‘Een mislukte transfer ? Sta me toe daar eens hartelijk om te lachen.’ Maar waarom dan toch blijft Mbo Mpenza bij Anderlecht beneden de verwachtingen ? Een rondvraag.

De meeste waarnemers noemden het afgelopen zomer ‘de transfer van het jaar’, maar veel potten heeft Mbo Mpenza (28) nog niet gebroken bij Anderlecht. Toegegeven, de omstandigheden zaten zelden mee voor de oudste Mpenza. Om te beginnen levert paars-wit een van de bleekste seizoenen sinds lang af. En zelf werd Mbo zelden uitgespeeld op zijn favoriete stek. Maar volstaat dat om de magere balans – een schamele vijf doelpunten en drie assists – te verklaren ?

Hij wil er liever niet over praten, een daad van zelfbescherming. “Ik ben bang dat ik domme dingen zou zeggen”, klinkt het verontschuldigend. En dus legden we onze vragen voor aan zes mensen die Mbo Mpenza goed kennen.

1. Wat is het probleem ?

Franky Vercauteren(trainer van Anderlecht) : “Het potentieel heeft Mbo, daarover bestaat geen twijfel. Het is er alleen nog niet uitgekomen. Natuurlijk kan hij verzachtende omstandigheden pleiten. Sinds het begin van het seizoen pendelt hij van de ene positie naar de andere. Zijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar een plaats voorin en dat begrijp ik. Ik moet alleen vaststellen dat hij er vooralsnog niet in geslaagd is om daar zijn concurrenten uit de ploeg te spelen. Als ik kies voor het duo Aruna DindaneNenad Jestrovic, komt dat omdat de eerste me het meest geschikt lijkt om een actie te maken en de tweede om die actie af te werken. Zo liggen momenteel de kaarten, met de nadruk op het woord momenteel. Dit is een momentopname. Een Mbo Mpenza in topconditie kan je moeilijk uit de ploeg laten. Ik ben er zeker van dat hij ons nog diensten zal bewijzen. Wanneer ? Dat hangt in de eerste plaats van hemzelf af. De bal ligt in zijn kamp.”

2. Is hij veranderd ?

Christophe Grégoire(ploegmaat bij Anderlecht en eerder ook al ploegmaat bij Moeskroen) : “Fundamentaal is Mbo niet veranderd. Ik zie nog altijd de Mbo die ik ken van bij Moeskroen. Wel maakt hij een gestresseerde indruk. Dat is normaal. Hij is er zich uiteraard bewust van dat hij bij Anderlecht nog niet heeft kunnen geven wat hij er zelf van had verwacht. Ik denk dat hij een beetje verrast is door de algemene context bij een club als Anderlecht, zelfs al kende hij er nogal wat mensen. Dat heb ik vooral gevoeld toen ik contact met hem zocht vlak voordat ikzelf voor Anderlecht tekende. Natuurlijk raadde hij me aan om die stap te zetten, omdat ik bij een echte topclub terechtkwam. Maar hij waarschuwde me ook, signaleerde me dat de sfeer bij Anderlecht minder kameraadschappelijk is dan we bij Moeskroen gewend waren.

“Volgens mij ligt het probleem van Mbo niet in het voetbal zelf. Veel meer hebben zijn problemen te maken met de overgang van een milieu waarin het discreet toeging en hij zich beschermd wist, naar een extreem gemediatiseerde omgeving. Het geringste feit, het geringste gebaar, wordt bij Anderlecht meteen in het publiek gegooid. Bij Moeskroen speelde hij wel eens een slechte match, maar niemand die daar achteraf iets over zei. Bij Anderlecht passeert zoiets niet onopgemerkt. Vooral de negatieve dingen worden hier kolossaal uitvergroot. Ik denk dat Mbo zich nog moet aanpassen aan die speciale sfeer bij Anderlecht en aan de druk die daardoor wordt veroorzaakt. Zodra hij in harmonie met zichzelf raakt, haalt hij wél het verhoopte niveau. Daar ben ik van overtuigd.”

3. Heeft hij voldoende niveau voor Anderlecht ?

Alex Czerniatynski(ex-aanvaller van Anderlecht) : “Dat is een typisch Belgische vraag. Acht maanden geleden was iedereen nog in de wolken over de goede zaak die zowel Anderlecht als Mbo had gedaan. Maar nu, onder het voorwendsel dat Mbo nog niet de pannen van het dak speelde, wordt dat ter discussie gesteld en jagen ze hem op als een wild beest. Die criticasters wijzen erop dat Mbo zich voordien ook al niet gelukkig voelde bij de buitenlandse topclubs waarvoor hij speelde, Sporting Lissabon en Galatasaray. En ze vermelden, zo langs de neus weg, dat hij nog altijd zijn eerste goal voor de nationale ploeg moet maken. Ik weet alleen dat een zekere Luc Nilis ook jaren heeft moeten wachten op zijn eerste doelpunt bij de Rode Duivels. Volgens mij heeft Nilis bij Anderlecht en nadien PSV bewezen dat hij voldoende niveau haalde.

“Ikzelf had een jaar nodig om mijn overgang van een middenmoter als Antwerp naar een topclub als Anderlecht te verteren. Waarom zou Mbo niet net als ik een zekere aanpassingsperiode nodig hebben ? Natuurlijk was ik jonger dan hij en kon ik niet zoals hij terugvallen op twee buitenlandse avonturen. Maar kan je zijn ervaringen in Lissabon en Istanboel vergelijken met zijn situatie in Brussel ? Daar verstond hij geen woord van de taal. Hier verstaat hij elk woord. Hij kan elke dag lezen en horen dat hij bij Anderlecht niet aan de verwachtingen beantwoordt. Dat zoiets zijn moraal en zijn spelniveau beïnvloedt, lijdt geen twijfel.

“Wat Mbo moet doen, is proberen zich over die kritiek heen te zetten. Doen alsof die niet bestaat. En ondertussen trouw blijven aan zijn manier van voetballen. Aruna geeft hem daarin het goede voorbeeld. Het hele stadion mag fluiten en jouwen, hij zal toch blijven dribbelen. Mbo heeft in dezelfde omstandigheden de neiging om zich weg te steken en nog louter collectief te denken en te voetballen, en niet meer individueel, waardoor hij geen enkel risico meer neemt en niet meer aan een persoonlijke actie durft te beginnen. Terwijl hij toch onder meer daarvoor werd aangetrokken : omdat hij met een individuele actie het verschil kan maken. Dat is ook wat de supporters van Anderlecht van hem verwachten. Het moment dat Mbo weer zichzelf durft te zijn op een voetbalveld, is hij gelanceerd. Ik hoor dat mensen nu al spreken over een mislukte transfer. Sta me toe dat ik daar eens smakelijk om lach. Dat gaat mogelijk op voor Fabrice Ehret, die kennelijk niet het gevergde niveau haalt. Maar beslist niet voor Mbo Mpenza.”

4. Is er dubbel gebruik met Aruna ?

Georges Leekens (zijn gewezen trainer bij Moes-kroen en ex-bondscoach) : “Ja en neen. Ja, omdat Aruna en Mbo Mpenza in grote mate een gelijkaardig pro- fiel hebben. Het zijn, bijvoorbeeld, beiden niet die pure afwerkers. Ze zijn meer bedreven in het voorbereiden van een doelpunt dan in het scoren zelf. Daarom kan ik begrijpen dat het niet voor de hand ligt om ze samen in de ploeg te zetten, omdat je dan als trainer altijd roofbouw op de besluitvaardigheid van je team dreigt te plegen. Maar met een zuivere goalgetter als Jestrovic in de ploeg bieden er zich oplossingen aan, de kwaliteiten van Jestrovic maken het mogelijk om zowel Aruna als Mbo aan de aftrap te brengen. Bij Moeskroen deed ik het niet anders. Ik heb daar Mbo in een 4-4-2 gebruikt, waarbij hij voorin Luigi Pieroni assisteerde. Maar net zo goed koos ik in andere gevallen voor een 4-3-3 en zette ik Marcin Zewla-kow mee in de aanval. Voor Mbo vormde dat geen probleem, hij presteerde in beide configuraties sterk. Dat systeem lijkt me vertaalbaar naar de situatie bij Anderlecht, met Mbo en Aruna die rond Jestrovic opereren. Natuurlijk, met Christian Wilhelmsson en Chris-tophe Grégoire beschikt Anderlecht over nóg twee voetballers die nadrukkelijk offensief georiënteerd zijn, om nog maar te zwijgen van Pär Zetterberg. Logisch dat een trainer dan, in het belang van het evenwicht in zijn team, keuzes moet maken. Zoals Mbo dus moet ondervinden.

“Persoonlijk vind ik de Aruna van dit seizoen niet beter dan Mbo Mpenza. Aruna geniet wel het voordeel dat hij zijn ploegmaats beter kent en beter ingespeeld is. Vooral met Jestrovic lopen de automatismen gesmeerd. Dat is uitermate belangrijk. Hoe meer vooruitgeschoven de positie van een voetballer in het team is, hoe meer de automatismen van doorslaggevende aard zijn, omdat automatismen snelheid van gedachte en van uitvoering impliceren. Daarom verwondert het me niet dat Grégoire zich al beter bij Anderlecht heeft geïntegreerd dan Mbo. Dat heeft alles te maken met de teruggetrokken positie van Grégoire. Maar ik twijfel er geen seconde aan dat Mbo vroeg of laat zal ontploffen bij Anderlecht.”

5. Wat is zijn beste plaats ?

Robert Waseige(gewezen bondscoach) : “Mbo herhaalt tegen al wie het horen wil dat hij een spits is en niets anders. Voor mij is hij een allrounder die zichzelf onderschat. Hij kan veel meer dan hij zelf denkt. De kwestie is dat je Mbo daarvan moet kunnen overtuigen. Als je hem over de streep krijgt, is hij een voetballer die je op meerdere plaatsen kunt uitspelen. Ik denk aan zijn match tegen Brazilië op het WK in Japan. Ik had Mbo uitgelegd dat hij op de rechterflank een belangrijke taak te vervullen had : de offensieve bevliegingen van Roberto Carlos afremmen. Dat heeft Mbo perfect gedaan. Hij maakte zo dankbaar en zo vaardig gebruik van de ruimte die Roberto Carlos liet, dat die na de rust van de schrik nog nauwelijks over de middellijn durfde te komen.

“Vanuit dezelfde logica heb ik de prestatie bewonderd die Mbo op links leverde in de topper tussen Anderlecht en Club Brugge. Hij heeft nu eenmaal die unieke versnelling in de benen en als hij dan naar binnen kan komen en uithalen met zijn goede rechtervoet, wordt hij levensgevaarlijk. Ik vraag me af of dat niet zijn beste plaats is. Hij heeft in die rol meer ruimte dan op de rechterflank waar hij makkelijker door de tegenstander tegen de zijlijn kan worden gespijkerd en de beschikbare ruimte een stuk compacter wordt.

“Natuurlijk kan hij ook als pure spits uit de voeten. Maar dan liefst niet in de rol van afwerker, wel als een zwervende aanvaller rond een centrumspits.”

6. Wilde hij tijdens de winterstop vertrekken ?

Laurent Denis(advocaat en vriend) : “Mbo heeft nooit gezegd dat hij tot elke prijs Anderlecht wilde verlaten, maar hij stelt zich wel vragen over zijn toekomst bij Anderlecht. Dat is begrijpelijk omdat Mbo – in tegenstelling tot wat werd afgesproken toen hij voor Anderlecht tekende – slechts zelden in zijn uitverkoren positie in de spits werd uitgespeeld. Anderlecht heeft hem vooral gebruikt als een soort stoplap om op de linker- of rechterflank de afwezigheid of de mindere prestaties van Martin Kolar, Ehret, Goran Lovre en anderen op te vangen. Gezien zijn leeftijd en de kwaliteiten die hij in het verleden heeft getoond, lijkt het me logisch dat Mbo zich wel aan iets anders had verwacht.

“Sommigen vinden dat Aruna Mbo blokkeert. Dat is niet mijn mening en ook niet die van Mbo. Bij de onderhandelingen met Anderlecht heeft Mbo meteen duidelijk gemaakt dat zijn keuze voor paars-wit op geen enkele manier afhing van de toekomst – lees : het mogelijke vertrek – van Aruna. Integendeel, Mbo verheugde zich erover om samen met Aruna te kunnen spelen.

“Er was concrete belangstelling van Southampton en het idee om in de Premier League te spelen, trok Mbo zeker aan. Bij monde van Herman Van Holsbeeck heeft Anderlecht toen laten verstaan dat er geen sprake kon zijn van een verkoop en zelfs niet van een verhuur zolang er vraagtekens stonden achter de verdere samenwerking met zowel Aruna als Hugo Broos.

“Inmiddels is er een nieuwe trainer bij Anderlecht. Mbo hoopt dat die wissel ook voor hem iets zal veranderen. En hij merkt al enige beterschap : hij verscheen weliswaar nog niet aan de aftrap, maar telkens als hij werd ingebracht, was dat als aanvaller en niet als middenvelder. Bovendien moet Aruna straks een schorsing uitzitten. Allicht krijgt Mbo dan een kans om in de spits aan de zijde van Jestrovic te spelen. Ik geloof dat Anderlecht dan de echte Mbo Mpenza zal ontdekken.”

door Bruno Govers

‘Anderlecht heeft hem als een stoplap gebruikt. Dat was niet zo afgesproken.’ (Laurent Denis)

‘Ik vind de Aruna van dit seizoen niet beter dan Mbo Mpenza.’ (Georges Leekens)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content