Na AS Roma krijgt deze maand ook Parma een buitenlandse eigenaar. Dan bevinden zich al zes Italiaanse eersteklassers in ‘vreemde’ handen.

AS Roma was de eerste Italiaanse eersteklasser in buitenlandse handen, toen in 2010 een Amerikaanse investeringsgroep rond James Pallotta de club kocht van de familie Sensi. De Amerikanen hoopten een nieuw stadion te bouwen en de commerciële inkomsten flink omhoog te krijgen, maar dat lukte niet. Vorige week verkochten ze AS Roma voor 391 miljoen aan een andere investeerder uit de VS, de groep van de Texaanse zakenman Dan Friedkin, die fortuin maakte omdat zijn vader de invoerrechten van het Japanse automerk Toyota opkocht toen niemand daar in de VS in geloofde. Op 17 augustus wordt de overname getekend en verwacht men dat de nieuwe eigenaars AS Roma van de beurs halen én een bekende voetbalnaam als uithangbord zoeken (Francesco Totti?).

Straks wordt ook de overname van 51 procent van de aandelen van Parma door een Qatarese investeringsgroep in handen van de rijke familie Al Mana verwacht. Na het failliet van Parma in 2015 en de val naar vierde klasse redden zeven lokale investeerders de club. Zij blijven nog minstens vijf jaar aan boord om de Italiaanse continuïteit te garanderen.

In 2013 kwam Inter als tweede Italiaanse eersteklasser in buitenlandse handen, eerst in die van de Indonesiër Erick Thohir en sinds 2016 van de Chinese holding Suning. Een jaar later werd Bologna overgenomen door een Canadees-Amerikaanse investeringsgroep. Drie jaar later volgde AC Milan.

Vorig jaar was het aan Fiorentina met een Italo-Amerikaan als nieuwe eigenaar, waardoor er straks met Parma zes clubs in de Serie A een buitenlandse eigenaar hebben, waarvan vier een Noord-Amerikaans bedrijf.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content