Zij wilden nog meer voetbal zien

© getty

Ondanks een steeds grotere tsunami aan spelers van over de landsgrenzen en de nasleep van het Propere Handenschandaal bleef de Jupiler Pro League ook in het afgelopen reguliere seizoen van weliswaar 29 i.p.v. 30 speeldagen, veel fans naar de Belgische stadions lokken. Sport/Voetbalmagazine dook in de officiële toeschouwersaantallen en distilleerde acht opvallende vaststellingen.

1. Malinwafans geven algemeen gemiddelde een boost

10.732. Zo veel toeschouwers zaten er, tot en met de 29e speeldag, gemiddeld in de tribunes tijdens de 232 afgewerkte reguliere competitiematchen, of 85.857 voetbalfans per speeldag. Zes procent meer dan in de dertig speeldagen van de reguliere competitie in 2018/19 (10.190) en een stijging met bijna 25 procent in vergelijking met het begin van vorig decennium (8720, in 2010/11).

De Jupiler Pro League (JPL) blijft dus aanslaan, met die belangrijke nuance dat de klimmende curve in vergelijking met 2018/19 grotendeels te verklaren is door de promotie van KV Mechelen naar 1A en degradatie van Lokeren naar 1B. Malinwa speelde de afgelopen campagne voor gemiddeld 14.101 fans in zijn AFAS-stadion. In het kleinere Daknam zagen de Waaslanders in 2018/19 amper 4303 toeschouwers per match opdagen.

Bijkomende kanttekening: het algemene gemiddelde zou gezakt zijn als de slotspeeldag normaal was afgewerkt. Voor de grote publiekstrekkers (Club Brugge, Standard, Anderlecht, KAA Gent en KV Mechelen – alleen KRC Genk en Antwerp niet) stond immers een verplaatsing geprogrammeerd.

2. Club Brugge: dé publiekslokker

Club Brugge is en blijft, al sinds 2012/13, de populairste ploeg qua aantal supporters: 22.904 toeschouwers zaten er gemiddeld in de vijftien wedstrijden in het Jan Breydelstadion. Weliswaar een fractie minder dan in 2018/19 (23.000), maar nog altijd veertien en negentien procent meer dan de nummers twee en drie in die ranking: Standard (19.738) en Anderlecht (18.497) – zie ook grafiek.

Liefst dertien van twintig best bezochte matchen van afgelopen seizoen vonden zelfs in Brugge plaats. In de top tien staan zelfs zeven duels van Club, met de toppers tegen KRC Genk (26.769), Anderlecht (26.243) en Standard (25.400) als uitschieters. En dan wordt in die risicomatchen het aantal bezoekende supporters nog gelimiteerd, waardoor blauw-zwart zijn maximale capaciteit in Jan Breydel (28.228, de grootste van alle stadions) dan niet volledig kan benutten.

Ook op verplaatsing krijgen Ruud Vormer en co de steun van de meeste supporters: gemiddeld 1275. Twintig procent meer dan tweede in die ranking (Anderlecht, 1014 fans). De vijftien uitwedstrijden van paars-wit lokten wel meer supporters bij die vijftien thuisploegen: 12.214 (als meeste in de JPL) per match, vs. 11.909 voor Club Brugge.

3. De trouwe supporters van Anderlecht en KV Mechelen

Anderlecht beleefde een historisch slechte campagne, maar de fans blijven trouw aan hun club. Zowel uit als thuis kreeg paars-wit zelfs méér steun dan in het seizoen 2018/19 (al was ook dat geen hoogvlieger). Op verplaatsing gaat het weliswaar om een heel lichte stijging: gemiddeld 1014 vs. 989 in 2018/19. In het eigen Lotto Park steeg het aantal thuissupporters per wedstrijd met 276: van 17.799 in 2018/19 naar 18.075 (+1,5 procent). Waardoor ook het algemene toeschouwersgemiddelde in dezelfde grootorde steeg (van 18.200 naar 18.497, +1,6 procent).

Mede omdat dieptepunten, zoals eind vorig seizoen onder coach Fred Rutten, met slechts zo’n 12.000 toeschouwers tegen KV Kortrijk en Zulte Waregem, vermeden werden. De twee partijen met de minste kijkers in het Lotto Park, tegen KV Oostende op de eerste speeldag en tegen Charleroi op de achttiende speeldag, lokten telkens nog goed 14.000 man. Bovendien had Anderlecht, net als in 2018/19, voor zijn thuisduels zelfs met voorsprong de grootste bezettingsgraad van alle JPL-clubs: 89 procent, of gemiddeld 18.497 toeschouwers op een maximale capaciteit van 20.802.

Nochtans was paars-wit pas de op vijf na beste thuisploeg in de JPL, met 26 op 45. Geen ploeg echter die qua aantal toeschouwers vs. aantal behaalde punten in eigen huis dan ook beter scoort. Op dat vlak komen alleen KRC Genk en KV Mechelen in de buurt. Ook zij konden geen schitterend thuisrapport voorleggen (respectievelijk 25 op 42 en 22 op 45), maar dat jaagde hun fans niet weg. Niet toevallig was KV Mechelen na Anderlecht ook de club met de hoogste bezettingsgraad (85 procent, of 14.401 op een maximale capaciteit van 16.672).

4. Zulte Waregem, STVV en Cercle glijden weg

De clubs die hun toeschouwers het meest zagen terugvallen zijn Zulte Waregem (van 7400 naar 6452, -13 procent), STVV (van 7008 naar 5568, -21 procent) en Cercle Brugge (van 6444 naar 4538, -30 procent).

Verrassend, wat Essevee betreft, want het streed lang mee voor een play-off 1-ticket. Na een slecht vorig seizoen had het echter al duizend abonnees verloren. En de voorbije acht maanden speelde het ook vijf keer op de weinig aantrekkelijke zondagavond om 20 uur (zie ook punt 7). Bovendien waren er het hele seizoen grote wegwerkzaamheden in de buurt van het Regenboogstadion. Toen Zulte Waregem vanaf half december in sportief drijfzand belandde (5 op 30), bleven de fans nog meer weg. Door de coronacrisis miste het op de laatste speeldag wel een mooie recette met de thuismatch tegen Standard.

Bij STVV is de sterke daling de voortzetting van de laatste jaren, nadat in het seizoen 2015/16 (na de promotie naar 1A) nog een recordaantal van 6300 abonnementen werden verkocht. De overname door de Japanners hebben de kritische Truienaars allerminst gesmaakt. Vorig seizoen konden ze zich nog opwarmen aan een strijd om een play-off 1-ticket, maar de grijze afgelopen campagne, met een twaalfde plaats, deed hun kanariehart nog feller afkoelen.

Ook bij Cercle Brugge haken de supporters (vooral de oudere) steeds meer af, sinds de overname van AS Monaco in mei 2017. Een Russische CEO, een Franse technisch directeur, twee ontslagen Franse trainers, een stortvloed onbekende jongeren van de moederclub uit het prinsendom, twee kelderseizoenen op rij, door wonderdokter Bernd Storck pas op het nippertje genezen van het degradatievirus: Cercle is niet meer de sympathieke vereniging die in de jaren tot voor de degradatie naar 1B in 2014/15 nog ruim 7000 à 8000 Bruggelingen naar Jan Breydel lokte.

5. Charleroi: de aantrekkelijkste bestemming

Vreemd genoeg staat Cercle wél op kop in de ranking met de meeste bezoekende fans: gemiddeld 740 per match. Dat cijfer wordt echter vertekend door de vele Club Bruggesupporters tijdens de derby (5075). Zonder die wedstrijd valt Cercle terug op gemiddeld 406 bezoekende fans, en zakt het naar de… voorlaatste plaats.

Tweede in die ranking, en dus de aantrekkelijkste bestemming: Charleroi, met gemiddeld 702 supporters in zijn uitvak. Dat is dan ook bijna een volledig tribune. Behalve Cercle tegen Club zag geen enkele vereniging afgelopen seizoen meer bezoekende toeschouwers opdagen als Charleroi voor de thuiswedstrijd tegen Anderlecht (1965). Ook tegen Standard, Club Brugge, Antwerp, KV Mechelen mochten de Zebra’s 1000 à 1400 streepjes trekken (en dan werd het aantal bezoekende supporters tegen Standard, na meerdere incidenten in het verleden, nog beperkt). Opmerkelijk: Charleroi zag in veertien thuiswedstrijden ook een pak meer eigen aanhangers opdagen: 9128 vs. 8466 in 2018/19. Het is dan ook de club die qua algemeen gemiddelde het meeste stijgt (met voorsprong zelfs), plus 8,63 procent – zie ook kader.

Zij wilden nog meer voetbal zien

Opvallend: Mouscron volgt na Charleroi met gemiddeld 650 bezoekende fans. Dankzij onder meer een groot supportersvak dat tegen Anderlecht, Club Brugge en Antwerp telkens ruim duizend fans lokte. En dankzij een supportersactie van Cercle Brugge dat ruim 1149 supporters op de been bracht voor de verplaatsing naar Le Canonnier. Mouscron profiteert ook van de nabijheid van clubs als KAA Gent, KV Kortrijk en Zulte Waregem. Die hadden ook meer supporters mee dan hun seizoensgemiddelde.

6. Fans ontzien verre verplaatsing naar Genk

Een verplaatsing naar de regerende kampioen: aantrekkelijk, zou je denken. Toch zag geen enkele eersteklasser zo weinig bezoekende supporters opdagen als KRC Genk: gemiddeld slechts 400, een fractie meer dan vorig seizoen toen het in die ranking óók als laatste stond. Nochtans was het uitvak in de Luminus Arena tegen Anderlecht, Antwerp, Club Brugge en Standard weer gevuld met meer dan 900 fans (op een totaal van 1017 plaatsen, in twee vakken). Dat aantal was allicht ook overschreden in de afgelaste laatste thuismatch tegen KV Mechelen, met een play-off 1-plaats als inzet. Met die wedstrijd erbij had het gemiddelde van 400 dus iets hoger gelegen.

Dat cijfer werd vooral naar beneden gehaald door de lage opkomst van de ‘kleine’ clubs uit West/Oost-Vlaanderen en Wallonië. Acht keer bleef het bezoekersaantal zo onder de 186 steken. Blijkbaar is voor veel fans de verplaatsing naar Limburg te ver, zeker als de match ’s avonds om 20.00 uur of 20.30 uur begint (wat zesmaal op die acht keer het geval was).

Opvallend: Anderlecht, dat vijftien thuiswedstrijden speelde, staat voorlaatste in de ranking met bezoekende supporters (422 per duel). Dat ligt dan weer vooral aan het beperkte aantal toeschouwers dat paars-wit in zijn uitvak mag toelaten. Zo zitten zelfs in de toppers, zoals tegen Club Brugge of Standard, ‘slechts’ 650 à 700 fans van het bezoekend team in de tribune.

7. Hoe leefbaar zijn Mouscron, Waasland-Beveren en Eupen nog?

In 2018/19 waren Mouscron, Waasland-Beveren en Eupen de drie clubs met het minste aantal toeschouwers. En dat was ook afgelopen seizoen zo, in dezelfde volgorde zelfs. Samen met STVV en Cercle Brugge zijn ze ook de enige clubs waarvan de bezettingsgraad van hun stadion minder dan vijftig procent bedraagt.

Eupen is het grootste kneusje met amper 3135 toeschouwers per duel. Weliswaar met de op een na grootste stijging van alle eersteklassers in vergelijking met 2018/19 (+3,46 procent) – al is dat, gezien het geringe aantal, verwaarloosbaar. Van de twintig en tien matchen met de mínste voetbalfans langs het veld telt Eupen er respectievelijk twaalf en zeven.

Mouscron, dat gemiddeld 3968 toeschouwers trok, bekleedt in die ranking de ‘leidersplaats’ met twee thuisduels: amper 1392 supporters tegen STVV en 1763 tegen KV Oostende.

Van alle JPL-clubs konden Mouscron en Eupen ook op verplaatsing op de minste steun rekenen: van gemiddeld slechts 116 en 107 supporters. Met dieptepunten voor Eupen op KV Kortrijk (24 fans, niet toevallig op een dinsdagavond) en voor Mouscron op KRC Genk (41 supporters, niet toevallig op zondagavond 20 uur).

Waasland-Beveren zag nog relatief veel aanhangers meetrekken op verplaatsing – gemiddeld 341, meer dan bijvoorbeeld KV Kortrijk (215) of STVV (206) – maar op de Freethiel was het stiller dan ooit, met gemiddeld slechts 3707 toeschouwers. Met die nuance dat het wel de thuisderby op de slotspeeldag tegen KAA Gent in het coronawater zag vallen.

8. Het vervloekte zondagavondvoetbal

Veel clubleiders vloeken als de match van hun ploeg op zondagavond 20 uur gepland wordt. Dat blijkt ook uit de cijfers: de 25 wedstrijden op dat tijdstip lokten gemiddeld 8330 toeschouwers, 2402 minder dan het algemene gemiddelde in de JPL (10.732). Met als kanttekening dat vooral de K11-ploegen dan moesten aantreden. Van de G5 speelde alleen KAA Gent meer dan één keer op zondagavond (driemaal).

Hetzelfde beeld voor de matchen op zaterdagavond, om 20 uur of 20.30 uur. Daar zaten zelfs maar 8024 voetbalfans per wedstrijd op de tribune, 2708 minder dan het algemene gemiddelde. Ook die duels worden immers vooral door de ‘kleine’ clubs uitgevochten. Club Brugge speelde, behalve op de 29e speeldag tegen Cercle (toen alle matchen op zaterdagavond werden afgewerkt), slechts éénmaal op dat tijdstip (tegen KV Kortrijk). Standard en Anderlecht zelfs geen enkele keer (behalve op de 29e speeldag). Alleen KAA Gent (zesmaal) en KRC Genk (vijfmaal) openden geregeld hun stadion op zaterdagavond.

De aantrekkelijkste affiches vonden, ook niet verrassend, altijd plaats op vrijdagavond (20.30 uur) of op zondag om 14.30 uur en 18 uur. Met toeschouwersaantallen van respectievelijk 12.100, 16.088 en 16.129 steken die matchen ruim boven het JPL-gemiddelde (10.732) uit. Zo speelde grote publiekslokker Club Brugge thuis drie keer op vrijdagavond en vijf en twee keer op zondag (14.30 uur en 18 uur). Anderlecht werkte zelfs ácht van zijn vijftien thuisduels af op zondagavond 18 uur, plus ook drie om 14.30 uur.

Nog een bevestiging: wedstrijden in de zomer, wanneer veel mensen op reis zijn, trekken minder volk. Het gemiddelde toeschouwersaantal van de eerste drie speeldagen bedroeg 9699, van de eerste vijf speeldagen (tot eind augustus) 10.333, of respectievelijk 1101 en 467 minder dan het gemiddelde vanaf september (10.800). In die eerste maand stonden wel weinig toppers op het menu, om de Europees spelende ploegen te sparen. Bovendien werden aantrekkelijke affiches als Antwerp-KAA Gent en Charleroi-Club Brugge uitgesteld.

Zij wilden nog meer voetbal zien
Zij wilden nog meer voetbal zien
Zij wilden nog meer voetbal zien
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content