Op het hoogste niveau gedijde spits Tosin Dosunmu tot nu toe enkel bij Westerlo en Germinal Beerschot. Bij Austria Wien, AS Nancy en Zulte Waregem draaide het voor geen meter. Herrijst de goalgetter van weleer, nu hij terug ’thuis’ is, op het Kiel ?

Een vriendelijke, warme jongen die een dito omgeving nodig heeft om te presteren. Altijd weer dezelfde woorden als het over Tosin Dosunmu gaat. Dat hij niet kon aarden bij Austria Wien in het seizoen 2004/05 en bij AS Nancy in de eerste helft seizoen 2006/07 kan deels aan die uitleg worden toegeschreven, al zijn er bijvoorbeeld voor zijn falen in Frankrijk nog andere verklaringen (zie kader ‘Vreemde kronkel’). Maar dat de Nigeriaan ook bij Zulte Waregem, dat zich toch graag profileert als een familiale club, niet openbloeide in de tweede helft van afgelopen seizoen, was opmerkelijk.

Bijzonder gestresseerd

Trainer Francky Dury van Zulte Waregem haalt diep adem als hem gevraagd wordt hoe dat komt. “Tosin is hier terechtgekomen in een team dat in de competitie niet honderd procent draaide. Voor mij is dat de hoofdreden. Wij kwamen in België niet met hetzelfde enthousiasme voor de dag als in onze Europese campagne ( waarvoor Dosunmu niet speelgerechtigd was, nvdr), voetbalden in de eigen competitie minder vooruit. Door ons wisselvallige seizoen waren we niet die warme club van het jaar voordien. We hadden het zo moeilijk met onszelf dat we niet in staat waren om geluk aan iemand anders te geven.

“Daarnaast heeft Dosunmu nood aan stabiliteit. Hij was al zo vaak van club veranderd… Ik denk dat hij met een bijzonder slecht gevoel bij ons is aangekomen, vertrouwen verloren in Frankrijk. Ik kan me echt niet van de indruk ontdoen dat hij bijzonder gestresseerd speelde. Normaal gezien is Dosunmu goed voor vijftien doelpunten per seizoen, nu begon hij zich plots vragen te stellen. Wie zich bij iedere stap die hij zet, afvraagt of hij wel juist bezig is, verliest kostbare seconden, loopt niet vlot voorwaarts. En weg is de kans om iets goeds te doen. Je moet instinctief voetballen. Het is een spel, je mag er niet te veel over nadenken.

“Hij was ook een beetje binnengehaald als ‘de man die ons naar de linkerkolom zou sjotten’, iedereen verwachtte wat te veel. Dan legt zo’n speler zichzelf ook nog eens extra druk op, waardoor hij zeker niet meer kalm en rustig is.”

Evenwicht zoeken

“Als trainer zoek je dan een evenwicht : is het een jongen die een schouderklop nodig heeft, moet hij eens aangepakt worden ? Als het in het begin niet lukt, zeg je : ‘ Nice try.’ De volgende keer : ‘Oké, ik werk er eens apart mee.’ Dan pak je hem eens aan, en op dat moment merk je : ‘Ohla, ik moet opletten, want hij zit heel diep.’

“Op training heeft Tosin uiteindelijk weinig over zich gekregen, want als er één ding was dat hij ongelooflijk deed, was het : zich inzetten. Ik liet soms mijn assistent de training overnemen, zodat ik Tosin eens kon bekijken, naar reacties toe bijvoorbeeld. Dan zag ik hoe hij na een mislukte actie onmiddellijk naar de grond keek, de schouders een beetje afhangend ; ontgoocheld gedrag. Dan zie je dat je eens op zijn schouder moet gaan kloppen.

“Ik heb met hem alles gedaan ; extra getraind, individueel gepraat en gewerkt… Ik herinner me dat ik hem oefeningen gaf en dat het totaal niet lukte. Niet links, niet rechts, niet in de volley, niet in een één-tegen-éénsituatie. Ik heb die jongen in het verleden zoveel goede zaken zien doen… Ik wist dat het een puur mentale kwestie was.

“Conclusie : Tosin was niet honderd procent scherp, Zulte Waregem was niet honderd procent goed en Francky Dury heeft Dosunmu niet beter kunnen maken. We moeten daar allemaal een beetje onze lessen uit trekken.

“We hebben het dikwijls gezegd toen we hem evalueerden in de tweede ronde : ‘Zo iemand moet de voorbereiding kunnen meemaken.’ Hij miste wat vertrouwen, maar alles volgde elkaar zo snel op dat je niet ‘diep’ genoeg met hem kon werken. In een voorbereiding heb je zes weken de tijd. Dan gaat het ook maar om oefenmatchen. En als hij er tegen een regionale ploeg dan plots enkele tegen de netten kan trappen, is hij misschien weer vertrokken.”

Dury wilde Dosunmu heel graag houden, maar dat bleek voor Zulte Waregem onbetaalbaar. “We konden die inspanning voor zes maanden doen, omdat Nancy daar een beetje in tegemoetkwam, maar niet voor twee of drie jaar.”

Gretige indruk

Tot een terugkeer naar Nancy kwam het voor Dosunmu niet. Op het Kiel wilden ze de Nigeriaan die in het seizoen 2005/06 achttien keer scoorde voor Germinal Beerschot en zo topschutter werd van de competitie, graag weer in de rangen. De Ratten bereikten wel een overeenkomst met de Fransmannen (zie kader ‘Déjà vu’).

En nu gaat het met Dosunmu zichtbaar weer goed, zegt Harm van Veldhoven. “Het is voor hem thuiskomen”, aldus de trainer van Germinal Beerschot. “Dit is voor hem een vertrouwde omgeving, hij voelt zich daardoor wel meer op zijn gemak. Je ziet dat aan de manier waarop hij zich spontaan in de groep zet.

“Conditioneel is hij al redelijk scherp, hij blijkt klaar voor het fysieke werk dat ik van hem vraag en maakt bovenal een zeer gretige indruk. Dat zorgt automatisch voor een snellere aanpassing. Iedereen ziet dat er een nieuwe spits bij is die kwaliteit biedt en daar met veel engagement staat. Dat geeft de mensen rondom hem ook vertrouwen.” Sporen van een afgenomen zelfvertrouwen ziet Van Veldhoven niet.

Verdediger Didier Dheedene van Germinal Beerschot, die ook bij Austria Wien met de Nigeriaan samenspeelde, zegt : “We hebben een goede groep, zonder echt moeilijke jongens, en daarmee vangen we hem goed op. Hij is van ’s morgens tot ’s avonds aan het lachen, je merkt een duidelijk verschil met zijn periode in Oostenrijk. Hier is hij gelukkig. Hij maakt al grapjes, dat heb ik hem bij Austria Wien niet zien doen. Dat was een topclub, zoals Anderlecht. Dan heb je een ander soort druk. Sommige jongens kunnen daarmee leven, anderen niet. Ik zeg niet dat Tosin er niet tegen kan, maar je ziet gewoon dat hij zich beter voelt als het er iets losser, familiairder aan toegaat.

“Op het veld geeft hij een frisse en scherpe indruk. Hij heeft nog altijd die snelheid, die scherpte, werkt nog altijd doelgericht.” Met succes overigens, want Dosunmu prikte in de eerste partijtjes van de voorbereiding al enkele ballen tegen de netten.

Gezonde concurrentie

“In die oefenwedstrijden merk je weer hoe hij diepgang kan maken”, zegt Van Veldhoven, “al kan het naar doel toe nog wat efficiënter. Maar hij was er wel al iedere keer. Omdat we niet wisten hoe het verder zou gaan met François Sterchele, hebben we deze optie genomen. We moeten eerlijk zijn : er zat een zeker risico aan vast. Maar als Dosunmu op deze manier blijft werken, wordt hij weer een groot gevaar voor veel verdedigers.”

Als één man goed moet kunnen inschatten of Dosunmu bij een eventueel vertrek van Sterchele de ideale vervanger zou zijn voor de Waal, moet het trainer Marc Brys van Moeskroen zijn. Hij werkte bij Germinal Beerschot met beide spelers samen. “Als je kijkt naar scorend vermogen, antwoord ik ‘ja’. Wat veldspel betreft, zeg ik ‘neen’. François laat zich meer betrekken bij het samenspel, toont zich meer van nut in de combinatie, terwijl Tosin eerder de kans voor zichzelf creëert dankzij een individuele actie of met zijn opportunisme een aanval besluit. François gaf afgelopen seizoen verscheidene assists, zoiets moet je van Tosin minder verwachten. Hij is meer de afwerker, minder de circulatievoetballer, en heeft ook niet die balvastheid. Om die reden zie ik hem op het eerste gezicht niet samenspelen met Sanharib Malki, een gelijkaardig type. Ik denk meer aan een combinatie met een pure targetspits ofwel een balvaste aanvaller genre Jurgen Cavens.”

Straks kiest Van Veldhoven echter de namen, en hij ziet het blijkbaar wat anders. Hoewel hij naar eigen zeggen nog niet weet hoe het offensieve plaatje van Germinal Beerschot er zal uitzien, zegt de nieuwe trainer van Germinal Beerschot wel al : “Dosunmu kan met veel mensen samenspelen, zowel met Cavens , met Malki, als met Sterchele.” Met dat laatste wil Van Veldhoven ook aangeven dat Dosunmu niet per se moet hopen op een vertrek van Sterchele om niet weg te kwijnen in diens schaduw.

“Cavens kan ook vanuit het middenveld spelen”, licht Van Veldhoven ten slotte een tip van de sluier op. “Malki en Sterchele zijn net als Dosunmu centrumspitsen, hetgeen impliceert dat twee van de drie zullen spelen. Ik denk dat dit voor een eersteklasser een gezonde concurrentie is.” S

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content