De blessure van boezemvriend Derick Tshimanga opende de deur voor jonge belofte Laurens De Bock als nieuwe linksachter van Lokeren. ‘Te ver vooruitkijken heeft weinig zin.’

Het gaat razendsnel voor de amper achttienjarige Laurens De Bock, de met veel lef voetballende linkerverdediger van Lokeren OV. De laatstejaarsstudent middelbare topsportschool aan de Gentse Voskenslaan -“de combinatie is soms mentaal zwaar” – verzamelt momenteel niet alleen gretig speelminuten bij de Waaslanders, eind februari gaf De Bock samen met de burgemeester ook de aftrap voor de derby tussen zijn HO Kalken en concurrent Laarne-Kalken. De stijgende populariteit zorgt duidelijk nog voor een onwennig gevoel bij de belofte-international. “Het is een leuk gevolg van het feit dat ik nu veel meer aan spelen toekom”, erkent hij. “Vreemd is wel dat als je ergens aankomt, de meeste mensen je blijven aankijken. Tof, maar ik besef ook heel goed dat ik met beide voeten op de grond moet blijven. Dat is toch de raad die mijn vader me dagelijks inpompt. Ik moet nog zo veel bewijzen. Dit vraagt om bevestiging. ( wat mysterieus) Het beste moet misschien wel nog komen.”

Even slikken

Het was in zijn geboortedorp Kalken dat De Bock als amper vijfjarige zijn eerste aansluitingskaart tekende. De microbe werd meegegeven door vader François De Bock, die na zijn jeugdopleiding bij AA Gent gedurende tien jaar provinciaal voetbal speelde en daar eindigde bij FCE Laarne. Nu is de man een fervente fan van Chelsea en trekt hij regelmatig naar Londen voor een bezoek aan Stamford Bridge. “Met een kleine bal van mousse in de keuken met mijn pa, zo begon het”, rakelt Bockie op. “Ik begon bij Kalken als diepe spits. Een zalige tijd, want wekelijks maakte ik wel drie tot vier doelpunten. Ik stond vaak op de goede plaats, ontwikkelde al snel het mechanisme om de kansen af te maken. Na drie jaar verhuisde ik naar derdeklasser Standaard Wetteren. Mijn pepe en vader waren de chauffeurs en afhalers van dienst. De scouts van AA Gent, FCV Dender en Lokeren OV volgden me. Op mijn elfde koos ik voor Lokeren. Tot vandaag beklaagde ik me die keuze nog niet, want hier krijgen de eigen jongeren meer kansen.”

Tussen zijn vijftiende en zestiende werd De Bock door jeugdtrainer GeertDirinck omgevormd tot centrale verdediger, wat hem prompt bij de nationale jeugdselecties bracht. “Een wat saaie positie, want ik was nooit moe achteraf”, herinnert hij zich. Zijn ontwikkeling ontging ook toenmalig hoofdtrainer Georges Leekens – die een voorliefde heeft voor atletische voetballers met gestalte – niet, want De Bock werd een dag na zijn zestiende verjaardag én een sterke prestatie met de beloften tegen Anderlecht, doorgeschoven naar de A-kern. “Dat was even slikken. Maar hoe sneller je als jonge gast ervaring kan opdoen, hoe beter”, zo zegt hij. “Door mijn polyvalentie speelde ik eens linksback bij de reserven, wat eigenlijk direct aardig lukte. Ik doe het wel graag, want ik kan me offensief blijven uitleven. Oprukken, een mannetje passeren en dan een goede voorzet afleveren, dat is een charmant aspect van die linksachterpositie. Ik streef sowieso naar onmiddellijk rendement en volg graag mijn impulsen. Maar Peter Maes is wel de eerste die constant benadrukt dat ik negentig minuten lang de concentratie moet behouden.”

Werkpunten

Net als zijn coach Peter Maes teert Laurens De Bock op een onvoorwaardelijke winnersmentaliteit. Volgend seizoen wil hij voor het eerst alles op het voetbal zetten, de komende weken hoopt het talent zijn niveau in play-off 1 nog op te krikken. “We verdienen dat ticket, na zo’n prachtig seizoen”, beweert het jonge talent. Ondanks een overeenkomst tot 2012 regeert echter de nuchterheid. “Te ver vooruitkijken, dat heeft als achttienjarige weinig zin”, vervolgt hij. “Ik moet nog doorgroeien, me eerst hier bewijzen en me proberen definitief in de ploeg te knokken. Daarom mag ik niet te veel morsen met de speelkansen die me worden toebedeeld. Gelukkig krijg ik veel vertrouwen momenteel. Willy Reynders beloofde me al een opwaardering van mijn contract. Ik ben ook de eerste om te beseffen dat ik weleens met een dipje geconfronteerd zal worden. Het blijft mijn doel om uit te groeien tot een volwaardige profvoetballer. Dat kan alleen door onderdanig te zijn en goed te luisteren naar de meer ervaren spelers. De komende twee tot drie seizoenen zou ik graag het parcours volgen van iemand als Killian Overmeire, die vanuit de jeugd complexloos doorgroeide naar de eerste ploeg, een vaste waarde en aanvoerder werd, maar ook uitgroeide tot een uithangbord van de club. Hij is voor mij, Jore Trompet en Karel Van Lierde het ideale voorbeeld om volgen. Ze noemen me hier wel eens de tweede Nicolas Lombaerts, door mijn coole manier van voetballen en stijl op het veld. Ik blijf het een hele eer vinden om met iemand die vlot meedraait bij een Europese topploeg, vergeleken te worden. Maar om Lombaerts te evenaren zal ik nog veel moeten verbeteren. Ik ken mijn werkpunten: kort voetenwerk, wendbaarheid en snelheid op de eerste meters. ( lacht de tanden bloot) Zelfkennis is het begin van alle wijsheid.”

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE

“Bij Lokeren krijgen de eigen jongeren meer kansen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content