Ken je het telefoonnummer van de sprekende klok? “Nee, nog nooit naar gebeld. Ik houd de tijd in de gaten op mijn gsm. Als ik die op de club niet bij me mag hebben, zoals tijdens de training, of als die niet mag aanstaan, zoals tijdens de theoriesessies, dan hangt er altijd wel een klok in de buurt. Een horloge draag ik nooit.

“Bij afspraken ben ik doorgaans een kwartiertje te vroeg. Eén keer kwam ik wel gigantisch te laat aan op school, toen ik nog naar het Don Boscocollege van Zwijnaarde ging en er een staking was bij De Lijn. Met een hele groep leerlingen moesten we toen vijf à zeven kilometer te voet gaan. Drie uur vertraging hadden we die dag.”

Bij welk gezelschapsspel verlies je keer op keer?

“Monopoly. Vroeger speelde ik dat thuis weleens, met mijn ouders en mijn zus Stefanie, die drie jaar jonger is. In de vakantie of op zondag haalden ze die doos soms boven. Ik kon wel tegen mijn verlies, ook al omdat ik dat eigenlijk niet zo graag deed. Ik was als kind een beetje wild en in zoiets zat te weinig actie. Ik moest altijd in beweging zijn: voetballen, fietsen… Als ik in huis tegen iets aanbotste, was het ook altijd kapot.”

Als je ma je vroeger boterhammen meegaf naar school, welk beleg legde ze daar dan doorgaans tussen?

“Kaas en rosbief. Dat eet ik nu trouwens nog altijd graag. Soms probeerde ze eens voor wat variatie te zorgen door ook een boterham met een sneetje hesp mee te geven, maar die liet ik meestal liggen.

“Tegenwoordig eet ik vaak twee keer per dag gekookt: op de club en in mijn gastgezin. Dat smaakt me meer dan brood. Zeker de spaghetti van mijn pleegmoeder is héél lekker, en de aardappelen met bloemkool en gehakt in de oven.

“Ik zit nu al meer dan een jaar bij deze mensen in Zonhoven en het is net zo goed als thuis, in Drongen. De mama en de papa hier zijn dezelfde types als mijn ouders. Dat maakt het makkelijk. Er is ook nog een zoon die één jaar jonger is dan ik en een dochter die zeven jaar jonger is.”

Verstopte je vroeger dingen onder je matras?

“Nee, maar af en toe stak ik wel wat snoep weg. Dat ging ik stiekem kopen met geld uit mijn spaarpot en legde ik dan op mijn kleerkast. Dat hebben mijn ouders nooit geweten. Denk ik.”

Hoe lang moet spaghetti koken?

“Acht tot tien minuten. Dat is zowat het enige wat ik kan klaarmaken. Ik blijf eigenlijk best weg uit de keuken. Misschien klopt het wel dat linkshandig een synoniem is voor onhandig.”

Kreeg je als kind een bijnaam?

“Ja, ik heet De Bruyne, maar op school en onder vrienden spraken ze me vroeger aan met De Witte. Als ik dat ergens hoor, draai ik nog altijd mijn hoofd. Bij Genk, in de A-kern, noemen ze me Kalle. Lucca Bruno begon daarmee. Hij zat vroeger bij mij op school en voetbalde ook in Genk, maar speelt nu bij STVV. Hij ging op internet eens op zoek naar een tof woord uit de streek waar ik als kind woonde en kwam daarbij uit. Nu zegt zowat iedereen het. Sommigen weten niet eens wat het in de buurt van Gent betekent: hoer.”

Wanneer droeg je de laatste keer een strik?

“Nog nooit aangehad. En een das ook niet. In chique kledij voel ik me niet zo comfortabel. Een gewone jeans en een hemd, dat is voor mij ook al goed genoeg. Op een doordeweekse dag draag ik iets wat losser zit, meestal een training. Bij de uitreiking van mijn diploma van het secundair onderwijs heb ik wel de broek aangedaan van het kostuum dat ik van RC Genk kreeg. Dat is trouwens het enige dat in mijn kast hangt.”

Voor welke knappe vrouw zou je wel een das willen aandoen als ze je zou uitnodigen voor een tête-à-tête?

Annelien Coorevits vind ik wel een mooi meisje.”

Uit een Nederlands onderzoek blijkt dat er bij dates doorgaans pas tijdens de derde ontmoeting voor het eerst een tongzoen gegeven wordt. Kan jij je daarin vinden?

“Nee, voor mij is dat anders. Als het meisje met wie ik afspreek dat al bij het eerste afspraakje wil doen, dan maak ik geen bezwaar.”

KRISTOF DE RYCK

“Ze noemen me Kalle”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content