Van 8 tot 17 februari 2002 vinden in Antwerpen de eerste Proximus Diamond Games plaats. Bob Verbeeck wil België opnieuw een traditie van toptennis bezorgen.

Toen Kim Clijsters in Melbourne aankondigde dat ze na de Australian Open noodgedwongen een rustperiode inlaste wegens een schouderblessure, sloeg de angst Bob Verbeeck niet om het hart. Niet dat de organisator van de eerste Proximus Diamond Games de impact ervan slecht inschatte, maar een paar dagen voordien was hij al gebriefd over het slechte nieuws. De gevolgen lieten zich meteen voelen : ’s anderdaags al zakte de voorverkoop van 1500 tickets naar 43O per dag. Een troost voor de aanwezigen is dat Clijsters haar volle medewerking aan het evenement in Antwerpen blijft verlenen. Maar op het diamanten racket, waarvan de waarde op 1 miljoen euro wordt geschat, zal ze minstens nog een jaar langer moeten wachten. Daarvoor moet ze het toernooi in vijf jaar tijd immers drie keer winnen.

Het diamanten racket herinnert aan vroeger gloriedagen, toen Antwerpen met veel poeha en glitter het ECC-toernooi presenteerde, eveneens in het Sportpaleis. Het aan mannen voorbehouden toernooi begon zijn bestaan buiten de ATP-kalender, maar door extravagante verwennerij en een aanzienlijke prijzenpot trok het probleemloos de grote sterren. Toen het eindelijk een vaste plaats in het officiële circuit verwierf als het European Community Championship, stierf het – ondanks een prijzenpot van één miljoen dollar – eind jaren negentig een stille dood.

Bij de vrouwen was België ondanks de successen van Sabine Appelmans en Dominique Van Roost al braakliggend land sinds de Ladies Open, een bescheiden 75.000 dollartoernooi. Na vergeefse reanimatiepogingen in Knokke en later Brussel bloedde het eind jaren tachtig langzaam dood. Het braakliggend land en het succes van Kim Clijsters en Justine Henin zette Bob Verbeeck aan het denken. Verbeeck werkt voor het sportconsultancybureau Octagon-CIS (zie kader), waarvan de Amerikaanse tak onder meer toptenissers adviseert, onder wie Anna Kournikova.

B

ob Verbeeck adviseert bedrijven in België over hoe ze sponsorgelden voor sportevenementen moeten spenderen. Tevens verricht hij research naar wat in België nog mogelijk is qua organisatie van topsportevenementen. “België heeft daar geen overschot”, is zijn mening. “Er is de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik, de GP Formule 1 en de Memorial Van Damme.”

Door zijn eigen verleden als atleet staat het bureau vooral sterk in de atletiek. Het organiseert de Belgische en de Internationale Cross Cup, de Nacht van de Atletiek en de Energiser Indoor. Verder ook de Grote Prijs Eddy Merckx en straks de nieuwe versie van de Ronde van België. De contacten met het tennis zijn het gevolg van besprekingen met Sanex, wereldwijd de sponsor van de WTA Tour, de profcompetitie voor vrouwen, maar ook de persoonlijke sponsor van Kim Clijsters. “Toen groeide de idee om eens na te denken over een groot toernooi in België, dat er bij de mannen noch bij de vrouwen was. Het duurde nog bijna een jaar voor we een contract tekenden voor zo’n toernooi in België.”

Hoe doet u dat ? Want de kalender zit vol en de hiërarchie staat vast.

Bob Verbeeck : Klopt. Het aantal toernooien is gelimiteerd : vier Grand Slams, zeven grote en zeventien semi-grote toernooien, waarvan zes in Europa. Een jaar lang onderzochten we welk toernooi eventueel naar België wilde verhuizen. In de hoogste twee categorieën komen geen weken vrij voor nieuwe toernooien omdat de kalender vol zit en iedereen zijn organisatie wil behouden. Je moet een overeenkomst maken met een bestaand toernooi en het akkoord krijgen van de WTA.

Er was een mogelijkheid om het toernooi van Nice over te nemen in februari, wat dus is gebeurd. Maar die organisator behoudt wél zijn rechten : wij zijn geen eigenaar van het toernooi van Antwerpen, alleen de exploitant die er zich toe verbindt het gedurende meerdere jaren te organiseren. Dat twee toptienspeelsters uit een klein land zonder toptoernooi komen, was een krachtig argument naar de WTA.

De laagst geplaatste speelster in Antwerpen is het nummer 49 van de wereld. Wie de kwalificaties spelen, staan tussen 51 en 122. Niet allemaal bekende namen, maar wel een kwalitatief hoogstaande tabel. Hoe stelt u zo’n deelnemerslijst samen ?

Wie vorig jaar succesvol was in Nice, heeft punten te verdedigen. Daardoor waren we vrijwel zeker van deelname van Amélie Mauresmo en Manuela Maleeva, die in Nice de laatste finale speelden. Ook het management van Clijsters en Henin was enthousiast om in België te spelen. Vooral na de Brilliant Game, een exhibitiewedstrijd die als testcase fungeerde in het Sportpaleis. Vervolgens tekenden Serena Williams en Jelena Dokic in, zonder dat wij gingen lobbyen. Er zijn immers belangrijke WTA-punten te verdienen in Antwerpen.

U hebt niet aangedrongen bij Kournikova wier belangen door Octagon worden verdedigd ?

Als wij onze speelsters onder druk zetten om allerlei toernooien te spelen, zullen zij ons ook vragen : werken jullie voor ons of voor jezelf ?

Een goedkoop avontuur is het niet. U werkt met een prijzenpot van 585.000 dollar, zo’n 677.000 euro. Bij de vrouwen doenn, behalve de vier Grand Slams, slechts elf toernooien beter.

Wij zijn verantwoordelijk voor het totaalbudget van 110 miljoen frank – via sponsoring, ticketing en hospitality – en voor de onkosten voor de opvang van de speelsters, de organisatie en de gasten. Dat is een groot bedrag voor een kleine markt. Toch hanteren we democratische ticketprijzen; ze bedragen ongeveer vijftig procent van vergelijkbare toernooien. Je kan de finale in Antwerpen al bijwonen voor 25 euro, de duurste plaatsen kosten 45 euro. Bij de meeste toernooien schommelt dat tussen 80 en 145 euro. Bij het vroegere ECC kostte de goedkoopste finaleplaats 136 euro. We voorzien ook geen skyboxes, de tribunes komen tot aan het terrein.

Waarom Antwerpen ?

Brussel heeft geen infrastructuur, daar moesten we alles van nul opbouwen. In Antwerpen konden we terugvallen op de bestaande infrastructuur, met de tribunes van de Night of the Proms, de kleedkamers en een professioneel uitgebouwde en enthousiaste organisatie die direct wilde participeren. Begin november, een week voor het Brilliant Game, stond de beslissing vast. Op drie maanden kregen we alles rond.

Wilt u met het diamanten racket de link met het ECC-verleden leggen ?

De enige reden waarom we zo’n racket lieten vervaardigen, is de uitstraling naar de absolute toppers. Iedereen die ‘Antwerpen’ hoort, begint spontaan over dat diamanten racket. Het wordt wel niet langer door de Hoge Raad voor Diamant geproduceerd, maar in eigen beheer.

Hebt u niet geprobeerd Kim Clijsters toch tot spelen te bewegen, ondanks haar blessure ?

Nee. Omdat ik als ex-sporter vind dat je altijd respect moet hebben voor de atleet. Stel dat wij aandringen en haar blessure verergert, dan zien we haar nooit meer terug in Antwerpen. Terwijl ze nu toch een handje komt toesteken.

Clijsters en Henin zijn wereldtoppers.

Ik ben niet jaloers, als u dat bedoelt. Succes aan de top is het werk van de atleet zelf. Alleen hij of zij is verantwoordelijk voor zijn of haar prestaties. Dat we er in België ineens twee hebben, is toeval. Misschien overkomt het ons de komende honderd jaar niet meer. Zij hebben het financieel makkelijker dan vroeger, toen veel sporters alleen stonden. De laatste jaren is de sport meer op de golven van de markt gaan roeien. Bedrijven kennen nu beter de waarde van sport dan twintig jaar geleden. Als Michael Jordan in zijn eentje goed is voor 15 procent van de productie van Nike, is het logisch dat hij navenant betaald wordt.

door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content