maar gauw naar hier haalt!”

Als nieuw Belgisch goudklompje in de Franse Ligue 1 is de vergelijking met de nummer 17 van Chelsea onvermijdelijk. Zelf wuift YFC dat weg. “Eden is van een andere planeet”, vertelde hij aan L’Equipe. In elk geval heeft hij zich een naam gemaakt en de scouts van Marc Wilmots volgen hem van nabij. Als jonge Rode Duivel (sinds maart) is hij nu al een sleutelspeler in de kern van Johan Walem. “In juni, op het toernooi van Toulon, heb ik eens een goed gesprek met hem gehad,” zegt Walem, “want hij zat toen maar aan vijftig procent van zijn mogelijkheden. Nu merk ik een mooie progressie bij hem.” Wilmots’ keuze van de 23 voor Rio wordt een heikele zaak, ook YFC hoopt er immers bij te zijn.

DOOR THOMAS BRICMONT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Als Yannick een tegenstander voorbijgaat, is dat niet gewoon om te dribbelen, maar om een kans te creëren.” T2 Jean Petit

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content