Na Junior en Vincent Kompany is Anthony Vanden Borre het derde jeugdproduct met Congolese roots dat doorbreekt bij Anderlecht. ‘Het zoontje van mijn nicht speelt ook bij Anderlecht. Jean-Baptiste Yakasongo. Een hele goeie, schrijf maar op.’

Elk nadeel heeft zijn voordeel. Anderlecht mag dan wat minder goed draaien, dankzij de comfortabele voorsprong in de rangschikking krijgt trainer Hugo Broos de gelegenheid om vroeger dan verwacht te experimenteren met jong talent. De voorbije weken zat de jonge Rus Anatoli Gerk (20) geregeld op de bank en in de verdediging kreeg Vincent Kompany (17) al een paar keer Anthony Vanden Borre (16) naast zich.

Hoe erg Anderlecht inmiddels op die laatste gesteld is, illustreren twee recente incidenten. Vorige week wilde het hem selecteren voor de return van het bekerduel tegen Beveren, terwijl de voetbalbond de verdediger met de nationale min-17-jarigen wilde laten aantreden – Anderlecht haalde uiteindelijk zijn slag thuis. Eerder op de maand hield Anderlecht zijn jongste openbaring al eens weg van een selectie met de aspiranten.

Het is nog vroeg voor voorspellingen, maar Anthony Vanden Borre lijkt een sterke kandidaat te gaan worden voor de rechtsachterplaats van MichalZewlakow. Begin dit seizoen trainde hij nog met de min-19-jarigen. In oktober maakte hij de overstap naar het tweede elftal en sinds nieuwjaar traint hij mee met de profkern. Vanden Borre : “Ik mocht mee op stage naar Maspalomas en bleef daarna bij de A-kern. De kans kwam onverwacht. Ik rekende erop dat ik pas volgend seizoen zou worden opgenomen in de A-kern. Ik denk dat de grote voorsprong in de rangschikking me heeft geholpen, daar ben ik eerlijk in.”

Aan het Centre d’Education et de Formation en Alternance (Cefa) in Anderlecht volgt hij nog een cursus informatica, maar dat is slechts deeltijds onderwijs : noem het gerust een veredeld leercontract. Vanden Borre : “Acht uur les, gespreid over twee dagen. De rest van mijn tijd gaat naar het voetballen, in feite ben ik dus bijna prof. In theorie moet ik nog twee jaar studeren, en ik weet dat iedereen graag een diploma heeft, maar ik weet niet of ik dit tot het einde zal volhouden. In het voetbal weet ik wat ik wil bereiken, maar op school… (grijnst)…, dat lijkt me gecompliceerder. Ik steek heel anders in mekaar dan Vincent, die je nog wel eens een boek ziet vastnemen. Ik loop liever wat te dollen met mijn vrienden. Walkman op het hoofd, metro in, richting stad, of gewoon bij mekaar aanlopen en plezier maken.”

Wegens nog jonger dan zestien jaar had hij vorige zomer nog geen contract op Anderlecht. Andere clubs wisten dat en de telefoon stond dan ook zelden stil. Vandenborre : “In september en oktober drongen een paar clubs stevig aan. Zij wilden niet dat ik tekende bij Anderlecht maar bij hen kwam. Michel Preud’homme belde me herhaaldelijk namens Standard, ook wel een beetje om revanche te nemen voor het feit dat Anderlecht Jonathan Legear, waarmee ik nu samen op school zit, van hen afsnoepte. Vitesse drong het hardst aan. Ik heb een vriend die er speelt en met hem opnieuw in dezelfde ploeg spelen lokte me heel erg aan.”

Maar iets in zijn hoofd zei hem dat hij zijn kans zou krijgen op Anderlecht. “Ik heb getwijfeld, heel hard. Ongeveer in dezelfde periode vertrok Floribert, de broer van Junior, naar Manchester United. Uiteindelijk gaf de doorbraak van Vincent de doorslag. Als hij een kans kon krijgen, dan zat het er voor mij misschien ook in. Mijn manager raadde me ook aan te blijven.”

Anthony Vanden Borre werd geboren op 24 oktober 1987 in Likasi (Congo), maar met de Belgische nationaliteit. Likasi, een stad in het zuiden, ligt niet ver van de grens met Angola. Daar bleef hij tot zijn zesde. Vandaag woont het gezin Vanden Borre niet zo ver van het Constant Vanden Stockstadion, na korte passages in het centrum van Brussel en in Rixensart. Zelf was Anthony sinds hij naar België kwam niet meer in Congo, maar zijn moeder keert er geregeld nog terug.

Vanden Borre : “Veel herinneringen aan Congo heb ik niet, behalve dat ik er een heel goede vriend had met wie ik altijd samen was. Congo associeer ik met het paradijs, we hadden nauwelijks zorgen. Mijn vader werkte er aan de spoorwegen en ontmoette er mijn moeder. Ik heb nog drie broers en één zus û ik ben de jongste. Frank, nu 28, is diegene die zich het meest met mijn carrière bezighield. Hij versierde ook een test bij Anderlecht, nadat iemand me in het park had zien voetballen.”

Hij was acht toen hij er zich in 1995 aansloot. “Thuis waren ze er niet zo voor. Ik had al twee broers die voetbalden en mijn vader, Emile, was het een beetje beu. Hij houdt niet van het spelletje. Mijn twee broers hebben het niet zo ver geschopt, ze hadden minder talent dan ik. Mijn vader deed vroeger aan atletiek en loopt nog steeds. In parken of op straat, voor het plezier. Zijn vader was een voetballer, die nog voor Union speelde. Een beetje uit provocatie supporterde mijn vader voor Molenbeek. Mijn moeder was ook heel sportief : zij speelde basketbal. Volgens mijn vader heb ik van haar mijn explosiviteit en van hem mijn uithouding. Ik heb haar nooit zien spelen, maar ik kom dus wel uit een sportieve familie. Het zoontje van mijn nicht speelt ook bij Anderlecht. Jean-Baptiste Yakasongo. Een buitenspeler. En een hele goeie, schrijf dat maar op.”

Omdat Anthony Vanden Borre zo sterk was, lieten zijn jeugdcoaches op Anderlecht hem steeds in een hogere leeftijdscategorie spelen. Maar ook daar domineerde hij door zijn kracht en snelheid. Altijd in een centrale positie, hetzij in een verdediging met drie, hetzij als buffer voor de defensie. “Hij liet zich gelden,” zegt jeugdcoach Albert Martens, “in moeilijke omstandigheden kon je altijd op hem rekenen. Maar het was ook een speciale, zelfs tegenover zijn ploegmaats.”

Vanden Borre : “Ah, die jeugdtoernooien. Aan dat van Rennes bewaar ik goede herinneringen, zeker aan een wedstrijd tegen Bordeaux. Aan de rust stond het 0-3, maar we kwamen terug tot 3-3. Ik maakte de gelijkmaker, met links nota bene, mijn mindere voet. Ik mocht van Martens lopen waar ik wilde. Ik was ook een beetje de vechter op het veld. Als iemand van onze ploeg pijn werd gedaan, zorgde ik wel voor een revanche.”

Anderlecht had in die tijd veel buitenlanders lopen in zijn jeugdploegen, reden om niet overal goed onthaald te worden. “Vooral de bezoekjes aan Genk waren warm“, zegt Vanden Borre. “Vorig jaar hadden we een ploeg die bijna helemaal uit vreemdelingen bestond. De hele tijd werden we vanaf de kant geprovoceerd. Konden wij het ook helpen dat we er ouder uitzagen ? Er werd gescholden in het Nederlands en Vincent, die beide landstalen begrijpt, diende hen voortdurend van antwoord. Hij is toen beginnen flippen tegen een supporter, maar gelukkig kon de trainer hem tegenhouden. Zelf begrijp ik een beetje Nederlands, maar spreken doe ik het niet.”

Hoe opvliegend is hij zelf ? Het verhaal gaat dat hij ooit een ploegmaat onder de douche een mep verkocht omdat die zijn plaats in de kleedkamer had ingenomen. Verontschuldigend lachje : “Dat was bij de preminiemen. Ik was nog vrij klein, maar liet me gelden. Hij ging op mijn plaats zitten. Omdat hij niet wilde weggaan, heb ik hem een klap verkocht. Dat kostte me mijn aanvoerdersband. Hij speelt nu bij Willem II, geloof ik.”

Was het als Anderlechtspeler een nadeel vroeger als je van Neerpede kwam, vandaag lijkt het een voordeel te zijn geworden. “Het is een kwestie van wat geluk”, denkt Anthony Vanden Borre. “Het lijkt me moeilijker om door te breken als aanvaller. Junior, Kompany en ik zijn allemaal verdedigend ingesteld. Dat is, denk ik, geen toeval : nu Doll vertrekt, Ilic weg is en De Boeck geblesseerd, zijn er daar plaatsen vrij om in te nemen. De club besteedt ook wat meer aandacht aan wat er uit Neerpede komt. Vroeger was er geen enkele speler in Neerpede die eraan dacht door te breken : we amuseerden ons en als de tijd rijp was, zochten we een andere club. Ik herinner me een periode dat iedereen uit mijn ploeg weg wilde bij Anderlecht. Nu is de profkern plots wél een alternatief.”

Met 16 jaar en 141 dagen was hij de op drie na jongste debutant ooit bij Anderlecht. Nii Lamptey was de jongste in 1990 (16 jaar en 16 dagen), gevolgd door Celestine Babayaro in 1994 (16 jaar en 72 dagen) en Paul Van Himst in 1959 (16 jaar en 85 dagen). Toch overwoog Anthony Vanden Borre al twee keer met voetballen te kappen. “De eerste keer was ik dertien”, vertelt hij. “Ik had een vriendinnetje en wilde haar graag zoveel mogelijk zien, maar na de school moest ik direct naar de training zodat we geen tijd hadden voor elkaar. De tweede keer was twee jaar geleden, toen Anderlecht voortdurend problemen maakte over een selectie voor de nationale ploeg. Ik speelde daar graag, maar het was alsof zij niet wilden dat ik me daar liet zien. Er hangen te veel mensen rond die interlands en dat had Anderlecht niet graag.”

Nu hij het zelf aansnijdt, ligt de vraag voor de hand : is hij populair bij de meisjes ? Verlegen lachje : “Helemaal niet. In mijn buurt, ja, bij de vrienden, maar elders nog niet. (Lacht). Ik krijg nog geen fanmail. Mijn vrienden bekijken me ook niet anders, maar in de metro zie ik mensen soms twijfelen. Ik geloof dat ze me stilaan herkennen.”

Zijn vader beheert zijn geld. “Ik heb een mooi zaktelefoontje, maar kan me lang niet alles permitteren. Mijn vader is heel streng. Hij leert me om te gaan met geld. Elke maand krijg ik 350 euro en daar moet ik het mee doen. Da’s niet altijd gemakkelijk, ik had graag wat meer gehad, maar hij vindt dat de verleidingen te groot zijn en dat ik niet meer nodig heb. Ik zou anders toch maar weer de nieuwste dvd, cd of telefoon kopen. Man, man, al die nieuwe technologie, dat is zo mooi ! (Grijnst.) En ik wil alles hebben. Als ik iets wil, wil ik het ook direct. Ik heb absoluut geen geduld.”

Net als Vincent Kompany houdt hij van uitdagingen. Vanden Borre : “Ik ben geen man van kleine wedstrijden. Je amuseert je daarin wel, maar het is te gemakkelijk. Fysiek hadden wij altijd een voorsprong op de anderen. Maar als het tegen Brugge of Standard was, man, dan stonden we klaar, hoor. Ik was altijd een man van de grote afspraken.”

Na zijn eerste wedstrijd met de A-ploeg van Anderlecht liet Kompany zich tegenover intimi ontvallen dat hij verrast was over het gemak waarmee alles was gegaan. Vandenborre : ” C’est vrai. Klopt. Veel vrienden vroegen me na Charleroi hoe het was geweest. Net als in het park, zei ik, alleen waren er wat meer toeschouwers en pers. En dat meen ik.”

door Peter T’Kint

‘Ik was altijd een man van de grote afspraken.’

‘In de metro zie ik mensen soms twijfelen. Ik geloof dat ze me stilaan herkennen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content