De grootste talenten uit de jeugdschool van Germinal Beerschot schitteren niet op het Kiel, maar in het buitenland. Dat is geen toeval, legt Urbain Haesaert, scout van Ajax en voorheen hoofd opleidingen in Antwerpen, uit.

Net voor Nieuwjaar voegde Ajax Toby Alderweireld, die met het eerste elftal al in augustus debuteerde in het Amsterdamtoernooi tegen Inter, definitief aan de A-kern toe. Alderweireld stapte in augustus 2004 over van Germinal Beerschot en wordt de vijfde speler uit Antwerpen die doorstoot tot de hoofdmacht van de Amsterdamse trots. In totaal acht spelers verhuisden tussen 1999 en 2004 van Germinal Beerschot naar Ajax. Jelle Van Damme, die door Ronald Koeman uit de B-kern van Germinal werd geplukt, hoort daar niet bij. Drie van de acht haalden in Amsterdam nooit het eerste elftal. Een van hen, Rachid Tiberkanine (23), is nu wel basisspeler bij Levski Sofia. Yama Sharifi speelt bij Omide Afghaan in het Antwerpse liefhebbersverbond, Gideon De Graaf belandde via NAC en RC Mechelen bij derdeklasser Cappellen.

Niet alle talenten uit de jeugdschool van Germinal Beerschot belandden in Amsterdam. Funso Ojo verhuisde op zijn veertiende naar PSV, waar hij onlangs werd toegevoegd aan de A-kern. Moussa Dembélézat op het Kiel twee jaar in de A-kern en verkoos in 2005 Willem II boven Anderlecht of een verlengd verblijf op het Kiel. Net als Dembélé koos Mohamed Messoudi na een paar jaar voor Willem II. Ook Prince Asubonteng en Dickson Agyeman waren ooit basisspelers op het Kiel, en voetballen nu in de Nederlandse tweede klasse bij FC Eindhoven.

Verantwoordelijk voor de opleiding van al die talenten was tussen 1999 en 2004 Urbain Haesaert. Vijf jaar werkte de voormalige hoofdtrainer van clubs als Waregem, Lokeren, Germinal en Antwerp als hoofd opleidingen bij Germinal Beerschot. Na afloop van zijn contract werd hij voor Ajax hoofdscout voor België, van de min dertien tot het eerste elftal. Eigenlijk had hij best wat meer eigen talent bij Germinal Beerschot zelf willen zien doorbreken. “Alleen: ze geloofden er niet echt in.”

4-3-3

Urbain Haesaert: “In 1998 vroeg ik me af wat ik nog met mijn carrière wilde aanvangen: ging ik met het hoofdtrainerschap door tot ik een hartinfarct kreeg? Het trainerschap was op dat moment niet meer zo gemakkelijk. Tevoren was een trainer baas over zijn troepen, hij moest enkel verantwoording afleggen tegenover de voorzitter. Nadien is daar inmenging gekomen van mensen die spelers proberen te slijten, van sponsors en hun vennoten die spelers mee aankopen. Ik ben iemand die graag alles in de hand houdt. Antwerp was voor mij het keerpunt: ontslagen worden na 20 wedstrijden, terwijl je op drie punten staat van Europees voetbal. Mijn opvolger haalde maar één punt in veertien matchen. “Op een dag belt Louis de Vries (toen manager van Germinal Beerschot, nvdr)dat Tottenham iemand zocht die voor hen in Europa onder de 21 het beste jeugdelftal wilde maken. Spelers ontdekken, hen begeleiden en hun ontwikkeling volgen, was altijd een van mijn grootste genoegens. Met David Pleat (toen manager van Tottenham, nvdr)bereikte ik in Brussel een principieel akkoord.

“In september 1998 belt Pleat me terug: hij zag zich niet meer functioneren bij Tottenham. Kort nadien komt De Vries met het verhaal van de nieuw op te starten jeugdacademie bij de nieuwe fusieclub, in samenwerking met Ajax. Ze zochten nog een ervaren trainer die in Antwerpen een kwaliteitsvolle jeugdwerking kon neerzetten. In november 1998 ben ik begonnen.”

Zijn eerste opdracht was om de twee groepen, Beerschot en Germinal samen te brengen: “Een van de weinigen die we van Beerschot overhevelden naar het nationale niveau, was Moussa Dembélé. Hem heb ik drie jaar in Antwerpen gehouden. Ieder jaar was Anderlecht daar, die boden veel geld, maar ik kon Moussa’s ouders overtuigen met onze sterke opleiding.

“Vervolgens zijn we begonnen met elders spelertjes te halen, het trainerskorps samen te stellen en onze visie uit te werken: maximaal zestien spelers per categorie, maandelijkse evaluaties, het speelprincipe: aanvallen begint van achteruit.”

Jullie speelden 4-3-3 terwijl de nationale ploegen op dat moment voor 4-4-2 kozen.

Urbain Haesaert: “Onze buitenspelers moesten bij wijze van spreken het krijt van de zijlijn aan de schoenen hebben. Ik wilde 4-3-3 omdat ik vond dat we geen buitenspelers hadden in België. Jongens die niet aan de buitenkant opgeleid zijn, kan je nooit aan de buitenkant laten spelen. Want het moeilijkst is de passeerbeweging buitenom of binnendoor.

“Toen ik aan Hans Westerhof, hoofd opleidingen van Ajax, onze planning en de academie toonde, kon hij daar niets aan toevoegen. Hij vroeg of ik nog iets wilde. Ik miste nog het cement, het bindmiddel, iemand die de cultuur van Ajax, Germinal en Beerschot in zich verenigde: Simon Tahamata, op dat moment aan de slag bij de jeugd van Standard. Ajax heeft Simon cadeau gedaan aan Germinal Beerschot, waar hij individuele training gaf aan de beste spelertjes van alle leeftijdscategorieën.”

Hypocriet

Je bent gestopt in 2004 toen Ajax Germinal Beerschot overliet en de club weer in Belgische handen belandde.

“Ik had me vooraf voorgenomen na mijn vijfjarig contract te stoppen. Toen Ajax in 2004 de club overliet, werden de verloningen van de trainers teruggebracht tot bijna de helft. Ik vind: een jeugdtrainer kan niet genoeg verdienen wanneer hij hard werkt en bekwaam is, want hij verwerft kapitaal voor de club. Elk zichzelf respecterend bedrijf werkt aan zijn toekomst. Als je er niet voor zorgt dat mensen klaarstaan voor het moment waarop anderen gaan, ga je kapot. In veel Belgische clubs vindt men dat niet belangrijk en telt alleen de kortetermijnpolitiek.

“Nederland heeft een andere cultuur. Kijk hoeveel jongeren er op zeventien, achttien jaar in het eerste elftal debuteren. Ajax verkoopt bijna ieder jaar zijn beste spelers, maar leidt ook op. Het geeft jongeren eerlijke kansen. Na een mindere wedstrijd is het daar voor een jongere niet gedaan.”

Al heel snel klaagden andere clubs dat jullie hun beste jeugdspelers benaderden, omdat jullie via Ajax meer geld ter beschikking hadden.

“Onzin. Wij hebben met al die clubs gepraat. Vraag aan de papa van De Mul hoeveel wij gegeven hebben voor Tom. Club Brugge zegt: ‘Wij konden voor Vertonghen niet geven wat Germinal Beerschot bood.’ Aan geen enkele van die spelers hebben wij één frank geboden. Ook geen geld voor papa of mama. Wie kan vertellen dat wij voor iemands zestiende verjaardag met geld over de brug zijn gekomen, mag zich meteen melden! Voor sommige spelers die we graag wilden, is het daar net op afgeknapt. Spelertjes kwamen naar ons voor de opleiding. De naam van Ajax deed toch wel wat. Ik heb Mats Rits gehaald bij Lierse, nu kapitein van de Belgische ploeg min zestien. Lierse speelde met vijf verdedigers, bij balrecuperatie de lange bal naar voren. Een middenvelder met een goeie balaanname en een actie viel me op. ‘Zijn nek is stijf van al die hoge ballen die over hem vliegen’, zei iemand die naast me stond. Een familielid. Ik nodigde die mensen vrijblijvend uit voor een training. Zo kwam hij bij ons, maar geld kreeg hij niet.

“Ze kregen wél een deeltijdse arbeidsovereenkomst toen ze zestien jaar werden, maar iedere club kan dat geven aan wie zestien is. Die overeenkomsten heeft Ajax betaald. Die hebben Germinal Beerschot geen euro gekost.”

Vind je dat verantwoord, spelertjes van negen en tien jaar bij hun club weghalen?

“Dat men daarover klaagt, is hypocriet. Iedereen doet dat. Gent doet het, Club Brugge ook, Anderlecht heeft het altijd gedaan. Als men geld gebruikt als lokmiddel, heb ik het er moeilijk mee. Maar als het gaat om visie, waarom niet? Dat wil ik toch onderstrepen: spelers die bij ons kwamen, kozen voor een opleiding, niet voor geld. Als jij een zoon hebt met kwaliteiten, ga je een goeie school voor hem kiezen. Net zoals ouders scholen vergelijken, gaan ze ook keuzes maken voor een voetbalopleiding. Waar PSV nu over klaagt, doet het zelf al jaren. De eerste jaren kwam de kritiek op onze werking vooral van Beveren. Maar als we Beveren een brief stuurden om toelating te vragen om een jongen te laten meetrainen, was het antwoord: neen. “Een club heeft het recht niet om nee te zeggen, want dat spelertje hoort hen niet toe. Je bent als speler vrij. Men haalde er ook bij ons weg: PSV haalde Funso Ojo. Voor mij geen probleem. Onze filosofie was: wij geven je kansen. Als je weg wil, ga je.”

Dembélé-Babel

Hoe komt het dat Moussa Dembélé nooit bij Ajax belandde?

“Ik vond Moussa een echte Ajaxspeler. Toen hij bij Ajax stage liep, zat hij in een groeispurt en had hij problemen met de rug. Zes maanden hadden we hem gespaard om hem niet te overbelasten. Danny Blind, toen hoofd jeugdopleidingen bij Ajax, was vol lof over Moussa: hij vond hem een formidabele speler, maar er was één probleem. Ajax had op die positie – Moussa speelde toen nog op links – een ander groot talent: Ryan Babel. Als zij Moussa haalden, halveerde men de speelkansen van Babel of Moussa, omdat dan een van beiden naar de beloften teruggezet moest worden. Na de stage zei Blind dat ze Moussa niet zouden nemen. Als je ziet hoe Babel zich ontwikkelde, was dat een goeie beslissing. Het volgende seizoen kwam Moussa in Antwerpen in de A-kern, heeft hij een aantal wedstrijden gespeeld, maar het echte geloof in hem was er toch ook niet bij Germinal Beerschot. Anders verkoop je hem niet voor tien miljoen frank. Dan houd je hem, wetend dat je later meer geld voor hem krijgt. Het klopt dat hij na het tweede seizoen zelf niet wilde bijtekenen. Misschien moet je eens informeren wat voor contract ze hem wilden geven.

“Moussa kreeg van trainer Marc Brys wel kansen. Anderen mochten zelden of niet op hun beste positie spelen: Prince Asubonteng speelde nooit op negen of tien, mocht hooguit eens invallen op zeven. Men ging acht Brazilianen halen en Prince moest met de reserven op Oostende rechtsback spelen, opdat de Brazilianen op hun beste positie konden staan. In een cultuur waarin je jongeren opleidt voor het eerste elftal, doe je dat gewoon niet. Prince is een heel introverte jongen, die in een hoekje van de kleedkamer zat, die het ook naast het veld moeilijk had en niet het karakter bezat om zich daarboven te zetten. Jammer, want Prince had zeker zo veel kwaliteiten als Moussa.”

Prince stak bij Germinal Beerschot de neus aan het venster, Dickson Agyeman en Kenny Thompson eveneens, maar eigenlijk speelde alleen Mo Messoudi op regelmatige basis in het eerste team. Waarom braken in verhouding zo weinig jeugdspelers door bij Germinal Beerschot zelf?

“Omdat men er niet echt in geloofde. Hoe vaak hoorde ik niet: ‘Stop er toch mee, dat jeugdverhaal brengt niets op.’ Dat men het toch deed, kwam door Ajax. Zonder de inbreng van Ajax bestond het jeugdverhaal van Germinal Beerschot niet. Bij Ajax komen jongeren in de A-kern en korte tijd later weet men al of het gaat lukken. Als het wél kan, moeten die jonge spelers zich ontwikkelen. Dat kan alleen door te spelen. Dat verhaal miste ik bij Germinal Beerschot. Ik voelde gewoon dat men er daar niet in geloofde. Ik miste een finale. Uiteindelijk leid je geen spelers op om ze op te leiden, maar om ze op een dag op die grasmat te zien staan.

“Dickson Agyeman ben ik gaan halen bij hem thuis, in Mortsel. Die speelde bij Berchem, kon tekenen bij Roda, dat hem uitgenodigd had voor een toernooi in Frankrijk. Zijn moeder wilde hem eens laten meetrainen, zijn oom woonde in Ekeren aan de Rozemaai. Na twee trainingen was dat beklonken. Later hoorde ik dat hij te laat kwam, dat hij boetes kreeg, maar ik heb met hem nooit problemen gehad, bij ons was die geweldig gedreven. Hij zit nu bij Eindhoven, onder zijn niveau. Dickson kan op zijn beste positie, als verdedigende half, in de eerste klasse in België mee, net als Prince.

“Met geen enkele speler van mij konden ze bij Germinal Beerschot iets doen. Op de eretribune hoorde ik: Messoudi kan niet sjotten. Pijnlijk om horen vond ik dat.”

Hem haalde Ajax niet naar Amsterdam.

“Ajax heeft veel Messoudi’s. Zij halen elders enkel spelers die ze zelf niet hebben. Zo was het geen toeval dat wij zo veel verdedigers afleverden aan Ajax. Daar gaat men er in de opleiding altijd van uit: wij zijn de besten, dus wij hebben de bal. Als je er altijd van uitgaat dat je de beste bent, mis je een schakel: wat te doen bij balverlies?”

Als je het verhaal samenvat, is vooral Ajax van dit verhaal beter geworden.

“Maar dat ligt niet aan Ajax. Wat hebben ze bij Germinal Beerschot gedaan met Kenny Thompson, Dickson, Messoudi, Prince, toch allemaal bruikbare spelers? Ajax heeft niet geprofiteerd van Germinal Beerschot. Er was een overeenkomst dat, in ruil voor een pak geld, een gelimiteerd aantal spelers genomen kon worden: maximaal vijf per jaar. In totaal zijn er in die vijf jaar acht gegaan. Vijf van de acht haalden het eerste elftal. Men zegt nu gemakshalve dat Ajax die jonge talenten heeft weggepikt, maar Germinal Beerschot heeft ook niets gedaan om die jongens te houden.”

Wat was er van de Vertonghens, Vermaelens, De Muls geworden als ze hier waren gebleven?

“Die zouden naar mijn mening hier niet doorgebroken zijn. Het geloof in hen was er niet. Ze waren ook hooguit zestien toen ze vertrokken. Voor Germinal Beerschot was het op dat moment nog een brug te ver om hun kwaliteiten in te schatten. Aangezien ze hier nooit vast in de eerste ploeg waren geraakt, zouden ze ook geen internationals zijn geworden.” S

door geert foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content