Ziekjes

Toen Kameroen in 1990 als eerste Afrikaanse land de kwartfinales van het WK bereikte en Nigeria zes jaar later olympisch goud won, werd voorspeld dat een Afrikaans land voor 2010 een wereldtitel zou pakken. In 2018 staat het zwarte continent weer bij af: voor het eerst in 36 jaar overleefde geen enkel team de groepsfase.

Egypte was in 1938 de eerste Afrikaanse WK-deelnemer en het duurde tot 1970 vooraleer Marokko nummer twee in de rij werd. Met Zaïre (nu terug Congo) werd vier jaar later gelachen, toen het met 9-0 verloor van Joegoslavië.

De West-Duitse bondscoach Jupp Derwall durfde in 1982 geen videobeelden te laten zien van Algerije, omdat zijn spelers hem niet ernstig zouden nemen. Ze hadden vooraf een mand vol doelpunten aangekondigd, terwijl ze met een sigaar in de mond zouden spelen. De Duitse hoogmoed werd afgestraft: 2-1 voor Algerije.

Marokko bereikte in 1986 als eerste natie van het zwarte continent de knock-outfase en de Ontembare Leeuwen van Roger Milla (zijn heupbewegingen aan de cornervlag zijn een van de meest iconische WK-beelden) eisten vier jaar later voor de eerste keer een plaatsje op bij de laatste acht.

Nigeria plaatste zich twee keer op rij (1994 en 1998) voor de tweede ronde. In 2002 werd Senegal het tweede Afrikaanse land in een kwartfinale. Ghana greep in 2010 naast een halve finale door in de slotminuut een strafschop te missen. Vier jaar geleden overleefden voor de eerste keer twee Afrikaanse teams de groepsfase.

In Rusland lijkt het Afrikaanse voetbal echter ziekjes. Sterspelers als Roger Milla, George Weah of Didier Drogba hebben we niet ontdekt. Sociaaleconomische achterstand en corrupte en incompetente bondsleiders blijven het voetbal van dat schitterende continent teisteren. Aan geld is nochtans geen gebrek meer, sinds de FIFA miljoenen aan subsidies verdeelt.

Ruzies over winstpremies, zoals in 2006 toen Ghana dreigde te staken, zijn er niet meer. ‘De Afrikaanse internationals spelen allemaal in Europa, ‘ weet onze Zuid-Afrikaanse collega Mark Gleeson. ‘Ze trainen, reizen, eten en slapen op dezelfde manier als hun ploegmaten. Maar net zoals bij de Europeanen zit er vooral veel middelmaat bij.’

Het Afrikaanse voetbal haalt zijn achterstand echter niet op. De eeuwenlange kolonisatie en exploitatie van het continent eist nog steeds zijn tol. De meeste landen zijn nog steeds arm en politiek verdeeld en dat is geen goede voedingsbodem voor voetbalglorie. De nationale competities stellen te weinig voor en jong talent wordt nog steeds massaal weggeplukt en vaak uitgebuit. Te veel talent loopt ook verloren.

Het schrijnendste voorbeeld is wellicht Nigeria, het meest bevolkte land van het werelddeel. Waar blijven de opvolgers van de Super Eagles (tot de onafhankelijkheid was de bijnaam van de Nigeriaanse ploeg Rode Duivels) als Célestine Babayaro, Nwankwo Kanu, Finidi George, Jay-Jay Okocha, Daniel Amokachi, Sunday Oliseh en Victor Ikpeba?

Voor het eerst in 22 jaar geraakt geen Afrikaanse ploeg door de eerste ronde.

Op de Olympische Spelen van 2008 diende zich een nieuwe gouden generatie aan. Nigeria haalde zilver na in de halve finale met 4-1 gewonnen te hebben van België. Van de selectie die Mirallas, Ciman, Vertonghen, Dembélé, Kompany, Fellaini en Vermaelen kansloos liet, behoort alleen IkechukwuEzenwa (toen de reservekeeper) hier tot de 23 van de Super Eagles.

Laat ons ook niet vergeten dat veel Afrikaanse talenten nu de kleuren van Europese landen verdedigen, omdat ze hier geboren werden of op jonge leeftijd met hun ouders emigreerden. Lilian Thuram, Zinédine Zidane, Patrick Vieira, Romelu Lukaku, het zijn slechts enkele voorbeelden.

Opvallend is ook dat Europese tweederangscoaches de voorkeur blijven krijgen. Alleen Tunesië en Senegal hadden op dit WK een trainer van het eigen continent. Het is historisch zo gegroeid. Egypte speelde in 1934 onder leiding van de Schot James McRae en Marokko werd in 1970 gecoacht door de Joegoslaaf Blagoje Vidinic.

‘Afrikaanse bondsleiders denken dat blanke trainers nog steeds superieur zijn en beschermen hen tegen kritiek in geval van een mislukking’, meent Peter Alegi, professor Afrikaanse geschiedenis aan Michigan State University.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content