Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Gelouterd na een reeks buitenlandse omzwervingen, wil Johan Boskamp Standard kampioen maken. ‘In Anderlecht bekijken ze me nu scheef, maar ik vind het gewoon schitterend.’

Maandag, dinsdag en woensdag aanwezig in Luik om er over de toekomst van zijn nieuwe club te spreken en maandagavond ook nog in Tubeke om er bij de min-19-jarigen de Standardspeler Marouane Fellaini aan het werk te zien. Woensdagavond naar Genk om er bij de Rode Duivels zijn KarelGeraerts te observeren en het talent van Kevin Vandenbergh en Steven Defour op topniveau te peilen. Donderdag naar de eindronde in de tweede klasse, Geel tegen Lierse, vrijdag naar Turkije-Ghana omdat hij weet heeft van een talentrijke Ghanees. Zaterdag naar Nederland omdat hij absoluut Boca Juniors wou zien spelen en zondag present in Wielsbeke, de ploeg van vrienden. Op het WK consulent voor VTM, VT4 én Het Nieuwsblad. Johan Boskamp mag dan dichter bij de zestig dan de vijftig zijn, het heilige vuur is allerminst geblust. Zo snel mogelijk wil hij het gat dat er in zijn voetbalcultuur werd geslagen door diverse buitenlandse avonturen weer opvullen. Vroeger, zegt hij, kon je hem een goede speler signaleren bij pakweg Doornik en wist hij direct naam, leeftijd en eigenschappen. “Dat is door al die verplaatsingen voor een stukje weg. Als een raket wil ik die achterstand zo snel mogelijk inhalen.” En dus host Boskamp ’s lands wegen af. Tot hij op woensdag 14 juni op Sclessin wordt verwacht voor de eerste trainingen.

De ober in de Brusselse taverne Frederiksborg heeft er schik in. Met zijn vaste klant spreekt hij een taaltje dat alleen zij twee begrijpen. Geregeld gaat de gsm over, vrienden, maar ook oude bekenden die aan zijn nummer zijn geraakt en polsen of hij voor hen geen plaatsje vrij heeft in het nieuwe organigram van Standard. Te laat. Een assistent vond Bossie in de persoon van Michel Renquin. De zoektocht naar een keeperstrainer was moeilijker. Boskamp polste Filip De Wilde, maar die zag wat op tegen de afstand. Daarop wendde men de steven naar La Louvière, waar Michel PiersoulSilvio Proto en MichaëlCordier kneedde. Boskamp : “Ik hoop dat het zo snel mogelijk in orde komt.”

Hoe kijk je nu terug op dat jaartje Engeland ?

Johan Boskamp : “Fantastisch. Normaal ben ik er nog, maar als de directeur voetbal zich met bepaalde dingen gaat bemoeien, dan kent hij deze jongen niet. Nooit van mijn leven ! Dat ik het niet eerder zag, is iets wat ik mezelf kan verwijten. Misschien was het vroeger de gewoonte, maar met mij pakte dat niet. Hij is moeten vertrekken, maar de club is intussen door de vorige eigenaar weer overgenomen en nu is hij terug. Stoke was echt een toffe club. Publiek, stadion, een volksclub. In het begin vond ik het heel moeilijk, je wist helemaal niks. Ik moest praten over contracten, iets wat ik niet gewend ben. We hadden in principe geen linksback en geen rechtsback, geen voetballend vermogen en spelers die altijd terug liepen in plaats van druk te zetten. Dat viel me op in Engeland. Zelfs al speel je met één spits, dan nog blijven ze rustig met vier achteraan. Ze dat leren, meevoetballen, doorschuiven naar het middenveld, dat heeft ontzettend lang geduurd. In het begin was het altijd krap, 1-0, 0-1, niemand die voorin een bal kon bijhouden. We hadden een grote spits lopen, Mamady Sidibe, van wie ik me nog steeds afvraag hoe hij speelt. Hij kwam op het veld en begon te lopen, maar ik, hijzelf noch de spelers konden voorzien waar. De tegenstander gelukkig ook niet ( lacht). Maar qua werklust kon je hem elke week niet minder dan een tien geven. Sammy ( Sambegu Bangoura, nvdr) had dat goed door, liet Mama werken en maakte de goals. Drie maanden deed hij het fantastisch. Maar toen ging hij naar de Afrikacup en toen ik hem terugkreeg, wilde ik hem gelijk ophangen.”

In jouw geest was het snel duidelijk : één jaar en niet langer.

“In mijn ogen was het in november met dat incident al voorbij. Maar er staat in mijn contract altijd een clausule dat er moet worden betaald als het contract voortijdig wordt verbroken, door mij of door de club. En die lappen wilde ik niet teruggeven, zes maanden zou ik het nog wel volhouden. Op het einde kon je er immers makkelijk doorheen kijken, we moesten allemaal vertrekken. De laatste drie maanden werden de geruchten almaar sterker dat de vorige eigenaar de club zou terugkopen en toen ik met die man sprak zei hij : ‘Ga jij maar terug naar je eigen land.’ Die zag het niet in me zitten, maar dat was al na drie, vier dagen zo ( lacht).”

Vond je het voetbal leuk ?

“De beleving wel, maar als er mij nog eentje komt zeggen dat het Engelse voetbal aanvallend is, dan is die toch niet zo goed bij zijn hoofd. Ik kan alleen met kennis van zaken over Stoke praten en dan zeg ik : qua organisatie, hoe we denken over voetbal, zijn wij hier verder. Maar wat zij meer hebben, is het hart. Daarom kan je ook nooit kwaad zijn op die jongens. Hun hart is groot, maar de voetbalintelligentie een pak minder. Als er hier Champions League samenvalt met competitie, zit er vijfhonderd man. Daar twintigduizend.”

Je eindigde uiteindelijk 13de op 24. Zat er nooit meer in dan een plaats in de middenmoot ?

“Neen, tenzij we drie spelers konden kopen, maar we hadden niks om uit te geven. Junior hebben we uit de lappenmand van Anderlecht gevist, op het einde was hij weer de grote Junior. Carl ( Hoefkens, nvdr) deed het na een moeilijke start fantastisch. Josip Skoko heb ik bij Wigan weggehaald, omdat ik wist dat hij moest spelen met het oog op het WK. Hij liet heel veel geld vallen en Wigan betaalde ook nog wat. Mijn uitdaging was de ploeg bij de eerste tien te houden, want iedereen dacht dat we zouden zakken. Harry Redknapp had daar zelfs 10.000 pond op verwed. Alleen bleek door het grote aantal wedstrijden de kern uiteindelijk toch te klein. Sommige weken liepen ze op apegapen of speelden ze met blessures. Door dat volk in de tribunes moet je wel aan de bak.”

Je maakte je nogal boos toen je niet in Nederland mocht werken omdat je niet het juiste diploma had. Wilde je zo graag eens in je vaderland werken ?

“Ja, heel zeker. In maart was het in principe al beklonken met Vitesse. Alleen heb ik die Pro Licence ( UEFA PRO-diploma, nvdr) dus niet. Toen die opleiding hier vier jaar geleden begon, was ik net weg naar Dubai, Koeweit en waar ik allemaal heb gezeten. Ik had ook in Engeland al geïnformeerd om de cursus te volgen en dat kon lukken. Vijf dagen binnen, weekendje vrij en dan nog eens vijf dagen en je hebt het papiertje. Desnoods via e-mail. Voor mij niet zo makkelijk ( grijns), zeker niet als ik mijn kinderen bezig zie, maar het kon me lukken. Ik zal de cursus nu in België volgen, zeven keer anderhalve dag weg. In Nederland wou ik echt aan de slag, omdat ik er nog nooit werkte. We hadden er niet aan gedacht, aan dat papiertje, tot die goser van de vakbond, Reker of zoiets, een brief schreef. Ik snap zijn redenering wel, iedereen gelijk voor de wet, maar ik zat er toch maar mee. We wilden het nog oplossen door iemand met een diploma assistent te maken, maar dan mocht ik niet met de pers praten na de wedstrijd. Wel in het café even verderop, maar niet in het stadion. Een regeltje van mijn kl… natuurlijk. Met mensen van de KNVB sprak ik nog even over dispensatie, ik zou tijdens het werk alsnog de cursus volgen, maar uiteindelijk had ik het gevoel dat ze liever hadden dat ik naar België terugkeerde.”

Joepie, juichten ze in Beveren voortijdig, Boskamp komt terug.

“Jaaaa. Frans ( Van Hoof, nvdr) en ik zijn al heel lang goeie vrienden. Een maand of zes geleden liet ik hem mijn contract zien en heb ik hem gezegd : ‘Als je me de helft geeft en we vinden een akkoord, dan wil ik het wel doen.’ Hij wist wel dat ik ook met Vitesse bezig was, en met Stoke. Na Vitesse heb ik ze gezegd : ‘Oké, maak het maar in orde met Michel‘, de man die mijn zaken doet. Toen waren er plots financieel wat onduidelijkheden, kreeg ik een e-mailtje van Michel Preud’homme en sprak ik met Luciano ( D’Onofrio, nvdr). Frans was daarvan op de hoogte. Het bleef lang stil van de kant van Standard, in Thailand keek ik elke dag naar de website en tot mijn verbazing las ik niks. Ik dacht : dat wordt niks, tot de zaken versnelden. Sneu voor Beveren, ik heb Frans als eerste gebeld toen ik tekende. Ik zei hem : ‘We blijven wel vrienden hé ?'”

Wat deed je in Thailand ?

“Training geven aan jonge gasten. Toen ik destijds nog mijn voetbalkampen had, ging ik er al heen. Ik ken die mensen al twintig jaar. Van negen tot elf trainen en daarna kon je in principe naar het strand, alleen was het weer te slecht. Regenseizoen, net als hier ! Ik had wat spullen van Stoke meegebracht, je had die jongens moeten zien. Helemaal gek worden ze in Azië van voetbal. Vooral Engels voetbal, daar weten ze alles van, maar nu ook stilaan een beetje van het Europese. Discussiëren over voetbal is wat anders, maar zodra het laag water is, gaan ze het strand op. Schitterend.”

Standard is het laatste anderhalf jaar redelijk goed bezig. Beste ploeg van 2005, vicekampioen in 2006 : ze lijken definitief terug als Belgische topclub.

“Ja. Merkte ik ook. Ik ben er drie dagen rondgeleid. Het jeugd- en trainingscomplex dat over twee, drie maanden moet klaar zijn, heeft geen enkele Belgische club.”

Welk gevoel leeft er ? Blijheid om dat ticket voor de kwalificatiewedstrijden voor de Champions League of ontgoocheling over het missen van de titel ?

“Het gevoel dat ze er heel dicht bij waren en dat dit hét ideale moment was. Wat ze willen is de titel, ik weet meteen waar ik voor sta. Als ze daar moeten kiezen tussen winst in de Champions League en de titel pakken, gaan ze voor het tweede, denk ik.”

Schrikt dat af ?

“Helemaal niet. Dat is juist leuk. We gaan ervoor.”

Genk was om persoonlijke redenen, de ziekte en later de dood van je echtgenote Jenny, een afknapper, maar heb je de indruk dat er in Luik meer mogelijk is dan bij Genk ?

“( denkt lang na) Als je ziet wat we in Genk deden… Jantje ( Moons, nvdr) gehaald, Wesley ( Sonck, nvdr), Koentje ( Daerden, nvdr) uit de jeugd, Chatelle, Zokora, Roumani, Thijs Jos ( Daerden, nvdr) wou zich op dat moment bewijzen, we hadden de beker gewonnen en er moest een heel nieuwe ploeg komen. Met vallen en opstaan, hoogtes en laagtes. Het jaar erop hadden ze stabiliteit, kwam Dagano en lapte Wesley ze binnen. Jos Vaessen maakte toen het verschil. Maar Standard heeft ook een pak mogelijkheden. Als ik zie hoe snel ze reageren… Ik heb het gevoel dat de spelers willen komen en het is de bedoeling dat we er zeven, acht halen.”

Je zag Frédéric Dupré terug. Klopt het dat je hem bij Gent ooit van training wegstuurde ?

“( kijkt verbaasd) Nou… Ik herinner me van Fredje dat hij een fantastisch talent was. Hij trof een goed wijfie, denk ik, is nu heel rustig en gemotiveerd. Gek werd ik destijds van hem. Fredje was 16, hij ging de schoenen van Vreven dragen, blij dat hij er bij was. Terwijl hij voor mij echt wel in die eerste ploeg kon. Fredje kan je ook op verschillende posities gebruiken. Heel weinig mensen weten dat, maar ook in de spits kon die makkelijk voetballen. Zelfs als centrale verdediger, alles ging hem makkelijk af.”

Ken je Hakim Bouchouari ?

“Ik heb er met Al Wasl een keer tegen gespeeld, denk ik, toen hij nog voor Sint-Niklaas voetbalde. Het is een goeie, hoor ik, we zien dat wel. Voorlopig wil ik eerst bouwen van achteren uit en moet ik een doelman hebben als Runje vertrekt. Dat vind ik ook jammer, maar het was blijkbaar zo afgesproken. Geertje ( De Vlieger, nvdr) is een mogelijkheid, ja. En zo zullen we verder bouwen. Van Léonard hoor ik dat die pleite gaat.”

Je Frans is een ramp.

“Dat weet ik van mezelf ook. Het is Frans van hier, van de straat. Ik versta het redelijk, tot ze met dure woorden gooien. Daarom zal ik nu cursus volgen, want als ik daar ga werken, moet je wat Frans spreken, vind ik. ( lacht) Maar of ik nou Frans of Rotterdams spreek, niemand verstaat me toch, zoveel verschil maakt het straks niet. Twee uurtjes per dag zal ik les krijgen, voetbaltermen leren. Proberen toch. En verder moeten ze me pakken zoals ik ben.”

Kijk je ernaar uit om met Sérgio Conceição te werken ?

“Lijkt me fantastisch. Ik heb met een heleboel smeerlappen geen problemen gehad. Gisteren (woensdag, nvdr) heb ik een beetje op Karel ( Geraerts, nvdr) zitten letten. Die heeft dat ook. Dat bijten, die honger om de goal te maken. Dat is heel moeilijk te verdedigen. Hij mag er alleen niet te vroeg gaan staan. En dat uit de tweede lijn komen, heeft Sergeant ook.”

Dat is ook een rechtsvoetige.

“Maakt niet zo uit, je kan er ook eentje aan de linkerkant zetten. Het zijn profvoetballers, hé. Stel je voor dat je er zo twee hebt ! Die maken vijftien, zestien goals…”

Geraerts bleef steken op drie vorig seizoen.

“Hij kan dat, dat zag ik tegen de Turken opnieuw. Op het juiste moment komen. En daardoor kan je bepaalde spelers wat ontlasten, want ze hebben zoveel loopvermogen… Het gaat om de mix, een combinatie met vijf, zes scorende mensen.”

Heb je wel nood aan een balvaste spits.

“Die hebben ze, denk ik, met De Camargo. Die raakt fit, zegt de dokter, ze hebben zelfs iemand in Brazilië die hem daar begeleidt tijdens de revalidatie. Klasse. Met De Camargo, Rapaic en Conceiç ão heb je drie mensen die de bal kunnen geven, een actie kunnen maken en allemaal hebben ze scorende kwaliteiten. We zien het straks wel. Ik kan nu wel allerlei dingen zeggen over de ploeg, dat ze moeten doorsluiten en druk zetten, maar wie weet hoe het er straks allemaal uitziet ? Maar het gaat er wel altijd om dat je vijf, zes scorende mensen moet hebben.”

De keuze van Renquin was de jouwe.

“Ja. Ik ken hem als speler, weet wat hij in Zwitserland gedaan heeft en hij heeft een karakter dat bij het mijne zou moeten aansluiten. Of het klikt, weet je nooit, maar hij weet wel wat er leeft bij Standard. Het eerste wat hij zei was : ‘Als jij buiten vliegt, ik buiten.’ Vind ik leuk, maar het is zijn ploeg, hij moet die kans pakken.”

Was voor jou dat ticket voor de kwalificaties voor de Champions League belangrijk ?

“Neen, helemaal niet, want we zijn geen reekshoofd, wie weet welke klepper loten we straks. Als je bij die andere ( Anderlecht, nvdr) bent, bekijken ze me wel eens scheef, maar ik vind het gewoon schitterend. Het vuur is terug.”

Ze gooien er wel met aardkluiten als je maar als tweede eindigt.

“Die moet je gewoon terug koppen, jong.”

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content