Bruno Govers

Straks gaat hij aan de slag bij Anderlecht, om er “de positieve curve van zijn carrière verder te zetten.” Een gesprek met de EgyptenaarTarek El Said.

Hij heeft zelf en uit eigen beweging voor een tolk gezorgd: Inas Mazhar, hoofdredactrice van de sportrubriek van het magazine Al Ahram Weekly, de Engelstalige versie van het Arabische dagblad met dezelfde naam. “Want mijn Engels is niet goed genoeg voor een uitvoerig interview”, zegt Tarek El Said in een overigens meer dan degelijk Engels.

Twee en half uur voor Tarek El Said stipt op de afspraak in hotel Baron verscheen, zat hij nog in het vliegtuig. Zijn club Zamalek had in Kikwe de kwalificatie voor de kwartfinales van de Afrikaanse Beker voor Bekerwinnaars afgedwongen.

Was dit nu je laatste opdracht voor Zamalek ?

Tarek El Said : Mijn contract bij Zamalek loopt nog tot en met 30 juni. Maar sinds midden mei speel ik niet meer mee. Ik heb het team naar Kikwe vergezeld om op die manier het bestuur te bedanken voor de diensten die het mij bewees. De match in Kikwe kon ik sowieso niet meespelen, want ik had ik in de thuismatch een gele kaart gepakt en was geschorst. Voor mij was het echt een plezierreisje ( lacht).

Eind juni werk je nog een WK-kwalificatiewedstrijd af in Marokko. Op 2 juli, word je al op de eerste training van Anderlecht verwacht. Vrees je niet dat je totaal uitgeput aan je Belgisch avontuur zal beginnen ?

Vermoeidheid is vooral een psychisch verschijnsel. Een voetballer voelt zich vooral moe als zijn ploeg een mindere periode heeft. Op dat vlak heb ik zeker niet te klagen. Zowel Zamalek als ikzelf hebben leuke tijden achter de rug. Zamalek pakte de landstitel, en dat was toch alweer van 1993 geleden. En ikzelf realiseerde het beste seizoen van mijn carrière. In die omstandigheden heeft een mens zin om die positieve curve verder te zetten.

Hoe verklaar je dat succes ?

Na zeven jaar heeft de club er deze keer alles aan gedaan om de heerschappij van Al Ahly te stoppen. Zamalek was bijzonder actief op de transfermarkt. Er kwamen maar liefst vijf waardevolle spelers bij. Tamer Abdel Hammad en Waleed Abdel Lateef van Mansoura, Mohamad El Hasan van Al Masry – alledrie spelers van de olympische ploeg. Voor de meeste ophef zorgde de overgang van de tweelingbroers Ibrahim en Hossal Hassan, want die twee plukte Zamalek weg bij Al Ahly. De broers Hassan kregen daar geen contract meer aangeboden, omdat ze te oud – 34 jaar – bevonden werden. Zamalek heeft die kans niet laten liggen. Die transfer was de sleutel van de voorbije competitie. Al Ahly bleek zonder de broers Hassan onherkenbaar, en bij ons speelden ze elke week de pannen van het dak.

Mijn persoonlijke progressie heeft ook veel met de komst van de broers Hassan te maken. Op het vlak van het geven van aanwijzingen kent Ibrahim in Egypte zijn gelijke niet. En Hossam is een spits die veel ballen aflegt, en daar heb ik veel voordeel uit gehaald. Van de dertien goals die ik dit seizoen gemaakt heb, werd het merendeel door Hossam voorbereid. Als ik in het Egyptische luik van mijn carrière al iets betreur, dan wel dat ik de broers Hassan niet eerder als ploegmaat had.

Hoe ben jijzelf bij Zamalek beland ?

Ik ben geboren in Tanta, een stad die in de Nijldelta ligt, zo’n honderd kilometer ten noorden van Kaïro. Bij de club van die stad heb ik mijn eerste stappen als voetballer gezet. Dat gebeurde onder begeleiding van mijn vader. In zijn tijd haalde die als voetballer een hoog niveau, maar tot in den treure herhaalde hij dat ik over veel meer talent dan hij beschikte en dat ik dat talent moest exploiteren.

In 1989, ik was toen elf jaar, voerde hij me naar Zamalek, toen er daar een opendeurdag werd gehouden. Dat is een traditie bij Zamalek. Ongelooflijk veel jonge spelertjes komen daar op af. Ik herinner het me alsof het gisteren was : dat jaar daagden er drieduizend jonge voetballers op. Samen met een dertigtal anderen wed ik uitverkoren. We moesten samen de ruggengraat van de categorie beneden twaalf jaar vormen.

Is Zamalek de enige club in Egyptie die zoiets organiseert ?

Nee, bij Al Ahly doen ze dat ook. Maar zelfs al zou ik niet door de test bij Zamalek geraakt zijn, ik zou nooit naar de opendeurdag bij Al Ahly gegaan zijn. In de familie El Said zijn het allemaal Zamalkawi, supporters van Zamalek. Met de Ahlawi, de supporters van Al Ahly, willen wij niks te maken hebben.

Alle Egyptenaren zijn automatisch voor één van die twee clubs. Zelfs de Egyptenaren die niet van voetbal houden, zitten in één van die twee kampen. Binnen een familie bestaat daar zelden tweedracht over. De problemen beginnen dikwijls als een Zamalkawi met een Ahlawi wil trouwen. Dan mag je die zin uit het huwelijksritueel – “in goede en slechte dagen” – letterlijk nemen ( lacht). Er circuleert hier een verhaal dat een fan van Zamalek zijn vrouw heeft doodgestoken omdat ze na een nederlaag van zijn favoriete ploeg watermeloen als dessert serveerde. De rode kleur daarvan had hem buiten zijn zinnen gebracht: rood is de symbolisch kleur van Al Ahly. Voor Zamalek is dat wit.

Waarop berust de rivaliteit tussen die twee clubs ?

Al Ahly werd opgericht in 1907 en is de oudste club van het land. Al Ahly is trouwens Arabisch, het betekent “de nationale”. Dat betekent dus dat Al Ahly het hele land vertegenwoordigt. Zamalek is een elitaire club, ze richt zich tot de mensen uit de chique buurten van Kaïro. Op de erelijst van Al Ahly staan 42 landstitels. Daarin overtreft het Zamalek met ruim verschil. Zamalek werd nog maar vijftien keer kampioen. Maar in de Afrikaanse bekercompetities steekt Zamalek Al Ahly dan weer de loef af. Het won al vier keer de Afrikaanse Beker voor Landskampioenen, twee keer meer dan Al Ahly. En Zamalek veroverde vorig seizoen ook de Afrikaanse Beker voor Bekerwinnaars. Die internationale successen van Zamalek ervaren de supporters van Al Ahly als een kaakslag.

Bij de derby’s zijn er bij mijn weten altijd al incidenten geweest. Zelfs als de jeugdploegen tegen elkaar spelen, loopt de temperatuur al op. Als de eerste elftallen het tegen elkaar opnemen, is de sfeer helemaal om te snijden. Bij de vorige wedstrijd tussen Zamalek en Al Ahly raakten zelfs de spelers op het veld slaags. Ibrahim Hossan begon toen op een journalist te timmeren, omdat hij vond dat die partijdig schreef ( lacht). Ook de clash van vorig seizoen ligt nog vers in het geheugen. De Franse scheidsrechter Marc Batta moest toen in de tweede helft de wedstrijd stopzetten omdat er rellen uitbraken. Omdat volgens hem Zamalek de herrie in gang had gestoken, nam de Egyptische voetbalfederatie ons negen punten af. Daardoor verloren we de titel. Nee, aan meneer Batta bewaren ze bij Zamalek geen goede herinneringen.

Waarom moest een Fransman die wedstrijd leiden ?

Alle wedstrijden tussen Zamalek en Al Ahly worden aan buitenlandse scheidsrechters uitbesteed. Geen enkele Egyptische scheidsrechter durft die verantwoordelijkheid aan. Sinds enkele jaren wordt de derby ook steevast in het nationaal stadion van Kaïro gespeeld. Toen de clubs die wedstrijd nog in hun eigen stadion afwerkten, was er telkens veel vandalisme. De mensen zijn hier gek, weet je.

Welk traject heb je bij Zamalek afgelegd ?

Vier jaar lang heeft mijn vader me drie keer week naar de training gebracht. Al die tijd combineerde ik mijn studies in Tanta met het voetbal bij Zamalek. Nadien kreeg ik toegang tot de eliteschool van de voetbalfederatie. Daar liep ik school met tal van andere talenten, die inmiddels hun weg in het internationale voetbal hebben gemaakt. Ik denk aan Ayman Abdelaziz die momenteel voor het Turkse Kocaelispor voetbalt, of aan Ahmed Salah Hosny van VfB Stuttgart.

Op 1 januari 1997 – ik vergeet die datum nooit meer – debuteerde ik in het eerste elftal van Zamalek. Ik was achttien jaar. Mahmoud Abou Rigila, de trainer van de beloften, had al verscheidene weken voor mij gepleit bij Ruud Krol, die hoofdtrainer was. Die heeft me toen een geweldig nieuwjaarsgeschenk gegeven ( lacht). Nadien ben ik niet meer uit het A-team geweest. Ongeveer drie jaar later – in december 1999 – speelde ik voor het eerst voor de nationale ploeg van Egypte. Tegen Zambia was dat. Gérard Gili had toen net Mahmoud El Gohari opgevolgd als bondscoach en het eerste wat de vroegere trainer van Marseille deed was me in de nationale selectie opnemen. Je ziet, ik draag niet elke Fransman een kwaad hart toe ( lacht).

Welke trainer heeft je het meest beïnvloed ?

Zonder twijfel de Duitser Otto Pfister, de opvolger van Ruud Krol. Hij wijzigde het tactisch systeem van het team, schakelde over van 4-4-2 naar 3-5-2. In zo’n systeem rendeer ik beter. Krol vroeg me om zo vaak mogelijk naar het centrum te trekken om op de linkerflank de weg vrij te maken voor Abdel Menem, de linksachter. Pfister verkoos een verdediging met drie: Farouk, Hassan en Bashir. Ik mocht me helemaal uitleven op de linkerflank. Ik denk dat ik een twaalftal assists gegeven heb. In het begin van het seizoen viel El Gandhour, de draaischijf van het team, geblesseerd uit. Ik mocht zijn rol overnemen en speelde dus achter de spitsen. Met goed gevolg, ik heb zes keer gescoord toen ik in die positie speelde. In totaal maakte ik dertien goals, maar vier daarvan kwamen voort uit een strafschop of een vrije schop. Vrije schoppen zijn mijn specialiteit.

Hoe zou je jezelf als voetballer typeren ?

Ik vind het moeilijk om over mezelf te spreken. Ik denk dat ik in technisch opzicht boven het gemiddelde uitsteek en dat ik een goede dribbel in huis heb. En ik beschik over veel uithoudingsvermogen. Een hele match die linkerflank afdweilen, ik heb daar niet veel moeite mee.

Waren er nog andere clubs dan Anderlecht in jou geïnteresseerd ?

Vorig jaar was er een aanbod van Nantes, maar het bestuur van Zamalek vond dat de Fransen te weinig gaven. Nantes wilde met 650.000 dollar ( dertig miljoen frank, nvdr) over de brug komen, Zamalek vroeg een miljoen dollar.

Wat wist je van Anderlecht ?

Sinds Ibrahim Nader El Sayed in Brugge speelt, wordt het Belgisch voetbal in Egypte redelijk goed gevolgd. Ik heb Anderlecht bezig gezien in de Champions League. Ik vind het een hele eer om te mogen voetballen bij een ploeg die Manchester United, Lazio Roma en Real Madrid verslagen heeft. Ik hoop dat ik volgend seizoen ook zo een paar wedstrijden tegen grote kleppers mag meemaken. En liefst van al tegen Barcelona. Dat is mijn favoriete team. Ik vind dat Barcelona het mooiste voetbal van de wereld speelt.

Heb je er een favoriete speler ?

Rivaldo natuurlijk. Ze noemen me hier trouwens “de Egyptisch Rivaldo”. Ik ben net als de Braziliaan linksvoetig en technisch onderlegd.

Ook Ahmed Hossam zou naar Anderlecht komen maar tekende op de valreep voor Ajax. Vind je dat jammer ?

Ik had graag samen met hem bij Anderlecht gespeeld. Bij Zamalek hebben we een handvol wedstrijden samen gespeeld. Toen bleek dat we complementair zijn. Maar onze samenwerking zal dus tot de nationale ploeg beperkt blijven. Ik hoop dat we er de komende maand iets kunnen van maken. Egypte heeft het WK van 1994 en 1998 gemist. In Japan en Korea zouden wij er graag bij zijn.

Hoe verklaar je dat de Egyptische nationale ploeg het Afrikaanse voetbal niet domineert, terwijl de clubs Zamalek en Al Ahly zoveel prijzen pakken in de Afrikaanse bekercompetities ?

Ik denk dat dat een simpele reden heeft. In tegenstelling tot de meeste andere Afrikaanse landen, worden voetballers in Egypte goed betaald. Daarom blijven ze ook langer in hun land spelen. In de meeste andere Afrikaanse landen wil een voetballer zo vlug mogelijk uit Afrika weg. Het is dus logisch dat de Egyptische clubs boven de andere Afrikaanse uitsteken : die zien hun beste elementen stelselmatig naar Europa vertrekken.

Maar als die spelers dan terugkeren om voor hun nationale ploeg te spelen, geven ze daar wel een toegevoegde waarde aan. Je merkt meteen dat ze in Europa voetballen. Ze beschikken over zoveel meer ervaring. Daarom hebben we de laatste jaren geregeld de duimen moeten leggen voor Nigeria en Kameroen, om maar die twee te noemen. Momenteel is de toestand aan het veranderen. In Egypte krijg je nu een generatie voetballers die uitgekeken raakt op wat er op nationaal niveau gebeurt, en die een nieuwe uitdaging wil opzoeken. En meer geld willen verdienen, we moeten daar geen geheim van maken.

Ik verkeer nu zelf in die situatie. Bij Zamalek heb ik alles meegemaakt : de Beker van Egypte tegen Ismaily in 1999, de Afrikaanse Beker voor Bekerwinnaars tegen Canon Sportif van Yaoundé vorig jaar, en dit seizoen de landstitel. Ik heb bij Zamalek en in Egypte niet veel meer te bewijzen, dus is het beter dat ik vertrek. Nogal wat Egyptische voetballers doen hetzelfde. Ik had het al over Hosny bij Stuttgart, maar er zijn ook Hany Ramzy bij Kaiserslautern, Mohamad Omara bij Hansa Rostock, Ahmed Hossam bij Gent en straks Ajax, Mohamed El Yamani bij Standard. Ik denk dat de Egyptische nationale ploeg op termijn zal profiteren van de buitenlandse ervaring die al die Egyptische spelers opdoen. De wereld kent al de Super Eagles van Nigeria en de Ontembare Leeuwen van Kameroen. Ik geloof dat iedereen straks ook de Farao’s zal ontdekken. Hopelijk op de wereldbeker in 2002.

Bruno Govers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content