Wilfried Meert verwacht dat de sterren van het WK atletiek vrijdag uitgerust aan de start van de Memorial komen. De organisator blikt vooruit.

Twintigduizend inkomtickets lieten de organisatoren (een handjevol atletiekverslaggevers) in 1977 in een overmoedige bui drukken voor de allereerste Memorial. Het bleek niet genoeg : ruim veertigduizend kijkers schoven voor die eerste editie op de Heizel aan. Een zalige chaos, zo omschreef de programmabrochure van de 25ste verjaardag achteraf die eerste meeting. Honderdduizend Belgische frank (2.500 euro) kostte de organisatie, in allerijl bijeengescharreld bij wat sponsors.

Vrijdag vindt de 31ste editie plaats. Nooit eerder gebeurde dat zo laat op het jaar. Toch heeft Meert nooit overwogen om zijn evenement eerder op het jaar op de kalender te krijgen, in juni of juli. Wilfried Meert : “Ik ben liever ongewoon laat met frisse atleten dan vroeg met kanjers die vermoeid zijn. We proberen altijd de laatste vrijdag van augustus te programmeren, maar als er een WK of OS doorgaan in die periode, schuiven we op naar achter. Dit was bovendien zo’n slechte zomer dat ik op veel vrijdagen in juli en augustus blij was dat wij die dag niet aan organiseren toe waren. Ik verkies frisser maar droog weer boven warmer maar natter. De publieke opkomst bewijst ook dat we goed zitten. Belgen zijn eind augustus net terug van vakantie. Tien jaar na mekaar zijn we nu uitverkocht. Er zijn geen twee grote meetings die dat kunnen zeggen.”

Vrijdag was je in Zürich. Wat frappeerde je daar, en wat moet of moest je nog bijsturen voor de Memorial ?

Wilfried Meert : “Weinig. Ik had goed ingeschat dat de eerste meeting na het WK voor veel atleten te vroeg komt. Zürich leed onder Osaka. De stelregel is : één dag recuperatie per uur tijdsverschil. Het tijdsverschil met Osaka bedraagt zeven uur, dus kwam de meeting voor veel atleten drie dagen te vroeg. Bovendien was het in Japan bloedheet en in Zürich twaalf graden. Dan incasseert zelfs een goed getraind lichaam veel. Je zag ook dat de grote kanonnen er niet waren, of ondermaats presteerden. Alleen polsstokspringster Yelena Isinbayeva toonde zich. Asafa Powell (die zondag in Rieti het wereldrecord op de 100 meter scherper stelde, en op 9″74 bracht nvdr) was er niet, Tyson Gay liep alleen de aflossing. Kenenisa Bekele keerde van Osaka meteen terug naar Ethiopië. Vrijdag zullen ze allemaal wél uitgerust zijn.”

“Ze hebben alleen de premies voor de eerste twee in elk nummer flink opgetrokken, waarschijnlijk om de atleten die moe zijn van het WK toch te motiveren om voluit te gaan. Maar voor een vermoeid lichaam is geld geen extra motivatie. Wat die hazen betreft, heeft de organisator toch atleten extra betaald om op sommige nummers flink op kop te lopen. Op dit soort meetings verwachten de toeschouwers geen tactische spelletjes, wel dat de beste atleten zo snel mogelijk lopen. Ik ga het voorbeeld van Zürich niet volgen. Ook omdat een aantal atleten me vrijdagnacht kwam vragen om toch met hazen te werken, want zij willen in Brussel snelle races lopen.”

De Belgen

Waar kijk jij vrijdag het meest naar uit ?

“Ik kijk uit naar de 100 meter waar een flink gemotiveerde Asafa Powell aan de start zal komen. Dat is de snelste man ter wereld, maar in Osaka begaf hij opnieuw onder de druk. Tyson Gay was in Zürich onvoldoende hersteld van het WK, maar gaat bij ons een goeie 200 meter lopen. Bekele is in Brussel een goeie klant, die komt niet naar de 10.000 meter om te wandelen. We organiseren ook een ongewoon nummer : de twee mijl bij de vrouwen, de ‘Imperial Distance’ in het Britse Gemenebest en daarom een beetje onbekend bij ons. Meseret Defar, die het wereldrecord heeft op de 5000 meter, gaat daar proberen een wereldrecord te vestigen. Defar ziet die twee mijl zitten, ze zal knallen. Ik kijk ook uit naar het onthaal voor Kim Gevaert. Dat wordt een emotioneel moment.”

Kim verraste op de 100 meter, terwijl vooraf velen benadrukten dat ze werk had moeten maken van de 400 meter. Jij bent haar manager. Wat is jouw mening ?

“Dezelfde als vroeger : Kim moet kiezen waar ze zich goed bij voelt. Wat mij altijd frappeerde, is dat ze in de zaal al drie keer Europees kampioen werd op de zestig meter. Als je in zaal wereldtop bent op de 60 meter, waarom zou je dan buiten niet op de 100 meter meekunnen met de wereldtop ? Ik vond het abnormaal dat ze goed liep op de 60 meter indoor en buiten op de 200 meter, maar niet op de 100 meter. Ik denk dat Kim te lang heeft opgekeken naar de Afrikaanse en zwarte Amerikaanse sprintsters. Dat overdreven respect is weg eenmaal je zelf iets gepresteerd hebt op die afstand. De manier waarop Rudi Diels haar carrière in goede banen leidt, verdient veel bewondering. Kim is elk jaar beter geworden. Haar hart en ziel zijn bij de 100 en 200 meter. Ze heeft als experiment eens in interclub de 400 meter geprobeerd en gewonnen, maar het is niet omdat dat op Belgisch niveau meteen lukte, dat je kans hebt om door te schuiven naar de wereldtop. Al haar oefeningen en trainingsmethodes zijn nu afgestemd op de 100 en 200 meter. Moet ze dat allemaal overboord gooien, iets helemaal nieuws beginnen zonder garantie op succes ? Men heeft aan Carl Lewis toch ook nooit gevraagd om zich te specialiseren op de 400 meter ?”

Zo slecht als het rapport van de Belgen op het WK twee jaar geleden was, zo goed is het nu, met zeven atleten die zich plaatsten voor de Spelen. Heeft dat een invloed op het aantal Belgen die een kans krijgen op de Memorial ?

“Nee. Het Belgische rapport is goed, de medaille op de 4×100 meter was schitterend, een aantal jonge atleten overleefde de eerste ronde, maar we moeten realistisch blijven : uiteindelijk speelden we met het oog op medailles amper een rol van betekenis. Vrijdag krijg je zeventien of achttien Olympische finales na mekaar. Hoeveel Belgen haalden op het WK de finale ?

“Nu, we hebben altijd Belgen ingepast om ze de stiel te leren en dat doen we nu ook weer. Zo zien ze waar ze internationaal staan, en helpen we ze om een stuk stress weg te nemen. Tien jaar geleden was Kim ook bloednerveus toen ze op haar eerste grote meeting tegen Amerikanen en Jamaicanen stond die top waren, maar dat is ze nu niet meer. Eenmaal de stress weg is, loop je sneller.”

Welke Belgen hebben je op het WK aangenaam verrast ?

Nathalie De Vos liep vijf kilometer op kop. Heel sterk was dat, maar de 10.000 meter voor vrouwen staat bij ons niet op het programma. Eline Berings bewees dat ze niet voor niets Europees juniorkampioene werd. Adrien Deghelt heeft talent op de 110 meter horden. Zo’n jongen arriveert moe in Osaka, maar is niet gewoon blij dat hij eens mag meedoen met de groten. Zulke jonge Belgen sneuvelen niet meer roemloos in de reeksen.”

Magie

Momenteel staat de Memorialteller op elf wereldrecords. Hoe belangrijk zijn records voor een meeting ?

“De lat ligt inmiddels zo hoog dat een wereldrecord steeds moeilijker wordt. Dat komt door de doping uit het verleden, en omdat atleten steeds scherper presteren. Er zijn grenzen aan het menselijke lichaam. Elk jaar vallen er daarom minder records. Omdat het uitzonderlijk wordt, wordt zo’n record nog meer waard. Die beelden gaan de wereld rond. De laatste jaren hadden we veel geluk met die records. Op den duur creëer je als meeting zelf een soort magie, waardoor atleten die voelen dat er een record in zit, denken : ‘Laat ik het maar in Brussel proberen.’ Maar ook als er dit jaar geen wereldrecord sneuvelt, zullen de beste atleten én het publiek volgend jaar komen.”

Zijn je persoonlijke topmomenten van de voorbije dertig jaar wereldrecords ?

“Niet alleen records, ook momenten. Natuurlijk grijpt een wereldrecord je naar de keel, als organisator én als toeschouwer. Zo’n record is niet alledaags. Je ziet een mens iets doen wat nog niemand voor hem of haar heeft gedaan. Wie dat heeft meegemaakt, trilt nog na in de auto op weg naar huis, vertelt dat ’s anderdaags aan familie en vrienden. Dat zijn altijd emotionele momenten. In die zin koester ik het allereerste record, van Sebastian Coe. Maar zo’n emotioneel moment was ook toen op de allereerste Memorial John Walker de medaille aan de vader van Ivo Van Damme overhandigde, of toen vorig jaar Kim Gevaert en Tia Hellebaut na het EK in een open wagen rondgevoerd werden en een staande ovatie kregen.

“Emotioneel zijn ook de dingen die in alle stilte voorbereid worden en slagen. Vorig jaar kreeg ik een brief dat het precies vijftig jaar geleden was dat de Belgische mannen in de 4×800 meter hun record vestigden in Brussel, in het Drie Lindenstadion in Bosvoorde. Toen ben ik bij de Keniaanse atleten gaan pleiten om uitzonderlijk een 4×800 meter te lopen, terwijl zij doorgaans voor individuele nummers kiezen. Ze wilden dat doen, en haalden meteen het wereldrecord omlaag. Dat was fantastisch. Ook 1997 was wonderbaarlijk, toen Haile Gebreselassie zich te moe voelde om de 10.000 meter te lopen. Speciaal voor hem organiseerden we een 3000 meter, waar hij een beste wereldjaartijd neerzette. Maar wat ziet hij vervolgens vanuit de tribune ? Dat eerst Daniel Komen een wereldrecord loopt op de 5000 meter en even later Paul Tergat op de 10.000 meter. Zijn nummers ! Dat zijn magische momenten.”

Nieuw stadion

Maak je je zorgen om de toekomst van de Memorial ? Anderlecht praat met de stad Brussel over een nieuw stadion. Een van de mogelijkheden is een renovatie van het Koning Boudewijnstadion, maar Anderlecht wil geen atletiekpiste. Zaten jullie al samen aan tafel ?

“Nee. Anderlecht praat apart met de stad, wij ook, maar met de drie partijen zaten we nog niet samen. Ik denk niet dat het gewest Brussel zal toelaten dat er een situatie ontstaat waarbij de Memorial niet meer kan doorgaan. Uitwijken kan niet : al tien jaar halen wij 47.000 toeschouwers. Wat kunnen wij gaan doen in een stadionnetje met 12.000 plaatsen ? Met alle respect : wie heeft de laatste jaren het Koning Boudewijnstadion vol laten lopen ? Niet het voetbal, maar de Memorial.”

Welke oplossing zie jij ?

“Brussel denkt na over twee nieuwe stadions in Schaarbeek, op het terrein van de NMBS : één voor het voetbal en een multifunctioneel. Waarom doet men niet wat men in Frankrijk in Parijs tien jaar geleden deed, met het Stade de France ? Daar is het onderste gedeelte van de tribunes uitschuifbaar. Dat kost misschien veel geld, maar een pak minder dan twee nieuwe stadions bouwen.” S

Door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content