BC Telenet Oostende zet zijn hegemonie verder, met nu al een vijfde landstitel op een rij. Het is van begin jaren negentig en het legendarische Racing Maes Mechelen geleden dat een club daarin slaagde. Sport/Voetbalmagazine schotelde elk van de tien tegenstanders uit de Scooore League een vraag voor over dit onklopbare ‘BCO’.

Wat had Oostende meer dan Okapi Aalstar in deze finalereeks?

Brad Dean, afscheidnemend coach (hij keert na veertig jaar in Europa terug naar de VS) van verliezend finalist Okapi Aalstar.

BRAD DEAN: ‘Simpel: een groter budget. Kijk naar de clubs waar hun spelers vandaan komen en vergelijk dat met mijn selectie. Dat scheelt een aantal jaren ervaring. Hun kern is zo veel breder en dieper. Zeker in de play-offs, met die snelle opeenvolging van wedstrijden, speelt dat een belangrijke rol. Dat een van hun buitenlandse aanwinsten (Nedim Buza, nvdr) tegen ons niet van de bank kwam, zegt genoeg over die rijkdom. Ik denk dat zelfs hun reservebank de finales in de Belgische play-offs zou bereiken. Kijk, ik wil ook geen afbreuk doen aan hun verdiensten, ze hebben er hard voor gewerkt, maar wanneer zij in Europa spelen, zullen ze net hetzelfde zeggen: het is moeilijk optornen tegen clubs met een veel groter budget. Al is dat geen garantie, je moet dat geld goed besteden… en dat doen ze bij Oostende nu al vijf jaar lang. Hun rekrutering is telkens top. Daarvoor verdienen ze lof.’

Welke rol heeft coach Dario Gjergja in dit succesverhaal van Oostende?

Roel Moors, coach van Antwerp Giants en afgelopen seizoen verkozen tot Coach van het Jaar.

ROEL MOORS: ‘Dario Gjergja is de antipode van Brad Dean, zijn opponent in deze finales. Terwijl Dean altijd rust uitstraalt, is Gjergja iemand die zeer emotioneel coacht. Desondanks blijft hij toch steeds lucide genoeg om de juiste beslissingen te nemen. Tactisch is hij sterk en hij toont zich een uitstekende motivator: zijn ploeg staat altijd op scherp. Hij heeft alle kwaliteiten om het ook hogerop waar te maken. Alleen denk ik dat hij dan zijn gedrag wat meer onder controle moet krijgen. Ik kan mij inbeelden dat bepaalde topclubs vraagtekens plaatsen achter zijn kolerieke uitbarstingen.

‘Zijn vertrek bij Oostende zou ongetwijfeld een nieuwe cyclus inluiden, want ik vermoed dat spelers als Jean Salumu en Quentin Serron dan hun kans willen wagen in het buitenland (Serron vertrok ondertussen naar Gravelines, nvdr). Dan moet Oostende opnieuw bouwen aan een team. Maar de structuur is zodanig goed dat zij dat wel opvangen, misschien volgen er dan enkele mindere jaren, maar op termijn zal Oostende altijd een topclub blijven.’

Wat is het meest intimiderende aspect aan dit Oostende: hun mentale sterkte, hun fysieke kracht of de verzameling aan talent?

Christophe Beghin begon zijn carrière bij Okapi Aalstar en ontbolsterde nadien bij Oostende. De drievoudige Speler van het Jaar speelt ondertussen al vijf jaar bij Charleroi.

CHRISTOPHE BEGHIN: ‘Je kunt veel positieve aspecten opsommen, maar voor mij is het toch hun fysieke kracht die het verschil maakt. Zeker dit seizoen. Door de breedte van hun kern kunnen ze de tegenstander een hele wedstrijd lang onder druk zetten. Hun pressing is bij momenten indrukwekkend. Serron is daar de exponent van: door de energie die hij steeds op het veld toont, trekt hij de rest van de ploeg mee. Alles draait om intensiteit. Dat ze de tegenstander zo vaak onder de zeventig punten houden, zegt alles.’

Wie zijn de bepalende spelers in het team?

Stéphane Moris, pivot bij Pepinster.

STEPHANE MORIS: ‘Meer dan andere ploegen is BCO bovenal een sterk collectief. Je kunt niet echt zwakke plekken aanduiden en het gevaar kan van overal komen. Als enige ploeg in België kunnen ze constant wissels doorvoeren zonder te verzwakken. Zo kunnen ze een hele wedstrijd een hoog tempo aanhouden.

‘Als ik dan toch één beslissende speler moet aanduiden, kies ik voor Dusan Djordjevic. Hij is de ware leider van het team en het verlengstuk van de coach. Het is omdat hij perfect begrijpt wat Gjergja verlangt dat de ploeg zo solide speelt. Je krijgt hem nooit uit zijn evenwicht. Niet voor niets werd hij al twee keer MVP van onze competitie. Oostende met of zonder Djordjevic, dat is een groot verschil. Hij wordt er natuurlijk niet jonger op en dit seizoen sukkelde hij al eens met kleine kwaaltjes. Je mag dat niet onderschatten: Oostende traint meer en harder dan wie ook in België. Djordjevic heeft nog één jaar contract te gaan, maar de club denkt het best al aan zijn opvolging, want hij blijft niet eeuwig spelen.’

Is Oostende het te volgen voorbeeld inzake jeugdopleiding?

Fulvio Bastianini, gelouterde coach van Luik en volgend seizoen aan de slag bij Charleroi, staat bekend om zijn goede werk met Belgische jeugd.

FULVIO BASTIANINI: ‘Oostende had destijds al een goede opleiding met de Ajaxschool, alleen ontbrak toen een tussenstap naar de eerste ploeg. Door hun samenwerking met tweedeklasser Gistel kunnen jongeren nu daar eerst ervaring opdoen bij de grote jongens. Oostende heeft zich heel goed gestructureerd op dat vlak. Met ex-speler Sam Rotsaert, die veel energie en tijd steekt in de jeugdopleiding, en Dario Gjergja die het afmaakt. Plus een goede scouting, want niet vergeten dat Oostende talent over het hele land gaat halen. Khalid Boukichou bijvoorbeeld vonden ze in Brussel. Je moet hun jeugdwerk ook niet overroepen. Het is wel de verdienste van Gjergja dat hij geduld toont met die jongeren. Oostende is een voorbeeld voor de rest omdat je bij hen een duidelijke structuur ziet en neuzen die allemaal in dezelfde richting wijzen.’

Heeft Oostende een goed imago?

Alexandre De Meeter is Head of Communications bij Basic-Fit Brussels.

ALEXANDRE DE MEETER: ‘Oostende heeft, zoals eigenlijk alle basketbalclubs in België, een sympathiek en familiaal imago. Maar, en dat geldt evenzeer voor de meeste Belgische clubs, toch vind ik dat ze nog te weinig inzetten op communicatie via sociale media. Al is daar bij Oostende het voorbije jaar stilaan wat verandering in gekomen. Bij Brussels hebben we op één jaar tijd dertig procent meer private sponsors ingehaald, onder meer dankzij onze communicatiestrategie. Als een van de weinige clubs investeren wij daarin.

‘Of het agressieve gedrag van Gjergja hun imago aantast? Op lange termijn alvast niet. Trainers zijn passanten. Het zou spijtig zijn als de basketfans het imago van een trainer onthouden en niet de titels die hij behaald heeft. Hoe dan ook, na hun vertrek blijft er weinig van hen hangen in de beeldvorming rond een club.’

Wat was het verschil tussen het Oostende van dit seizoen en dat van vorig seizoen?

Coach Brian Lynch is al twee seizoenen lang met Limburg United het zwarte beest van Oostende.

BRIAN LYNCH: ‘Gjergja coacht er nu al vier jaar, ondertussen weet iedereen wel hoe Oostende speelt. Zijn ploeg sloopt je defensief en rekent dan op een razendsnelle transitie. En als dat niet lukt schakelen ze over op zeer efficiënte pick and roll-patronen. Djordjevic zet de lijnen uit, alleen weten we stilaan hoe we hem dat beletten. Dat Oostende dit jaar minder dominant was naar het einde toe, ligt dus eerder aan de tegenstanders die zich aanpassen dan aan een minder niveau van Oostende. Integendeel, ik vind dat ze eigenlijk beter zijn dan vorig seizoen. Vooral met de komst van Rasko Katic: een slimme en ervaren center. Dat misten ze vorig jaar, want Jared Berggren was toch eerder een role player. En dan is er nog Gibson: wat een speler! Hij heeft ons doodgedaan in de halve finales. Elke keer als we Oostende beet hadden, zorgde hij met een cruciale actie voor de bevrijding.’

Is het Oostendepubliek verwend en daardoor minder een steun dan pakweg dat van Aalstar?

Senne Geukens, ex-speler van BCO en nu bij Kangoeroes Willebroek, draait al tien jaar mee in onze hoogste klasse.

SENNE GEUKENS: ‘Het publiek is inderdaad verwend, ze zijn het gewoon geworden om elk seizoen titels en bekers te winnen. De publieke opkomst is daardoor misschien niet altijd top tegen kleinere ploegen – tegen Willebroek zat het bijvoorbeeld verre van vol – maar voor de finalewedstrijden daagt wel iedereen op, hoor. Zeker tegen Aalstar is het een gekkenhuis.

‘Aan de kust spelen is niet zozeer intimiderend door het publiek, wel door de grootsheid van de club. Het is een van de grootste zalen en het is de club die nu al vijf jaar na elkaar de landstitel wint. Dan besef je al in de rit naar daar dat het moeilijk wordt om iets te rapen. Oostende speelt een zeer georganiseerd basketbal, terend op een ijzersterke defensie. Die lijkt in de Sleuyter Arena nog net dat tikje strakker, want afgaan voor eigen publiek behoort niet tot de opties.’

Is Oostende de best bestuurde club in België of doet een club als Aalstar het beter gezien het beperktere budget?

Thierry Wilquin is algemeen manager van Mons en afgevaardigde van de Waalse clubs in het uitvoerend comité van de Scooore League.

THIERRY WILQUIN: ‘Oostende is de club met de grootste financiële middelen en koppelde daar jaren geleden een duidelijke visie aan vast. Hun succes is meer dan verdiend, daar bestaat geen greintje jaloezie over. Het valt niet te vergelijken met de dominantie van Charleroi in het Eric Sommetijdperk enkele jaren geleden. Daar voelde je dat het een kunstmatig succes betrof, waarbij de sportieve prestaties niet de financiële realiteit weerspiegelden. Met de rol van Johan Vande Lanotte bij Oostende heb ik geen probleem, hij is in de eerste plaats een basketballiefhebber, die inzit met de toekomst van zijn favoriete club. Op dat vlak draagt hij zijn bestuurservaring en expertise over. Oostende heeft enkele lengtes voorsprong genomen. Dat komt omdat ze jaar na jaar de juiste keuzes maken, daarvoor kan je enkel bewondering hebben.’

Center Rasko Katic was de sterke man tijdens de finales. Is hij de MVP van de play-offs?

Thomas De Thaey, pivot/center bij Leuven en een paar seizoenen geleden nog aan de slag bij BC Oostende.

THOMAS DE THAEY: ‘Katic en Boukichou zijn allebei zeer sterk in de pick and roll, wat natuurlijk zeer goed uitkomt met een spelverdeler als Djordjevic. Met dat duo heeft Oostende heel wat power onder de ring. Vooral Katic is een beest. Wat mij betreft de sterkste center in België. Beter dan John Tofi, ja, ook al kreeg die de MVP-trofee en heeft die de beste stats uit zijn leven neergezet. Katic heeft ervaring te koop, ik kende hem al van bij Rode Ster Belgrado en de Servische nationale ploeg. Hij kent alle trucjes om een tegenstander uit de match te houden. Een talent als Boukichou kan daar enorm veel van leren, zeer goed gezien van Oostende.’

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – FOTO’S BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content