Cyril Théréau verwerft straks zonder twijfel een basisplaats bij Anderlecht. Althans, dat denkt Jacky Mathijssen, die de Fransman trainde bij Charleroi. Hij en enkele andere, goedgeplaatste figuren schetsen een beeld van de nieuwste spits van paars-wit.

Ze hadden ook uit de mond kunnen komen van om het even welke amateur, de woorden waarmee Cyril Théréau ongeveer een jaar geleden, toen hij spits was bij Charleroi, in dit blad zichzelf als voetballer omschreef : “Ik ben niet extreem snel, mijn kopspel is niet buitengewoon goed en ik ben niet echt een krachtpatser.” En toch belde de Belgische landskampioen de 24-jarige aanvaller, die het grootste deel van afgelopen seizoen bij Steaua Boekarest actief was, op met het oog op volgend seizoen. De verklaring ? Het volgende zinnetje : “Ik ben op alle vlakken vrij sterk.”

Als trainer Jacky Mathijssen van Club Brugge – dat ook aan de mouw van de Fransman trok – praat over Théréau, die hij vorig jaar bij Charleroi enkele maanden onder zijn hoede had, weerklinken haast identieke woorden : “Als je alle mogelijke parameters neemt die een spits dient in te vullen, scoort hij niet op één bepaald aspect uitzonderlijk. Maar hij is wel uitzonderlijk in die zin dat hij geen enkel zwak punt heeft. Hij haalt op al die onderdelen 7,5 tot 8. Als je dat kan combineren met een normale intelligentie – waarmee ik bedoel : je kunnen aanpassen naargelang van de omstandigheden, over de polyvalentie beschikken om zowel rondom een targetspits te functioneren als met een bewegende spits naast je -, is dat een serieuze kwaliteit.”

Trainen op een positieve manier

Théréau kwam in de zomer van 2006 bij Charleroi terecht nadat Raymond Mommens, toenmalig scout bij zwart-wit, hem had opgemerkt bij Angers, in de Franse derde klasse. De andere geïnteresseerde clubs, zoals Sochaux, Caen en Straatsburg, zagen de spits aan hun neus voorbijgaan, want een kans om op het hoogste niveau te spelen, zelfs al was het dan bij de Belgische buren, wou Théréau niet laten schieten.

De in Privas geboren aanvaller had het voetbal pas rond zijn twaalfde ontdekt, onder impuls van een vriendje, en was op dat moment nog niet verder gekomen dan enkele kleine Franse teams, waaronder behalve Angers ook Orléans en Gap.

Bij Charleroi maakte hij vanaf de eerste trainingen een bijzonder goede indruk, getuigt Mathijssen. “Hij bleek eerst en vooral heel gedreven, iemand die écht aanwezig is op training en elke training gebruikt om beter te worden. Hij stelt zich bijzonder open op naar alles waarvan hij denkt dat het hem kan helpen. Kortom, een jongen die op een positieve manier traint. Luisterbereid en leergierig en hij doet daar ook actief iets mee.”

Théréau blijkt met zijn 1,89 m een fysiek sterke jongen, goed met het hoofd en tegelijk technisch behoorlijk onderlegd. Ondanks zijn lengte is hij vrij snel, ‘een valse trage’ wordt wel eens gezegd. Iemand met een heel goede mentaliteit, een vechter, een winnaar. Niet een speler die voorin staat te wachten op de bal, maar eentje die mee werkt. Een jongen die het leer kan bijhouden, maar door sommigen nog meer gelouterd wordt vanwege zijn vermogen om de bal héél juist af te leggen om vervolgens in de diepte te vertrekken.

Geen bon vivant, wel een jonge gast die weet wat hij wil. “Op een bepaalde leeftijd kende hij een terugval,” zegt Mathijssen, “maar nu heeft hij de zin en het karakter om van het voetbal wel het belangrijkste in zijn leven te maken. Een nieuwe terugval valt niet meer te verwachten.”

In de omgang toont Théréau zich vriendelijk. Medespelers ervaren hem als een enthousiaste jongen die zich makkelijk aanpast. Geen moeilijk karakter. Niet de grote spreekbuis, niet stil.

Stroomversnelling

In wedstrijden blijkt de Fransman inzetbaar op verschillende posities : alleen diep in de spits, maar evengoed in een systeem met twee aanvallers en centraal of links vooraan in een 4-3-3. Mathijssen gebruikt hem vanaf de competitiestart, in een 4-4-2.

Ook op de momenten waarop het moet gebeuren, laat Théréau het niet afweten. Al in de tweede wedstrijd van de competitie, het voor Charleroi altijd geladen duel tegen Standard, geeft hij zijn visitekaartje af. In de tweede helft prikt hij de beslissende 1-2 tegen de netten, de fans dragen hem op handen. Dat doelpunt brengt hem in een nieuwe stroomversnelling in zijn carrière.

Tijdens die match zitten immers mensen van het Roemeense Steaua Boekarest op de tribunes. Die willen alles te weten komen over de Rouches, tegen wie ze even later moeten aantreden in de voorrondes van de Champions League. Maar ze krabbelen ook de naam van Théréau en van middenvelder Fabien Camus in hun notitieboekje en volgen die twee ook nog in een paar andere wedstrijden.

Tegen Cercle Brugge en Gent werkt Théréau zich nog meer in de kijker, want hij scoort in elk van die matchen nog een keer, waardoor hij in de statistieken iedereen voorbij glipt : drie goals in amper vier matchen. Daar zou het – in België en voorlopig althans – bij blijven, want eind augustus, net voor het afsluiten van de transferperiode, haalt Steaua Boekarest hem binnen. Camus ziet eenzelfde overstap niet zitten en blijft op Mambourg.

Bij Steaua breit Théréau een vervolg aan zijn knappe seizoensbegin. Hij maakt er opnieuw een goede beurt, laat Tudorel Stoica weten vanuit de Roemeense hoofdstad. De vader van Alin is zelf een ex-speler van Steaua en volgt de club van heel nabij. “De aanvallers die er al waren bij Steaua, blonken elk uit in één bepaald aspect”, zegt Stoica. “Théréau werd hier binnengehaald met het oog op de Champions League, omdat hij als een heel complete speler omschreven werd.

“In het begin kwam hij niet verder dan een rol als doublure. Maar na een dikke maand was hij perfect geïntegreerd en had hij zich in de gunst van de trainer gewerkt.”

Chouchou

En even later ook in die van de supporters. “Want in het 4-4-2- of 4-5-1-systeem dat Steaua hanteerde,” gaat Stoica door, “werd Théréau als diepste spits gebruikt en de Fransman pikte zo regelmatig zijn goaltje mee. Hij groeide snel uit tot de chouchou van het publiek.”

Liefst tien keer zou hij de netten doen trillen in de Roemeense competitie, in zeventien matchen. Mircea Petescu, een Roemeens makelaar in België die zelf ook nog bij Steaua speelde en Théréau er aan het werk zag, zegt : “Hij kwam met een Franse mentaliteit in Roemenië aan : vol initiatief, niet afwachten tot de tegenstander actie onderneemt, zelf je plan trekken en de opponent zo in de problemen brengen. Voor mij is hij een voorbeeld van een targetspits. Zijn grootste kwaliteit vind ik zijn kracht en dat hij op het tactische vlak redelijk gedisciplineerd is.”

En Théréau gedijt niet alleen in de Roemeense competitie, hij wordt ook de hele Europese campagne van Steaua ingezet. “Hoewel hij in de Champions League – waarin Steaua in een zware poule belandde, met Dinamo Kiev, Lyon en Real Madrid – en de UEFA Cup (tegen Sevilla, nvdr) niet tot scoren kwam,” zegt Stoica, “maakte hij zich toch bijzonder nuttig voor zijn team.” Kortom, de carrière van Théréau stond niet alleen op de rails, maar liep ook als een trein.

Tot een voetblessure roet in het eten gooit. Hij moet aan de kant blijven, maakt de fout om te snel te willen hernemen en ziet zo zijn tweede ronde in rook opgaan. En ondertussen is er ook dat ene niet te verwaarlozen negatieve kantje aan het verhaal : het dagelijkse leven in Boekarest, dat vooral zijn Belgische vriendin zwaar valt.

Tot het uiterste gaan

Maar een terugkeer naar België brengt soelaas. Eerst toont Club Brugge interesse. Dan volgt Anderlecht, dat na het afspringen van de deal met spits François Sterchele van Germinal Beerschot een alternatief zoekt voor de topschutter van afgelopen seizoen (zie kader). Paars-wit strikt Théréau. Hij krijgt in Brussel een contract voor vier jaar.

“Mij verraste het een beetje dat Steaua hem liet vertrekken”, zegt Mircea Rednic. De ex-speler van Standard is momenteel trainer van Dinamo Boekarest en dus bevoorrecht getuige van de ontwikkeling van Théréau in Roemenië. “Hij liet hier een goede indruk na, toonde zich een strijder op het veld. Hij zet goed pressing en beschikt over een prima timing. Hij beweegt veel en doet de verdedigers van de tegenpartij pijn. Ik vind hem op zijn best als hij als diepste spits uitgespeeld wordt.”

Maar Rednic maakt ook enkele kritische bedenkingen : “Hou er wel rekening mee dat hij hier bij Steaua niet echt goede concurrentie gehad heeft. De beste spelers waren vaak geblesseerd, en hij heeft de kans om daarvan te profiteren met beide handen gegrepen. Waarschijnlijk had hij ook gespeeld als de anderen niet in de lappenmand hadden gelegen, maar dan had hij nog meer het maximum van zichzelf moeten geven.”

En Rednic kon zich niet van de indruk ontdoen dat Théréau dat afgelopen seizoen niet altijd deed : “Soms ontbreekt het hem – rekening houdend met zijn kwaliteiten – een beetje aan ambitie. Hij moet verder gaan. Toen hij bij Steaua aankwam, toonde hij veel qua présence en prestaties, maar nadien deed hij het een periode kalmer aan. Hij had een heel grote stap gezet door naar Roemenië te komen, bij een groot team, en leek even blij te zijn dat hij al zo ver geraakt was. De voet even van het gaspedaal. Dat mag niet. Hij heeft veel kwaliteiten en moet tot het uiterste gaan.

“Nu ja, vergeet niet dat hij nog niet zo lang geleden nog in de Franse derde klasse speelde. Het ontbreekt hem nog een beetje aan ervaring. Maar hij heeft hier in de Europese competities – een niveau waar hij klaar voor is – meegespeeld. Hij is nu weer wat beter dan toen hij hier aankwam.”

Opgevulde lacune

Théréau is er bij Anderlecht bijgehaald omdat trainer Frank Vercauteren vond dat er op het aanvallende vlak in de breedte versterking moest komen om in de Champions League sterker voor de dag te komen. In de breedte, wat impliceert dat een eventueel vertrek van Mohammed Tchité opgevangen zou moeten worden door nog een nieuwe transfer.

Théréau wordt ondertussen gezien als een waardig alternatief voor Sterchele. Een completere voetballer, klinkt het op verschillende plaatsen. Als Mathijssen, die beide spelers in zijn team heeft gehad, de vergelijking maakt, zegt hij : “Kijk je naar de kwaliteiten van Théréau als targetspits – ik heb het dan over : inspelen, rug naar de goal, bal bijhouden, wachten, eventueel uitdraaien – dan heeft hij net iets meer dan François. Maar zoek je naar wie de koele killer is, wie een superhoog percentage haalt wat afwerking betreft, dan is François iets scherper, iets alerter. Die twee dingen compenseren elkaar.”

Dat Théréau zich bij Anderlecht in de kijker zal spelen, daar twijfelt Mathijssen geen seconde aan. “Het is zeer spijtig voor Nicolás Frutos of Mohammed Tchité, want een van die twee zal niet spelen. Daar ben ik absoluut zeker van.” Makelaar Petescu wijst er in dat opzicht op dat het profiel van Théréau nauwer aansluit bij dat van Frutos dan bij dat van Tchité. “Die laatste is een ander soort van targetspits”, zegt Petescu. “Beweeglijker. Terwijl Frutos veel tactische slimheid aan de dag legt. Maar je kan voorin ook met twee dezelfde types spelen.”

Werner Deraeve, hoofd scouting bij Anderlecht, zegt : “Théréau beschikt over een interessant profiel in die zin dat we niet over een echt alternatief beschikten voor het geval er iets scheelt met Frutos. De Fransman vult die lacune nu op. Maar dat is niet alles, want je kan niet zeggen dat het een kloon van Nicolás is. Met zijn scherpe torinstinct draagt hij ook iets van Tchité in zich.” S

Door Kristof De Ryck en Bruno Govers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content