Ludo Dierckxsens start zaterdag niet in de Vuelta, maar rekent op een goed WK. Sterke Ludo over Frank Vandenbroucke, de Vuelta en stoppen op je 37ste.

Het is een bewogen seizoen geweest voor Ludo Dierckxsens. Het net-niet-seizoen : wielbreuk in de Ronde van Vlaanderen, opgave na twee lekke banden in Parijs-Roubaix, in de Tour geklopt door Jan Kirsipuu in Rouen en door Patrice Halgand in Pau. “De conditie was goed, maar door omstandigheden kwam de kers op de taart er niet. (Geheimzinnig) Maar het seizoen is nog niet gedaan, hé.”

Het was een rare Tour voor jou, omdat je ploegmaat Rubens Bertogliati twee dagen in het geel reed. Fnuikte dat jouw ambities niet een beetje, dat je plots in dienst van de ploeg moest rijden en dus niet meer vrijuit kon aanvallen ?

Ludo Dierckxsens : We hebben de tweede rit gecontroleerd tot in de finale. En ik ben niet in de aanval geweest. Op zo’n moment is de ploegtucht heilig, hé. En al bij al hebben we een fantastische week gehad.

Hoe hebben jullie het einde van de Tour beleefd ? Het dopinggeval-Rumsas, bedoelen we dan.

(Bits) Daar weet ik evenveel over als jullie. Ik lees het in de kranten en verder weet ik niks. Ik weet alleen dat we een podiumplaats hebben behaald in de Tour, verder niks. Daar wordt in de ploeg trouwens ook nauwelijks over gepraat – omdat niemand weet wat er precies aan de hand is.

Jij hebt in 1999 ook een schorsing opgelopen. Ook al niet na een positief plasje, maar na een verklaring die je beter niet had kunnen afleggen.

(Beslist) Ik heb dat verhaal afgesloten, ik heb negen maanden aan de kant gestaan en dat is heel zwaar geweest. Daar wil ik nu liever niet meer op terugkijken.

In de Vuelta had je potten kunnen breken, maar daar ga je niet naartoe.

De Ronde van Spanje heb ik inderdaad van mijn programma geschrapt. Je kunt het WK in Zolder ook grondig voorbereiden met enkele lange eendagswedstrijden en heel veel keiharde trainingen. Trouwens, als ik naar Spanje was getrokken, had ik een andere belangrijke wedstrijd moeten missen. Het BK tijdrijden namelijk, dat volgende zondag in Geel wordt gereden. Mijn Geel. Ik weet dat ik niet de grote tijdrijder ben, maar als de conditie goed is, moet ik mijn supporters iets kunnen tonen. Nu en in het WK.

Nogal onverwacht is dat : Ludo Dierckxsens die als belangrijke doelstellingen voor de rest van het seizoen een tijdrit en het WK op een biljartvlakke omloop naar voor schuift.

(Lacht) Ik weet dat ik geen fantastisch tijdrijder ben, maar ik geloof echt dat ik sterk kan presteren, zeker hier voor eigen publiek. En het WK ? Tja, élke renner hoopt dat hij zich daar zal kunnen tonen, natuurlijk.

Als je niet de Vuelta rijdt, hoe bereid je je dan op dat WK voor ?

Ik heb de Grote Prijs Rik Van Steenbergen met rood aangestipt, ik rijd Parijs-Brussel, een paar koersen in Italië en eventueel Parijs-Tours, al moet ik dat nog met Pietro Algeri ( de ploegleider, nvdr) bespreken. Ik hoop dat het wat oplevert, want ik ben natuurlijk niet zeker van mijn selectie. Ik heb van bondscoach José De Cauwer nog helemaal niet gehoord of er wel een plaatsje voor me vrij is in zijn selectie voor Zolder. Uit de krant weet ik dat enkel Peter Van Petegem en Johan Museeuw zeker zijn van hun plaats.

Zou jij ook kiezen voor een ploeg met twee speerpunten en verder alleen helpers ? Welke tactiek zou jij hanteren ?

(Ontwijkend) Daar wil ik geen polemiek over beginnen, dat is niet aan mij. De bondscoach bepaalt de tactiek en het is aan ons om die te volgen.

Je zegt zelf dat vroege ontsnappingen een goede kans maken. Dus is het aan de renners om de koers zo zwaar mogelijk te maken.

Dat denk ik, ja. En ik geloof best dat de bondscoach er ook zo over denkt. Vooral omdat België waarschijnlijk niet met de snelste renners in het peloton zal zitten.

Moet de tactiek omgegooid worden als er een fitte Steels komt opdagen ?

Dat hangt ervan af hoe fit Tom is. Ik zag hem in de Ronde van Nederland, maar dat was zijn eerste wedstrijd, daar valt weinig uit op te maken.

Iedereen verwacht dat het WK in Zolder op een massaspurt uitdraait. Wat kan Ludo Dierckxsens daar dan uitrichten ?

(Beslist) Simpel : ik geloof niet dat het in Zolder op een massaspurt uitdraait. Zolder heeft geen selectief parcours, maar het wordt niettemin een zware koers. Ik ken de voorspellingen ook : ze zeggen dat de Italianen alles bij elkaar zullen houden, en dat Mario Cipollini wereldkampioen wordt in een massasprint. Maar ik denk dat weinig ploegen élke aanval kunnen counteren – soms moéten ze laten begaan als er een ontsnapping met een renner of vijftien wegraakt en daar enkele ploegmaats bijzitten. Ontsnappingen hebben dus wél een kans om het tot het einde uit te zingen. Ik voorspel héél wat ontsnappingen. Lissabon en Verona (twee van de vorige WK’s, fd) hadden superlastige omlopen, maar er is amper gekoerst omdat iedereen schrik had. Nu heeft niemand schrik van het parcours, dus zal er echt gekoerst worden. En het wordt geen massaspurt, daar ben ik zeker van.

De Italianen kunnen misschien geen koers samenhouden, maar zie je ze dat ook niet doen als bijvoorbeeld de Duitsers, in dienst van Zabel, of de Fransen met hen samenspannen ?

Ik zie ze dat niet doen, want het risico dat ze verliezen is te groot. Maar het wordt wel een heel tactisch kampioenschap, met veel ontsnappingspogingen. En dan maak ik een kans, zelfs als het op een spurt met zo’n klein groepje uitdraait. Ik ben namelijk helemaal niet de trage renner voor wie iedereen me verslijt, alleen meng ik me zelden in een massaspurt omdat ik de risico’s van dat gewriemel mijd. Eén keer heb ik dit seizoen meegesprint, in de Ronde van Catalonië, en ik werd er tiende in een spurt met DaniloHondo, Erik Zabel en Oscar Freire.

Moet je een WK als dat in Zolder op een andere manier voorbereiden dan de voorbije WK’s in Lissabon, Plouay of Verona?

Je hebt voor elk WK een superconditie nodig. Dus rijd je zware wedstrijden, lange koersen ook, zodat je de kilometers aankunt. Maar je moet er ook fris aan de start komen, en precies daarom is de Vuelta, met haar lastige eerste week, dit jaar geen ideale voorbereiding. Je riskeert er in het begin heel diep te gaan, en vervolgens misschien een dipje te krijgen dat je niet meer te boven komt.

Je staat duidelijk niet alleen met je mening over de Vuelta. De bezetting is er duidelijk minder dan andere jaren.

Inderdaad. Domo stuurt vermoedelijk een jongerenploeg, Rabobank blijft er zelfs gewoon weg, hoewel die met Erik Dekker en zelfs met de snelle Stefan Van Dijk echt wel een aantal kanshebbers voor het WK in huis hebben. Ook zij geloven dat ze het zonder Vuelta rooien.

Het belangrijkste feit in de Vuelta zou voor ons, Belgen, de terugkeer van Frank Vandenbroucke moeten worden.

Ik las dat hij al een koers gewonnen heeft. Hij is dus goed bezig. De Vuelta is een uitgelezen manier om weer wat competitieritme op te doen. Alleen mogen we niet te veel van Frank verwachten op korte termijn. Hij zal tijd nodig hebben om opnieuw het niveau te halen van voor zijn inactiviteit. Hij heeft nog harde noten te kraken. Maar dat typeert de kampioenen : die vechten daar toch door.

Ook vorig jaar had je al voor geduld gepleit, toen VDB jouw ploegmaat bij Lampre werd.

Ik heb te weinig koersen met hem gereden om te zien hoe hij zich bezighield. Maar ik wist toen al dat het een werk van lange adem zou zijn – vraag dat maar aan Dario Frigo of Davide Casagrande, die ook lang uit het peloton zijn weggeweest.

Vandenbroucke zit een beetje in de situatie waarin jij je bevond in mei 2000. Hij komt terug uit een lange periode van inactiviteit, heeft weinig competitieritme en start toch in een grote ronde, zoals jij dat na jouw schorsing in de Giro deed. Welke goede raad zou je VDB kunnen meegeven ?

Dat hij zich op veel moeilijke momenten moet voorbereiden. Hij zal ritme te kort komen. Als Frank de Vuelta kan uitrijden, en misschien één dag in een lange ontsnapping meegaat, zou dat fantastisch zijn voor zijn ontwikkeling met het oog op volgend seizoen.

VDB zal zich waarschijnlijk omringd weten door een hele jonge Domo-ploeg. Is een Ronde van Spanje een zegen voor getalenteerde jongeren?

Dat hangt af van de ploeg waarin ze rijden. Zonder kandidaat-eindwinnaar in de ploeg kunnen ze volgen zonder te forceren en er eventueel een dag uitkiezen om eens mee te glippen in een ontsnapping. Dan is het een goede zaak. Als ze elke dag in het rood moeten gaan, is het niet goed. Jonge renners zou ik aanraden om rustig af te wachten en de kat uit de boom te kijken.

Jij hebt die kans nooit gehad, jij moest je onmiddellijk bewijzen.

De klok tikte, want ik was dertig toen ik prof werd. Ik had dus geen andere keuze. Met jongere renners moeten we omzichtiger omspringen. Neem nu Tom Boonen, de revelatie van het voorseizoen. Ik ga elke dag met die jongen trainen, hij is een van de beste jonge renners in België en hij heeft de perfecte mentaliteit. Tom is een wissel op de toekomst, een echte winnaar ook. Maar zo’n talent moeten we koesteren. Ik weet dat hij het kan, maar ik hoop dat pers en ploegleiders niet te veel druk op hem leggen, zelfs al geeft hij de indruk daarmee om te kunnen.

Tom Boonen is wel onmiddellijk in een hele grote ploeg begonnen.

In de beste ploeg van de wereld dan nog, met Lance Armstrong erin. Een goede keuze : buiten de Tour heeft Tom daar alle mogelijkheden om zich te ontwikkelen. In een grote Belgische ploeg had hij misschien veel sneller moeten presteren. Nu kon hij zijn koersen rijden, in functie van George Hincapie, maar van dat juk heeft hij zich bevrijd. Hij heeft dus alle kansen om de komende jaren open te bloeien in de klassiekers.

Jouw contract met Lampre-Daikin loopt af aan het einde van dit seizoen. Blijf je in Italië, of zoek je andere horizonten op ?

Daar ben ik nog niet uit. Eigenlijk denk ik er ook niet aan, dat is de taak van mijn manager.

Kàn je bij Lampre blijven?

De ploegleiding heeft het volste vertrouwen in mij, dus dat moet wel kunnen. Zelf sta ik evenwel niet afkerig tegenover iets nieuws. In de komende weken moet er meer duidelijkheid komen.

Droom je ervan om ooit nog in een ploeg met een grote kopman terecht te komen ? Om, bijvoorbeeld, in dienst van Lance Armstrong of Johan Museeuw te kunnen rijden?

Niet per se. Ik wil een ploeg waar ik me goed voel, dat is de voornaamste eis.

Lampre lijkt wel de ideale ploeg voor jou : zonder uitgesproken kopman, waardoor je in een vrije rol opereert en zonder omkijken in de aanval kunt trekken.

(Streng) Ik werk voor de ploeg zoals iedereen, hoor. Maar je hebt ergens wel gelijk : ik heb echt een vrije rol, maar ik laat ook zien dat ik die aankan, dat ik resultaten kan halen als ik koers zoals ik graag koers.

Je bent nu 37. Hoelang wil je nog mee op het hoogste niveau ?

Op internationaal niveau nog minstens twee jaar. En misschien nog drie of vier seizoenen. Mijn loopbaan is laat begonnen, ik moet dus nog reserve hebben. Die heeft elke renner die stopt op zijn 35, fysiek gesproken. Alleen wil het hoofd vaak niet meer mee bij de jongens die al vijftien jaar intensief bezig zijn met topwielrennen. Altijd dezelfde koersen, altijd in je eentje trainen, vaak in de kou in de aanloop naar alweer een nieuw seizoen : ik kan wel begrijpen dat het lastig is. Maar ik snak elk jaar opnieuw naar de start van het nieuwe seizoen.

Als je je voornemen doordrijft, koers je tot je 40ste. Is dat wel haalbaar ?

Alles is relatief . Joop Zoetemelk is wereldkampioen geworden op zijn 40ste, Pino Cerami heeft na zijn 38ste verjaardag zijn beste wedstrijden gereden. Ik ben dus in goed gezelschap. Ik wil alleen niet meerijden om de hoop te vullen. Zolang ik koers, wil ik kunnen winnen.

Je vergelijkt je met Zoetemelk. Leg je de lat dan niet erg hoog voor jezelf ?

Zoetemelk is inderdaad een ander renner dan ik. Een groot kampioen : als je wereldkampioen kunt worden en de Ronde van Frankrijk kunt winnen, dan ben je geen kleine coureur, hé.

Zoetemelk had ook de reputatie van een wieltjeszuiger. Dat kan je van Ludo Dierckxsens niet zeggen, natuurlijk.

(Lacht) Ik heb duidelijk een andere rijstijl, ja. Hij heeft me geen windeieren gelegd : ik heb ook een Tourrit gewonnen, ben Belgisch kampioen geweest, enzovoort. Maar de palmares van de echte afwerkers, type Johan Museeuw, kan ik nooit ambiëren natuurlijk. Maar zo zijn er ook niet veel, hé.

De échte toppers lezen ook een wedstrijd…

Maar ik kan dat ook hoor. Ik mis alleen de capaciteiten om een wedstrijd te domineren, om hem helemaal naar mijn hand te zetten en het dan koelbloedig af te maken. Ik ben wel heel sterk, maar geen winnaar pur sang. Dat heb je of dat heb je niet.

Mis je op cruciale momenten niet de nodige zelfdiscipline en een flinke portie koelbloedigheid ?

Op cruciale momenten zou ik wat meer moeten cijferen, daar heb je gelijk in. Maar dat is mijn temperament…

En jouw marktwaarde ook..

Inderdaad. Heel veel mensen appreciëren wat ik doe, en de manier waarop ik koers. Dat zal ik zeker in de komende jaren niet veranderen. Want wie weet wat dat opbrengt – helemaal niks, denk ik zelf. Als ik afwacht tot in de finale, dan kan ik mij niet laten zien. En dat is ook niet goed, natuurlijk.

Wat wil je na je wielercarrière doen ?

(Lacht) Dat weet ik niet. Ik heb geen glazen bol, hé. Neen, serieus, ik heb daarover nog niet nagedacht en dat wil ik ook niet doen.

Je hebt al gezegd dat je zeker niet meer naar de fabriek terugkeert.

Dat zal ook niet nodig zijn. In het wielrennen leer je zoveel mensen kennen en bouw je zoveel relaties op, dat je best naar een job op zoek kunt die je enige vrijheid garandeert. Een waar je niet van negen tot vijf voor moet werken, en waarmee je ook wel eens in het buitenland komt.

door Frank Demets

‘Ik ben 37. Zoetemelk is wereldkampioen geworden op zijn 40ste.’

‘Frank Vandenbroucke moet zich op veel moeilijke momenten in de Vuelta voorbereiden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content