Er hapert duidelijk nog iets bij Club Brugge. Jan Ceulemans moet snel dé oplossing vinden, want vanavond wacht al het cruciale Champions-Leaguevoorrondeduel tegen het Noorse Valerengen.

“Ik ben ervan overtuigd dat dit de juiste manier van werken is. Daarom voel ik geen extra druk. Tegen SV Roeselare wil ik meer kansen zien. Die vooruitgang moet de groep maar een keer maken. Maar verwacht niet dat we nu plots 25 kansen zullen krijgen”, mompelde Jan Ceulemans, nadat hij vorige vrijdag op training veel aandacht besteedde aan spelen op balbezit. Een trainingsvorm die de oud-international al sinds het begin van de voorbereiding veelvuldig gebruikt om het vertrouwen van zijn spelers aan te zwengelen en de balcirculatie te verhogen.

Vier open kansen en een treffer van Bosko Balaban kreeg Club Brugge in totaal tegen een moedig voetballend SV Roeselare bij mekaar gespeeld. Het vizier van Gert Verheyen, Sven Vermant, Victor en Balaban stond niet voldoende afgesteld om de wenkende mogelijkheden effectief te benutten en de score hoger op te drijven. Dat stoorde Ceulemans achteraf, want hij ergert zich almaar meer aan het feit dat zijn spelers met de bal in doel willen lopen en verkeerde opties nemen bij de laatste pass.

Het is een opvallend gegeven bij het Club van dit moment : de spelers denken, door op de helft van de tegenstander pressing te spelen, met tik-takvoetbal een verdediging uit elkaar te halen. Daarmee wordt echter het streven naar totaalvoetbal – de vorige seizoenen het ordewoord onder Trond Sollied – totaal uit het oog verloren. Bij momenten lijkt het spel van Club Brugge meer op mini- dan veldvoetbal. “Er is echter hoop, want ik zie verbetering optreden”, zo opperde Ceulemans. Behalve een wervelend openingskwartier en de meer offensieve impulsen van op de flanken, moest zijn team – waar het ontbreken van een leidersfiguur steeds nadrukkelijker opvalt – tot het einde van de wedstrijd bibberen om overeind te blijven.

De zoektocht naar scherpte en doelgerichtheid zorgde zelfs voor een herschikking van het elftal. Vermant wisselde immers van plaats met Gaëtan Englebert, die als verdedigende middenvelder werd uitgespeeld, terwijl de ex-speler van Schalke 04 rechts in de driehoek werd gepositioneerd. “En-glebert heeft veel loopvermogen, infiltreert gemakkelijk, maar mist wat opportunisme”, verdedigde Ceulemans zijn keuze. De ingreep loonde, want Vermant voetbalde enigszins bevrijd en profiteerde handig van de geboden ruimte. Englebert recupereerde goed, verdedigde sterk en maakte handig gebruik van zijn grote actieradius. Ook Ivan Leko onderging een gedaanteverwisseling : de Kroaat probeerde bij momenten de diepte in te duiken en wisselde veel van plaats met Vermant. Alleen teert Leko nog iets te veel op zijn techniek en mist hij wat fysieke duelkracht.

Dat laatste is een criterium waaraan Manasseh Ishiaku perfect voldoet. De Nigeriaan, die na de blessure van Rune Lange als centrumspits werd gebruikt, viel tegen SV Roeselare al na vier minuten uit met een (sluimerende) adductorenblessure. Een serieuze handicap voor de komende duels, besefte Ceulemans meteen, want het aantal alternatieven is beperkt. Dieter Van Tornhout moet zijn ongeduld verbijten op de invallersbank.

In tegenstelling tot Van Tornhout durfde Ceulemans de amper 21-jarige Günther Vanaudenaerde wel voor de leeuwen gooien tegen SV Roeselare. De rechterverdediger verving op gepaste wijze Olivier De Cock.

Centraal in de defensie oogde het duo Birger Maertens Joos Valgaeren (die de geschorste Philippe Clement verving) niet stabiel. Veel te vaak hadden ze de hulp nodig van de attent keepende Tomislav Butina om de dreigende Wagneau Eloi af te stoppen. Er was weinig onderlinge communicatie tussen beide. Willen ze tegen de Noorse torens overeind blijven, dan zal meer concentratie, scherpte en overleg nodig zijn.

Frédéric Vanheule

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content