‘Zekerheden hebben is gevaarlijk’

© belgaimage - kurt desplenter

Hij werd gevormd door het ‘spel op zijn Nantes’ en na een job als opleider van de Franse bond trok hij voor lange tijd naar de andere kant van de Atlantische Oceaan. Laurent Guyot heeft dus veel bagage. Die zet hij nu neer in Brugge, waar hij Cercle gaat coachen. Een ontmoeting.

Zijn spelerscarrière mag dan al lang achter de rug zijn, het silhouet van Laurent Guyot verschilt nog niet veel van dat van de doorsneeverdediger die op de velden van de Pro League staat. De Fransman ziet eruit als iemand die niet alle sportbeoefening aan de wilgen heeft gehangen toen hij dat met zijn voetbalschoenen deed. Zijn taal is doorspekt met Engelse termen, typisch voor iemand die aan de andere kant van de Atlantische Oceaan heeft gewerkt.

Vooraleer hij de teugels in handen nam bij Cercle, dat een Franse trainer zocht om zijn juweeltjes uit Monaco op te blinken, had Guyot al heel wat watertjes doorzwommen. In de jaren 90 werd hij kampioen met FC Nantes, nadien werd hij directeur van het gereputeerde opleidingscentrum van de Kanaries. Hij coachte Boulogne-sur-Mer tijdens een dol avontuur in de Ligue 1 en ging vervolgens via Sedan naar ten slotte Clairefontaine om de nationale jeugdploegen van Frankrijk te trainen. Een uitdaging die hem in Toronto wachtte, bracht hem de grote plas over. Met België ontdekt hij nu zijn derde vaderland als coach. Guyot is alvast onder de indruk van de stad Brugge en hij is vastbesloten om die liefde wederkerig te maken.

Wanneer ik spreek over goed voetbal, dan heb ik het niet over schoonheid maar over efficiëntie.’ Laurent Guyot

Wat brengt een Franse trainer ertoe om van Toronto naar Brugge te trekken?

Laurent Guyot: ‘Ik wilde na vijf jaar weer een eerste ploeg trainen. Dat wilde ik altijd al, ook al deed ik wel met teams veldwerk. En het project beviel me. Een goeie beurt maken in eerste klasse, jongeren uit Monaco laten komen om hen te laten groeien, zien welke het niveau hebben… Want vergis je niet: het eerste doel is het behoud.’

Fransen die in België komen spelen, zeggen vaak dat onze competitie meer open is. Heb je daarover al informatie ingewonnen?

Guyot: ‘Ik heb wedstrijden van vorig seizoen bekeken, met name de barrages voor de titel. Dat levert spektakel op en dus is het goed, maar het is toch vooral goed wanneer het open ligt bij de tegenstander… Dat is iets waar we zullen op werken. Op het hoogste niveau wordt er tegenwoordig gegroepeerd gespeeld. Heel erg hoog wanneer je goed bent en wat minder hoog naargelang je niveau, maar de uitdaging is altijd gegroepeerd te blijven. We hebben er al over gesproken, samen met de spelers, en dat is iets wat onze ploeg goed zou moeten kunnen. Je moet collectieve kwaliteit tonen vooraleer de individuele talenten kunnen uitblinken. In de hoop wel dat enkelen het individueel erg goed zullen doen, want hoe groot de collectieve kwaliteit ook is, op een bepaald moment zijn het de speciale spelers die het verschil maken.’

Je bracht veel jaren door in Nantes, net in de glorieperiode van die club. Heeft dat een stempel gedrukt op de trainer die je nu bent?

Guyot: ‘Zeer zeker. FC Nantes is 28 jaar van mijn leven – ik ben er nu 48. Zowel als jongere in het opleidingscentrum, als profspeler, als trainer, als directeur van de academie… Je brengt niet zodanig veel tijd in een club door die zo goed presteert qua opleiding van spelers, aan de zijde van trainers als Raynald Denoueix en Jean-Claude Suaudeau, zonder dat je zelf als coach beïnvloed wordt door Nantes. Het is geen toeval dat zoveel ex-spelers nadien trainer geworden zijn.’

Zit er ook een risico vast aan een zo grote invloed?

Guyot: ‘Ja, namelijk dat je wil copy-pasten. Dat zijn trouwens de discussies die ik met mijn toenmalige trainers heb gehad. Die zeggen je ook dat je vooral niet exact hetzelfde moet willen doen. Je moet je laten inspireren en er ook iets van je eigen persoonlijkheid in leggen. Maar wat het verschil maakte, waren niet noodzakelijk de ideeën, maar eerder de stabiliteit in de uitvoering ervan. Jean-Claude Suaudeau placht vaak te zeggen: ‘Vaak realiseren de mensen zich niet hoe eenvoudig het is.’ De club had haar principes en week daar niet van af. Gedurende jaren kon ze steunen op die principes, waar ze ook stond in het klassement.

Je moet voortdurend spelen met de balans tussen nederigheid en zelfvertrouwen.’ Laurent Guyot

‘Van zodra je in staat bent om goed voetbal te brengen, zul je de resultaten zien. En wanneer ik zeg ‘goed voetbal’, dan heb ik het niet over de schoonheid. Dan heb ik het over efficiëntie.’

Wanneer men aan het voetbal à la Nantes denkt, dan denkt men over het algemeen aan techniek…

Guyot: ‘De mensen hebben daar geen benul van, want vandaag ligt de nadruk op voorbereiding met of zonder bal. Bij Nantes spraken we voortdurend over het spel, over het collectief en over aanvallend voetbal … maar ik heb nooit zoveel gelopen en zoveel fysieke voorbereiding zonder bal gedaan als bij Nantes. Daar heb ik het plezier van lopen ontdekt.’

Tegenwoordig wordt de voorbereiding gekenmerkt door een heel andere aanpak.

Guyot: ‘Ik geef geen kritiek op een bepaalde aanpak. Ik ben op mijn achtste begonnen met voetballen, dus ik zit er al een tijdje in, en als er één ding is dat ik weet, dan is het wel dat het erg gevaarlijk is om zekerheden te hebben. Je moet ideeën hebben, je ontwikkelen, een gedragslijn en een plan hebben. Mijn doortocht bij de Franse voetbalbond heeft me daar veel bij geholpen. Ik kreeg spelers gedurende vijf of zes dagen bij mij en we werkten alleen maar op tactiek door middel van video’s, want op het veld hadden we daar de tijd niet voor. En dat marcheerde. Dus ja, misschien is de video heel goed gemaakt, maar op een bepaald moment moet je toch bescheiden zijn. Al die spelers worden door verschillende mensen getraind, dus begrijpen ze wel ongeveer de ideeën. Maar wat hun omgeving ook was, ze gingen vooruit en waren in staat om bepaalde dingen te doen.’

Hoe kun je op enkele dagen tijd die chemie creëren?

Guyot: ‘Eerlijk gezegd is dat niet zo moeilijk, want er zijn enorme kweekvijvers. Je maakt een groep van 18 spelers, maar het hadden er ook 45 of 50 kunnen zijn. Je moet gewoon een idee hebben wat je precies wilt, want door alleen maar de besten te nemen op elke positie maakt je niet per se een goeie ploeg. Maar als de idee er is, dan is het niet zo ingewikkeld.’

Na twee ervaringen als hoofdcoach, in Boulogne en Sedan, trok je terug het pak van opleider aan. Dat is toch een rare keuze, niet?

Guyot: ‘Dat kan verrassend lijken, maar door mijn werk bij de bond was ik ook betrokken bij het opleiden van trainers. Door verschillende mensen te zien werken kon ik wat afstand nemen van het beroep en enkele persoonlijkheden ontmoeten. Ik was bijvoorbeeld opleider van Pascal Dupraz. We hebben twee erg uiteenlopende karakters, maar ik heb met hem uitzonderlijke gesprekken gevoerd. Ik heb er op een dag eens met Claude Makélélé over gesproken. Die vertelde me over een gesprek dat hij met Carlo Ancelotti had. Ancelotti zei dat je eerst jezelf goed moest kennen vooraleer je goed een groep kunt leiden. Zo niet ga je aan bepaalde zaken voorbij. Tegenwoordig is zelfs bij de begeleiding van een jeugdspeler het menselijke aspect erg belangrijk.’

Hoe slaag je erin om de twijfels die bij het voetbal horen naar de spelers toe om te zetten in zekerheden?

Guyot: ‘In Canada zeggen ze: ‘ Not too high, not too low.’ Dat is heel juist. Ik probeer dat aan te passen aan wat ik voel. Ik hou me voor dat dit een beroep is waarin je nooit te zelfzeker moet zijn, maar ook niet te bescheiden. Je moet voortdurend spelen met die balans tussen nederigheid en zelfvertrouwen, zowel als speler als als trainer. Iemand die te bescheiden is in topsport, dat werkt niet. In Noord-Amerika heb ik de NBA van nabij gevolgd en de persoonlijkheid van die spelers… die is enorm. LeBron James, Kevin Durant, dat zijn indrukwekkende mannen. De verantwoordelijkheid die ze opnemen in het laatste kwart! Die gasten gaan ervoor, omdat ze dat graag doen en ze zelfvertrouwen hebben. En soms lukt het niet. Tegelijk is het ook nederig om uren en uren aan je shot te werken, met het oog op dat ene moment dat je volledig overtuigd moet zijn van jezelf.’

Door alleen maar de besten te nemen op elke positie maak je niet per se een goeie ploeg.’ Laurent Guyot

Welke opdracht heeft Monaco je gegeven door je de leiding over Cercle toe te vertrouwen?

Guyot: ‘Het project – meer dan de resultaten – is een identiteit Monaco-Cercle te creëren die duurzaam is.’

En welke accenten wil je leggen om die identiteit te creëren?

Guyot: ‘De goesting om inspanningen te leveren. De efficiëntie. En daar loopt ook een idee over aanvallend voetbal doorheen. Maar pas op: ik ben geen dromer. Ik zeg ‘aanvallende ideeën’, maar we zijn de promovendus, dus moeten we eerst een zeker niveau halen. Ik weet dat er moeilijke matchen zullen komen, dat we niet elke maandag gelukkig zullen zijn. Van zodra we dat beseffen en we werken met het doel om het seizoen op hetzelfde niveau aan te vatten, zullen we er alles aan doen om beetje bij beetje een performante ploeg op dat niveau te hebben.’

Om zich te redden greep Eupen bijvoorbeeld twee jaar geleden naar een zeer aanvallend concept. Vorig seizoen speelde het een stuk meer behoudend…

Guyot: ‘Wat telt is het aantal punten dat je pakt. Hoe je die pakt… Nogmaals: we hebben onze ideeën en we hopen die op een aangename manier over te brengen, zodat de supporters er plezier aan beleven. Nu wil die supporter natuurlijk ook dat we in eerste klasse blijven de komende jaren. En daarvoor moet je matchen winnen.’

Kun je op lange termijn een leefbare spelfilosofie ontwikkelen op basis van verdedigende fundamenten?

Guyot: ‘Weet je, in de wedstrijdvoorbereidingen bij Nantes spraken we bijna alleen over verdedigende aspecten. Suaudeau herhaalde voortdurend deze zin: ‘Goed verdedigen om goed aan te vallen.’ Niet méér verdedigen, maar goed verdedigen. Daarop lag de nadruk: de defensieve organisatie. Als je tegen de iconische trainers van Nantes zou zeggen dat ze alleen aan aanvallen dachten, dan zouden ze zot worden. In Nantes hadden we een grote put. Alleen muren en hekken en een harde ondergrond. De goals waren op de muren getekend, de bal ging nooit buiten. We speelden drie tegen drie, vijf tegen vijf, zelfs één tegen één. En soms … ik zal niet zeggen dat het oorlog was, maar we deelden toch flink uit. Daar waren we leeuwen. Het zijn de mensen van Nantes die die omgeving ontworpen hebben om precies daarop te trainen.’

Want één van de kernthema’s in het huidige voetbal is de plaats waar je de bal verovert.

Guyot: ‘Precies.’

Laurent Guyot:  'Ik weet dat er moeilijke matchen zullen komen en dat  we niet elke maandag gelukkig zullen zijn.'
Laurent Guyot: ‘Ik weet dat er moeilijke matchen zullen komen en dat we niet elke maandag gelukkig zullen zijn.’© belgaimage – kurt desplenter

‘Toronto, dat is klein New York’

Toen je in Canada aankwam, waar soccer niet meteen een populaire sport is…

Laurent Guyot: ( onderbreekt) ‘Het is de sport die door de jeugd het meest beoefend wordt! Maar ijshockey blijft het populairst. In Toronto heb je ook de Raptors in de NBA en sinds kort ook een ploeg in het American football.’

Heeft zo’n multisportomgeving invloed op jou?

Guyot: ‘Dat creëert een winnaarsmentaliteit. Ook financieel: die multisportclub verdient elk jaar geld. En bovendien heb je de Noord-Amerikaanse mentaliteit, je moet altijd positief zijn. Dat schept een soort momentum dat iedereen voorttrekt. En er is de stad… Ik ben niet geheel objectief, ik ben dol op Toronto: 165 verschillende nationaliteiten, op dezelfde trottoir heb je mensen die je de verdiensten van het christendom bejubelen en die van de islam, en alles verloopt prima. Soms weet je in Toronto niet meer in welk land je bent. En de veiligheid is er heel erg goed.’

Beviel het werkklimaat je?

Guyot: ‘Het kan wel wal stresserend lijken, want het is klein New York. Erg Noord-Amerikaans, helemaal anders dan Montréal. Men ademt er werk en inspanning, maar geen druk. En er is geen agressiviteit, het is er aangenaam.’

Andere sporten bijwonen, geeft je dat een nieuwe kijk op het voetbal?

Guyot: ‘Ik ben naar wedstrijden in de NBA kunnen gaan kijken. Baseball ook, al kende ik daar aanvankelijk niks van. Ik denk dat er veel verbanden zijn, dus ik probeer de gelijkenissen op te sporen. Maar uiteindelijk is vijf tegen vijf spelen op een klein veld zoals in het basket toch wel anders wat betreft het probleem van de ruimte.’

Basket is veel meer geschematiseerd dan voetbal.

Guyot: ‘American football is het ergste. Vijf yards naar rechts, drie naar links, twee centraal… Voetbal is meer afhankelijk van onzekerheden, ook al kun je wel schema’s uittekenen. Bovendien is het gemakkelijker om de bal met de handen te spelen dan met de voeten. Wat je dus voorzien hebt, is meer vatbaar voor onnauwkeurigheid. Daarom moet je aan een speler de nodige sleutels kunnen geven zodat hij zich kan aanpassen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content