Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Dat Standard afhaakte in het titeldebat ? Eigen schuld, dikke bult, meent Harold Meysen.

Waar gaat het over ? Voor de wedstrijd tegen Sint-Truiden kreeg een aantal spelers van de directie van Standard een schriftelijke reprimande wegens overgewicht. Onder hen Harold Meyssen, 30 jaar en tot 2003 onder contract bij de Luikse club. “Eén : dat mocht nooit in de media komen”, zegt hij. “Twee : het is een heel zwak excuus om op die manier iets te verklaren. Drie : ik weeg één kilo minder dan vorig jaar en toen kraaide er geen haan naar. Het gewicht dat ik nu als streefdoel meekrijg, 80 kg, is wat ik veertien jaar geleden woog. Nu weeg ik 82,5 kg. Ik heb altijd geleerd dat niet het gewicht telt, maar het vetpercentage.”

Het leverde hem en de anderen een boete van 500 euro op. “Belachelijk veel. Neen, ze is nog niet betaald, dat moet pas deze maand. Of ik dat nu wil of niet is de vraag niet, ik zal ze wel moeten betalen. Maar laat er ons nu over ophouden. Het mag geen excuus zijn om slecht te spelen, ik denk niet dat dit de enige reden is waarom het minder gaat.”

at zijn ze dan wel, de redenen waarom Standard het alweer laat schieten ? “Het uitstel van de wedstrijd tegen GBA heeft ons ritme gebroken”, meent Harold Meyssen. “Een tweede factor lijkt me het grote aantal geblesseerden, waardoor we moesten schuiven en wisselen. Voor nieuwjaar hebben we ook wedstrijden beslist in één helft, en kwamen we er minder uit in de tweede. Als je dan, zoals na de winterstop, wat minder geluk hebt, zelf geen doelpunt kan maken en de tegenstander wel, dan kom je in de problemen.” Problemen ? Voorzichtig : “Mentaliteit, het hoofd. Bij iedere goal van de tegenstander schieten we in paniek.”

Bij het begin van het seizoen stelde Meyssen dat Standard na het vertrek van Runje, Van Buyten, Prosinecki en Mornar aan kwaliteit had ingeboet. Het collectief zou dat moeten gaan opvangen, net dat wat nu ook aan het verdwijnen is. Of niet ? Meyssen : “Misschien wel, terwijl we zonder weinig kans maken. Vorig jaar konden meerdere spelers met een flits een wedstrijd beslissen. Dat kunnen we dit jaar niet. Valt dan ook nog het collectief weg, dan is alles weg.”

Met de komst van Genaux, Spehar en Cavens kreeg de groep rond nieuwjaar een tweede kwaliteitsinjectie. Maar schaadde dat het geheel uiteindelijk niet meer dan dat het baatte ? Meyssen : “Kan ik niet op antwoorden. We zaten met gebleseerden, de Afrika Cup, moesten iets doen. Onze goeie periode kwam er nadat we wisselden van systeem, van een 4-3-3 naar een 4-4-2, en dezelfde ploeg bleef staan. Zo kwamen er automatismen en vertrouwen. Door de blessures hebben we alles moeten omgooien. Bovendien hebben we niet zoals vorig jaar mensen in de ploeg, en dan denk ik aan Prosinecki, die de rust kunnen bewaren en een bal in de ploeg houden. Het moet nu altijd snel-snel naar voor, en voor middenvelders is het dan soms iets te veel. Lange bal, counteren, weinig mensen die een bal kunnen bijhouden : als je dan niet scoort, heb je het moeilijk.”

Genk had toch ook spelers op de Afrika Cup ? Meyssen : “Tja, wij lossen het op onze manier op, Genk doet het anders. In elk geval speelt het een rol, je moet weer zoeken naar ideale combinaties, naar ideale paren. Jongens die maanden niet gespeeld hebben, hebben tijd nodig voor ze zich goed voelen in een groep en ritme hebben. In het begin van het seizoen verloren we om dezelfde reden ook domme punten.”

En zijn verstandhouding met Johan Walem op het veld ? “In het begin was het zoeken. Door zijn blessure hebben we nog niet zo vaak samen gespeeld.” Is het op dit moment hij of Walem ? “Dat kan gerust zijn.” En dan delft hij het onderspit. “Dat kan ook zijn. Op dit moment weet ik het niet, ik zat in Lokeren na een schorsing onverwacht op de bank, maar blijft dat zo ?”

aarmee kom je onvermijdelijk uit bij het beleid van Standard. Om de zes maanden ondergaat de kern een facelift. Liever dribbelt Meyssen om de hete brij heen : “Ik moet me daar niet mee bezig houden, ik moet voetballen.”

Maar kan dat nog, met op de achtergrond een machtstrijd onder makelaars ? Spelers die voor Didier Frenay tekenden ( Didier Ernst, Ali Lukunku, Michaël Goossens en nu ook Meyssen), zouden om die reden niet meer in de ploeg staan. Omdat sterke man Luciano D’Onofrio, ook makelaar, liever zíjn poulains in de basis ziet. “Ik luister niet naar de Franstalige radio,” weert Meyssen af, “maar men heeft mij dat gemeld, ja.”

Als het klopt, hangt een selectie in Luik af van andere dan sportieve criteria. Voorzichtig : “Vraag dat niet aan mij. Ik sta op ontploffen, maar besef dat ik me moet inhouden. Tegen Lokeren zat ik op de bank, gaat dat blijven duren ? Ali mocht niet spelen tijdens de Afrika Cup, maar nu is hij topfit : gaat deze situatie ook voor hem blijven duren ? Didier was vorig jaar één van de besten, maar wil niet bijtekenen : wat gaat er met hem gebeuren ? Het zijn belangrijke spelers, hun afwezigheid scheelt een slok… Didier is een vechter, Ali weegt zwaar op een verdediging en is ontzettend belangrijk in het spel dat wij hanteren, zo snel mogelijk een bal naar voor. Maar Årst en Lukunku zijn er op dit moment niet, en dan… Ik vind ze allebei nuttige spelers, maar ik heb hier niks te zeggen. ( Lacht) Zo is het toch ?”

De keuze dus is : bijtekenen of tekenen voor D’Onofrio. Anders speel je niet. Meyssen : “Kan zijn, dat weet ik niet. Ik wacht af, hoe lang het voor mij duurt. Ik voelde me hier anderhalf jaar lang goed, maar nu heb ik een vreemd gevoel. Maar het is nog vroeg, ik wacht even af.”

In de winterstop was Standard nog leider, nu lijken persoonlijke belangen het te halen van de hang naar een prijs. “Die vraag wordt uiteraard gesteld”, beseft Meyssen. “Ik denk dat we allemaal een prijs willen, de supporters, de club, de spelers. Want daar valt toch geld mee te verdienen. Het zou heel veel pijn doen als we er weer geen zouden pakken, want daarvoor kwam ik naar hier.”

a het stressbeleid van Tomislav Ivic bracht Michel Preud’homme rust, kalmte en vriendschap. Hij ging dicht bij de spelers staan. “Misschien hebben sommige spelers daarvan geprofiteerd,” denkt Meyssen, “zodat er een radicale ommezwaai is gekomen. De laatste weken pakt hij het heel anders aan. Of dit de zaak ten goede komt, weet ik niet. Het heeft allemaal te maken met die nederlagen, denk ik, dan ga je dingen veranderen en de vrijheid van de spelers wat inperken. We trainen nu anders, meer in wedstrijdvormen en op automatismen, om zo opnieuw vertrouwen te krijgen. Hij praat nu minder met de spelers, vraagt niet langer hoe ze zich voelen, maar trekt lijnen waar niemand meer over mag.”

Zolang al hunkert Luik naar een prijs, dat je zou denken dat het rekent op zijn ervaren spelers. Maar neen. Meyssen : “Jonge spelers maken fouten en dat kost ons punten die we broodnodig hebben. De kloof wordt groot. De bedoeling was om tot aan de topmatchen, die er straks aankomen, het contact met de top niet te verliezen. Helaas dreigt dat nu wel te gebeuren. Kwalitatief zijn we even sterk als alle andere ploegen, maar zij spelen wel al twee, drie jaar samen. Wij moeten telkens van nul beginnen. Hoe moeilijk dat is, weten ze elders wel : Anderlecht overkomt het dit seizoen, Genk vorig jaar. Wie prijzen wil halen, moet aan een ploeg bouwen. Eén, twee, drie jaar lang. Als je ieder jaar spelers vervangt, is het telkens weer van nul herbeginnen, en daardoor verlies je veel punten.”

Dus wordt het nooit iets met Standard, dat om de zes maanden afbreekt ? Meyssen : “Als we geen ploeg bouwen, is de kans minimaal dat we ooit de grootste prijs winnen. En dan praat ik over de titel, want voor Standard moet dat de ambitie zijn.”

door Peter T’Kint,

“Preud’homme praat minder nu, vraagt de spelers niet meer hoe ze zich voelen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content