Onder de zoden geschopt en pijn, zonder perspectief, of bal op de paal, toch nog gewonnen en dolle euforie. Geen wisselvalliger bestaan dan dat van een voetballer, maar gelukkig is moeder er nog. Vijf fiere glinsteringen in de ogen en een vleugje weemoed.

Agnes De Bondt & Peter Van der Heyden

Agnes De Bondt : “Zelfs terwijl ik in verwachting was, voelde ik het al. Ik lach daar soms nog mee : een verschrikkelijke stamper was het (lacht). Een hevig bazeke, een deugniet, maar een brave deugniet. Hij zal het nooit afleren (grijnst). Je moest altijd tien ogen hebben om hem in de gaten te houden.

“Hij was tien, elf jaar toen ze hem gescout hadden en hier thuis kwamen vragen of hij mocht komen trainen bij Anderlecht. Maar Peter weende. Er was maar één vraag die hij stelde : mama, moet ik dan Frans spreken(lachje) ? Toen had ik er echt compassie mee, dus hebben we gezegd : blijf maar hier, jongen. Ik kreeg het niet over mijn hart om hem naar ginder te sturen.

“Eigenlijk was hij in zijn jonge jaren ook helemaal niet zo zelfstandig ; dat is er pas gekomen toen hij is beginnen te voetballen. Maar dan is het ook wel enórm veranderd (lacht). Hij is dan echt opengebloeid, vuriger en vuriger geworden in die sport, hoewel ik dat voetballen nooit heb aangemoedigd. Maar blijkbaar zat het er altijd al in.

“De gewone vakken op school dat ging, maar voor de sportvakken was hij echt heel gedreven. Hij kon zó gefixeerd zijn als er iets op tv was… Hij had nog nooit geskied, maar voor we in de Ardennen gingen langlaufen, zat hij op tv te bestuderen hoe ze dat deden met die stokken onder hun armen. ’t Was daarna precies of hij had het al ik-weet-niet-hoeveel jaren gedaan. Ook bij tennis kon hij zo gefixeerd zijn op die beelden. Ik begrijp het soms nog niet.

“Als hij het veld op komt, zie ik wel vrij snel of het hem goed gaat lukken of minder. Raar, maar hij heeft zo ergens de neiging om altijd met zijn handen aan zijn neus te komen en soms weet je dan dat hij er echt voor gaat. Misschien is het maar een gedacht, maar dat komt gewoonlijk wel nogal uit.

“Eén wedstrijd is me altijd goed bijgebleven : toen ze van derde naar tweede klasse gegaan zijn met Denderleeuw. Die herinnering blijft speciaal omdat ze die wedstrijd nogal gevierd hebben : wat gedronken, twee, drie keer opnieuw onder de douche gegaan en gewoonlijk is Peter dan de laatste, dus we stonden te wachten, er was al niet veel volk meer en toen we hem met alleen een handdoek rond zijn middel tegen de draad zagen staan, keek hij zo wazig van : ah, da’s mijn ma daar(grijnst).

“Van mezelf zie ik bij momenten wel het impulsieve in hem terug. Bij mij is dat nu wel wat afgezwakt, maar Peter is soms nog heel impulsief. De ene minuut gaat hij dit of dat doen en even later zijn zijn plannen al helemaal omgegooid (lacht). Soms ook moest hij vroeger ergens zijn, maar dan waren er twee plaatsen die zo heetten en zaten we verkeerd. Of hij moest in Berchem voetballen en we stonden daar een week te vroeg. Of hij zat op een toernooi in Nederland zonder zijn shoes, waardoor ik nog rap naar huis terug moest keren om ze te halen. Die mensen van Lokeren, waar hij toen speelde, zeiden op den duur wel twee of drie keer : Peter, heb je het gehoord waar en wanneer je moet zijn(lacht) ?

“Peter en ik, wij hebben een hele goeie band. In moeilijke periodes hebben we heel veel aan elkaar. Als hij ergens een knoop moet doorhakken, zal hij al sneller eens vragen : ma, moeder of madre û hangt ervan af hoe zijn stemming is (lacht) û wat moet ik doen ? Het hangt er ook van af in wát. Want hij is meer een twijfelaar in dingen die hij zelf niet zo belangrijk vindt. Op professioneel gebied zal hij nooit twijfelen. Eigenaardig, maar daar heeft hij een heel duidelijk beeld voor ogen. Dan mag je zeggen wat je wil, hij doet op dat gebied toch zijn eigen zin.”

Adolorata Brancia & Walter Baseggio

Adolorata Brancia : “Zelf kan ik niet lezen û vroeger moést je niet naar school en ik heb altijd gewerkt û dus als er kritiek op Walter in de kranten staat, verzwijgen ze die soms voor mij, omdat ze weten dat mij dat pijn doet en ik me daar dan in opjaag.

“Zijn vader heeft dat niet zo, maar mijn familie komt uit de buurt van Napels en als wij ons opwinden, dan… winden we ons óp, hé (lacht). Het voordeel is dat daarna ook alles even snel vergeten is. Maar eigenlijk is Walter zelf heel kalm. En altijd opgewekt. Maar hij houdt nogal dikwijls dingen voor zich omdat hij bang is anderen te kwetsen. Ik ben wat dat betreft net dezelfde. Hij zegt, net als ik, altijd ja, om anderen een plezier te doen. Daarna zit je al eens geblokkeerd, natuurlijk.

“Als kind is hij op zijn dertiende eens aan zijn oren geopereerd door een slecht verzorgde ontsteking. Maar hij wou zelfs in het ziekenhuis voetballen. Ik heb hem een bal gebracht. Hij is zelfs met een hoofddoek om een wedstrijd gaan spelen. De dokter zei : allez, ik zal je laten gaan, maar je moet beloven dat je niet zal koppen. Hij kon niet zonder bal. Hij kwam om halfvier thuis van school en zijn tas stond klaar om meteen te vertrekken voor het voetballen, tot ’s avonds. Op school was hij de eerste van de klas. Zelfs de leraren begrepen niet hoe het mogelijk was. Dat hadden ze nog nooit gezien. Straffer nog : ik heb hem zelfs nooit zien studeren. Toch had hij altijd goeie rapporten.

“Hij houdt ook van lekker eten, pasta, alles wat in de ijskast stond… en hij heeft een moeder die hem dat graag gaf, natuurlijk (grijnst). Op een bepaald moment moest ik daarmee stoppen, hé. Dat was wel even moeilijk voor hem. Ik kreeg van Anderlecht een lijst met het dieet dat hij moest volgen : 50 gram pasta of rijst, gegrilde kip… Voordien hield hij nochtans heel erg van frieten. Dat was zijn passie, hé (lacht). Ik had zelfs aan de frituuruitbater hier in het dorp gezegd dat hij er hem geen mocht geven. Maar op de duur vroeg hij aan zijn vriendjes om er voor hem om te gaan. Zo liet hij ook zijn haren voor niks knippen : hij ging bij de kapper binnen en zei dat het zijn verjaardag was. Achteraf was hij wel zo eerlijk te zeggen dat hij gelogen had, maar ondertussen lieten ze het zo en was zijn haar toch voor niks geknipt (lacht).

“Zelf was ik vroeger ook dikker, maar ik ben dertig kilo afgevallen omdat ik kanker heb gehad. Op het moment dat Walter op huwelijksreis vertrok, vertrok ik naar het ziekenhuis. Daar heeft hij het zwaar mee gehad. Een shock was het. Voor iedereen hier. Het zat tussen mijn keel en de hersenen en ze konden het niet opereren. Door de bestraling en pillen ben ik ondertussen genezen, maar ik moet nog altijd elke drie maanden op controle, want ze vonden daarna ook iets op de longen, mijn borsten en de lever. Maar zolang er niks verandert, blijven ze eraf. Walter heeft zelf de specialist gebeld en belde vanop huwelijksreis wel drie keer per dag om te vragen hoe het ging. Maar ik zei : ik sla mij er wel door, jij moet gelukkig zijn. Zijn mooiste dag wou ik niet verpesten. Ik heb nooit gewild dat mijn kinderen afzagen in mijn plaats.

“Walter is net als mijn andere twee kinderen gevoelig, maar hij zal het niet laten blijken. Hij is wat gesloten, zoals zijn vader. Maar in familiekring, c’est la fiesta. Hij heeft altijd een lach op zijn gezicht. Vriendelijk is hij altijd geweest. Ook nu nog. Als hij mensen tegenkomt die hem kennen, stapt hij uit de wagen om goeiendag te zeggen. Het is een jongen die iedereen een plezier wil doen. Un garçon pour faire plaisir á tout le monde. We hebben hem altijd gezegd : hoe eenvoudiger je blijft, hoe beter het is. Zelfs als hij heel goed gespeeld heeft, zeggen we toch nog : dit of dat is niet gelukt, hé, Walter. We zeggen nooit : je hebt het goed gedaan. Maar hij is ons nog altijd heel dankbaar. Dit huis bijvoorbeeld heeft hij een paar jaar geleden voor ons gekocht. En soms weet ik dat hij scoort voor mij. Hij toont het niet, maar ik weet het. Een moeder weet wat het kleinste gebaar wil zeggen, hé.”

Miranda Dal Maso & Jonathan Walasiak

Miranda Dal Maso : ” Jonathan is heel jong naar Standard vertrokken, dus hij heeft het snel geleerd om zelfstandig te zijn. Op zijn veertiende hebben we hem op internaat moeten steken. De eerste keer dat hij daarnaar vertrok, heeft mij dat toch wel iets gedaan. Het was zijn keuze, dus we konden dat niet afremmen, maar hem zo klaar zien staan met zijn tas en zijn spullen, dat deed toch pijn. Amper veertien jaar en alleen naar Luik om daar naar school te gaan… Plus dat het daar toch kouder is ook. Maar hij heeft gelukkig een goeie gezondheid en hij heeft zich goed uit de slag getrokken. Veel mensen uit de entourage ginder hebben mij al gezegd dat er niet veel jongeren gekund zouden hebben wat hij gedaan heeft.

“Soms weet ik dat hij in staat is beter te doen. In sommige wedstrijden zou je willen dat hij wat agressiever was. Dat weet hij ook. Maar je wil natuurlijk als ouder altijd een beetje meer, hé. Het is meer mijn man die tegen hem opmerkingen maakt over zijn wedstrijden of raad geeft. Maar als hij goed heeft gespeeld, zullen we het ook zeggen, zonder hem al te veel bloemen toe te gooien (lachje). Hij is er, ondanks alles, nog niet, hé. Hij is altijd dezelfde gebleven : heel eenvoudig. Men zegt zelfs altijd dat hij verlegen is, maar je ziet, in interviews op tv, dat hij al wat meer op zijn gemak is.

“De moeder van mijn man was Engelse, zijn vader Pool ; mijn vader was Italiaan, mijn moeder Vlaamse. Je ziet, er zit wat van alles tussen, hé (lacht). En Polen zijn misschien koppig, ze zijn in ieder geval sterk ook. Jaja, Jonathan is toch wel een beetje koppig, wat dat betreft lijkt hij wat op zijn vader (lacht). Niet dat ze daardoor niet overeen zouden komen, au contraire. Mijn man zou soms graag wat meer praten met hem als er een probleem opduikt, want aan de telefoon is dat niet altijd gemakkelijk en na een wedstrijd rest er meestal niet zoveel tijd. We bellen hem assez souvent, want soms is het ook niet evident om daar alleen in Luik te zitten.

“Ik zou soms graag ginder bij hem zijn, maar gezien zijn karakter zou hij dat niet willen (lacht). Hij is onafhankelijk, hij wil het graag alleen beredderen. Zelfs als hij hier naar school ging, wou hij alleen gaan. Vandaar dat hij zo zelfstandig kan zijn. Het is geen klager. Hij houdt er niet van qu’on soit trop derrière lui. Je hebt des mamans en poule en daar houdt hij niet van, dus ik laat hem. Ik weet wanneer ik er moet staan.

“We gaan naar elke wedstrijd kijken, maar in het begin was dat quand même un peu crispant. Je hart klopt toch en je wordt een beetje emotioneel als je hem ziet opwarmen (lacht). Surtout bij Standard, want het is toch niet evident om daar te spelen. Nu gaat het, maar naar een wedstrijd op tv kijken is toch nog altijd lastig. Ik ben veel nerveuzer thuis. Toen hij zijn eerste goal maakte, tegen Genk, ça nous a fait chaud au coeur. Toen hebben we voor tv toch de tranen in de ogen gekregen.

“Ik ben fier dat hij uit zichzelf al zover geraakt is. Alleen, heb ik hem gezegd, zou hij soms wat meer moeten lachen. Hij kijkt op foto’s altijd zo ernstig. Maar kijk hier (haalt de foto van dit seizoen boven) : hij lacht. Je ziet, ik mag niet klagen, hé (grijnst).”

Marie-Jeanne Tshilemba & Gaby Mudingayi

Marie-Jeanne Tshilemba : ” (Stilte.)Gaby is pas in 1991 naar hier gekomen, ik zat hier al van in 1989 en ik ben ondertussen nog altijd niet terug geweest. We zijn uit Congo gevlucht om politieke redenen. Onder het regime ginder was het heel moeilijk leven, er waren voortdurend problemen met de autoriteiten. In tegenstelling tot hier had je ginder niet het recht om je mening te geven over het regime. Dus zijn we gevlucht, zonder te weten of we in België zouden blijven of terugkeren. (Stilte.) Maar op Gaby heeft dat nooit gewogen, hij had zijn voetbal. Hij vroeg altijd om hem ’s morgens op te roepen, maar hij speelde zo graag voetbal dat hij al wakker was voor de wekker afliep (lachje).

(Stilte.) Hij heeft een tijdje alleen gewoond in Gent, maar het was moeilijk om de hele tijd dat traject over en weer te doen om elkaar te kunnen zien. Dus nu woont hij in Oudergem. Ik heb tot nu toe altijd al geluk gehad : elke match van hem waar ik naar ging kijken, wonnen ze (lacht). Raken waar hij nu geraakt is, c’est quelque chose de grand.

“Toen de bondscoach opbelde dat Gaby geselecteerd was voor de nationale ploeg, waren we allemaal verrast. Wij kwamen net van buiten, want we waren boodschappen gaan doen. Er hing opeens een heel andere ambiance in het huis. Maar champagne hebben we er niet op gedronken. Wel cola, fruitsap, water… We zijn protestants en dus doen we het zonder alcohol. Daarna hebben we God gedankt, ça c’est la première chose à faire. Ons leven is bidden. Elke dag. In alles wat je doet, moet je eerst God danken. In het leven zal je altijd problemen hebben, zelfs wie rijk is, maar je moet altijd geloven dat het goed komt. Soms, als hij de tijd heeft, gaat Gaby met ons naar de mis, zoals toen hij nog geen profvoetballer was. Maar wat je ook wordt, bij je ouders blijf je altijd een kind.

“Zijn eerste interland was tegen Polen. We hadden een beetje schrik voor hem, maar het is goed gegaan. De dag van de wedstrijd hebben we, geloof ik, zelfs vergeten te eten. Zo druk was het hier toen. Telefoons, mensen die langs kwamen, we waren dat niet gewoon, maar het was wel plezant. Ook de Congolese gemeenschap hier was blij dat er na de Mpenza’s eens iemand doorbrak. Het motiveert de anderen om ook iets te doen. (Stilte.)

Christiane Elsen & Kevin Vandenbergh

Christiane Elsen : “Hoe hij thuiskwam na die Champions-Leaguewedstrijd in Real, dat vergeet ik nooit (lacht). Toen zat hij niet bij de achttien, dus ik vraag : En, hoe was ’t(lacht) ?Eigenlijk, zei hij, was dat daar allemaal schoon en goed, maar het interesseerde mij geen bal(lacht). Hij wilde op dat gras gestaan hebben. Tja, wat moet je dan nog zeggen, hé ? Je voelt aan hem : hij wil dat goaltje.

“Op de tribune leef je wel heel hard mee. In de jeugd was dat nog erger, vond ik, omdat je daar met een hoop ouders staat en nu past het niet meer zo om te roepen en te tieren. Maar de reacties van dat stadion na een slechte pass, dat raakt je wel. Maar faalangst heeft hij dus niet, hé. Zenuwachtig en ermee bezig zijn wel, maar faalangst nooit.

“Een vader hebben die je is voorgegaan zoals hij met Erwin, dat is héél moeilijk geweest voor hem. Zelf maakte hij daar geen problemen van, maar hij kwam nog maar op het veld of het was : daar, de zoon ván. Hij heeft heel veel video’s van Erwin gezien, maar hij wil niet Erwin zijn, hij wil Kevin zijn. Op zijn manier. Onze Kevin ziet het voetbal en durft zijn mening ook te zeggen, wat Erwin bijvoorbeeld meer bij gedachten gelaten zou hebben. Even goeie vrienden, maar Kevin blijft er niet mee zitten. Onze Kevin geeft niet op, hé. Erwin kon van een gemiste kans meer wegzakken. Onze Kevin heeft dat precies beter : die vuist maken, dat doorzetten. Onze Kevin kiest iets en gaat ervoor. Erwin kreeg de kans om naar het buitenland te gaan, maar wou liever hier blijven. Als onze Kevin die kans krijgt, denk ik dat hij dat wél zou doen. In het huidige voetbal moet je je man staan.

“Hij moet o zoveel nog bewijzen in feite, hé. Er komen is moeilijk, maar er blijven zeker zo moeilijk. Ze verlangen ook altijd meer, hé. Die transfer naar Genk, je moet dat niet onderschatten. Het eerste half jaar heeft hij het moeilijk gehad : hij wilde bij de vijftien horen en dat hij in het begin nog niet bij de achttien zat, heeft hem wel serieus geraakt. Maar hij zal altijd moeten beseffen dat hij ervoor moet werken.

“Onze Kevin was er vroeger al de man niet naar om overdag binnen te zitten : hij was altijd buiten. Alleen die bal interesseerde hem. Qua vriendjes ook : hij had altijd vriendjes die voetbalden. ’t Was altijd in het teken ván. Als ze maar kwamen voetballen. Een blessure, dát zou pas een drama zijn. En dan op zichzelf moeten terugkomen… Hij een maand zonder voetbal, ik zou het mij niet kunnen voorstellen. Ik denk dat hij niet zonder voetbal kan, dat is zijn leven.

“Er zijn heel veel mooie momenten, maar er zijn er ook veel dat je moet luisteren en ze opvangen. Ze hebben iemand nodig, hé. En je kan ook niet over voetbal blíjven praten natuurlijk, er zijn nog andere dingen ook. Ik heb, godzijdank, heel veel steun aan hem. Wij praten veel, heel veel met elkaar. Erwin woont ginder, Kevin en ik hier, dat is heel anders. Met die verandering heeft hij het ook lastig gehad. De echtscheiding heeft hem te veel pijn gedaan. Ik denk dat hij daar û als het hem echt te veel wordt û ook op Genk maar met een paar mensen over praat. Een gewone, dagelijkse goeie band hebben wij. Misschien zijn we door de situatie zelfs een beetje te hard naar mekaar gegroeid. Maar ik zal er altijd zijn voor hem. Altijd.”

door Raoul De Groote

‘Van mezelf zie ik bij momenten het impulsieve in Peter terug.’ (mama Van der Heyden)

‘Een moeder weet wat het kleinste gebaar wil zeggen.’ (mama Baseggio)

‘Ik laat hem. Ik weet wanneer ik er moet staan.’ (mama Walasiak)

‘De dag van de interland hebben we zelfs vergeten te eten.’ (mama Mudingayi)

‘Misschien zijn we door de situatie zelfs een beetje te hard naar mekaar gegroeid.’ (mama Vandenbergh)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content