Volgende week dinsdag, op achttien mei, wordt Erik Gerets vijftig. Of hij over vijf jaar afscheid neemt ? Eddy Snelders en Walter Grootaers hebben zo hun twijfels.

Een verjaardagscadeau kreeg hij vorige zaterdag van zijn ex-club Kaiserslautern al niet. Met de nederlaag van zijn nieuwe club Wolfsburg zet Erik Gerets wél zijn voormalige werkgever extra op weg naar het behoud in de Bundesliga, maar dat was zaterdag niet meteen zijn bedoeling. Volgende week viert Gerets zijn vijftigste verjaardag. Althans : dat hopen zijn vrienden. Ooit lag assistent-bondscoach Eddy Snelders als speler van Lierse in de clinch met Gerets, nu is hij een van zijn beste vrienden, net als tv-presentator, Kreuner en in Lier schepen van sport en cultuur Walter Grootaers. Wat wensen zij Erik Gerets voor zijn vijftigste verjaardag ? “Een groot feest met goeie gasten. Wij, bijvoorbeeld.”

Wat doet een vijftigste verjaardag met iemand als Erik Gerets ?

Walter Grootaers : “Ik denk niet dat hij daarbij stilstaat. Voor hem is dat niet erg, want hij ziet er al tien jaar vijftig uit. Hij heeft er al mee leren leven ( grijnst).”

Eddy Snelders : “Ik denk dat hij meer moeite heeft met de stress van de wekelijkse wedstrijd dan met een jaar ouder worden. Hoe langer hij in het voetbal zit, hoe meer getekend hij eruitziet.”

Grootaers : “Hij zal toch wel een feest geven, zeker ?”

Snelders : “Het wordt tijd dat hij eens iets geeft. De gierigaard ( buldert) !”

Zijn verjaardag brengt hem in de laatste fase van zijn carrière. Want, roept hij al jaren, op zijn vijfenvijftigste stopt hij met het trainersvak.

Snelders : “Zeker als ik dat uit de mond van Erik hoor, stel ik daar vragen bij.”

Grootaers : “Ik ook. Hij is zo gedreven en gebeten…”

Snelders : “Hij kan het spelletje niet missen. Toen hij bij Kaiserslautern stopte, ging hij van alles doen. Grootse plannen naast het voetbal had hij, maar drie weken later stond hij al te draaien en te keren, want plots had Hannover gebeld, hing Wolfsburg aan de lijn. Als Erik een paar weken de geur van het gras mist, wordt hij onrustig.”

Grootaers : ” Hij heeft nog vijf jaar om te bewijzen dat hij toch wel een goeie trainer is.”

Snelders : “Zo lang ze hem vragen, zal hij niet stoppen. Als hij zijn afscheid aankondigt, knikken wij, maar we geloven hem niet. Een carrièreplanning heeft hij niet. Zijn loopbaan loopt beter dan hij ze ooit had kunnen plannen.”

Grootaers : “Hij gaat af op zijn gevoel. Daarom schrok ik niet toen hij plots wel bij Wolfsburg aan de slag ging en niet bij Hannover, dat een paar weken eerder bij hem informeerde.”

Kan hij niet even gaan zitten en uitrusten ?

Snelders : “Erik kan dat niet, niets doen. Je ziet dat ook aan zijn boerderij. Een week motorrijden met Walter en die mannen, dat gaat nog net. Op vakantie neemt hij een tennisracket mee, wil hij een kaartje leggen, er moeten activiteiten bij zitten.”

Hoe zijn jullie vrienden geworden ?

Snelders : “Hij zal niet lachen als hij het hoort, maar aanvankelijk was Erik niet mijn beste vriend. Het was iemand met een andere mentaliteit, die ik pas echt leerde kennen toen ik bij Lierse een paar keer in de clinch ging met hem. Toen ik hoorde dat hij trainer van Lierse werd, heb ik gevloekt. Ik was niet de enige bij Lierse. We hoorden dat het een moeilijke man was, dat de communicatie stroef zou zijn. Het eerste gesprek viel mee, maar dat eerste jaar botsten we vaak. Hij kwam uit Nederland en hield er naast een algemene evaluatie ook een individuele bespreking in aanwezigheid van de voltallige ploeg op na. Als het slecht ging, pakte hij je aan waar iedereen bij zat. Ik was de oudste, kwam maar één keer per dag meer trainen. Dat accepteerde hij moeizaam. Bovendien liep ik er nog vaak de kantjes af, trainde maar op zestig procent omdat ik het niet altijd meer kon opbrengen. Omdat ik in de wedstrijden wél presteerde, viel dat nog mee. Maar dat iemand een slappe dag had op training, verdroeg hij niet. Voordeel was wél dat je met hem in discussie kon gaan, maar eenmaal buiten de kleedkamer was ook de discussie weg, daar bleef niets van hangen. Dat wist ik niet voor ik hem kende.”

Hoe zijn jullie nader tot elkaar gekomen ?

Snelders : “Via onze vrouwen. Die hadden meteen een goeie band en kwamen snel bij elkaar over de vloer. Vervolgens planden ze vakanties, met de kinderen die ook best met elkaar konden opschieten. Zo is dat tussen ons gegroeid, nu gaan we een keer of twee, drie per jaar samen op stap.”

Grootaers : “Ik ontmoette Gerets op Lierse. In tegenstelling tot Eddy hield ik voor ik hem kende wel van dat type speler, nooit afgeven. Hij heeft een provincieclubje wakker geschud, doen beseffen dat je ook na twintig jaar middenmoot af en toe voor een uitschieter kan zorgen. Het is niet omdat je een provincieploeg bent dat je altijd een trainer met een provinciale mentaliteit moet hebben. Ik hoor vanuit de spelersgroep ook nog steeds positieve verhalen over Emilio Ferrera, die ook heel ambitieus is. Je voelt het respect bij de spelers, maar hij heeft niet wat Erik had. Toen het bestuur kwam morren, zette Erik ze gewoon aan de deur.”

Snelders : “Hij is een heel goeie trainer, laat daar geen twijfel over bestaan. Omdat hij de spelers kan samenhouden en voldoende variatie in de trainingen brengt, zodat je elke dag weer met plezier naar de club komt.”

Grootaers : “Het eerste jaar bij Lierse leerde ik hem kennen in de Club 30. Ik was toen nog supporter en heel nieuwsgierig. Ik had nooit deftig gevoetbald en bestookte hem met vragen. Zijn antwoorden waren interessant, hij leerde me het spel op een andere manier bekijken, bijvoorbeeld dat je niet altijd naar de bal moet kijken, maar naar de andere spelers. We raakten aan de praat over moto’s. Ik wilde een Harley Davidson kopen, hij zat in een Harley-clubje en nodigde me een keer uit naar Limburg. Zo groeide onze band. Jaarlijks maken we een trip. Dit jaar gaan we naar Moldavië. Fantastisch vindt Erik dat, hij houdt van avontuur.”

Snelders : “Erik is heel aimabel, vlot in het contact, helemaal niet stug zoals hij eruitziet. Het is een gevoelsmens, met hoogtes en laagtes, al zijn die met de jaren dichter bij elkaar gekomen. Na een nederlaag zat hij vroeger héél diep. Zoals hij in de pers overkomt, is hij niet.”

Grootaers : “Dat lijkt me heel normaal voor gevoelsmensen, dat ze zichzelf beschermen. Als je Erik niet kent, is het handig om eerst de handleiding te lezen.”

Snelders : “Mensen met humor apprecieert hij wel. Maar zijn intieme kring is vrij beperkt. Je moet zijn vertrouwen winnen. Eens je dat hebt, zit je goed, dan laat hij je niet snel vallen. Erik stuurt zichzelf ook de hele tijd bij, hij probeert zoveel mogelijk in zich op te nemen, ook buiten het voetbal.”

Grootaers : “Hij kan wel wat hebben, je mag met hem lachen, maar hij pakt je wel terug. Je mag scoren, maar het wordt wel altijd snel 1-1.”

Hoe functioneert Erik Gerets buiten het voetbal, bijvoorbeeld op zo’n motortrip ?

Grootaers : “Dan zit hij midden in de groep, deint hij mee. Dan is alles goed voor hem, hij werpt zich niet op als leidersfiguur. Hij wil ook niet altijd vooroprijden. Dat kon ook niet, met zijn vorige moto, want die reed van geen meter. Ik heb medelijden met de man die hem gestolen heeft. Heel lang dacht ik : die gaat hem terugbrengen.”

Snelders : “Vergeet niet dat in zijn vriendenkring veel mensen niet geïnteresseerd zijn in voetbal. De vrouwen corrigeren hem ook meteen als hij omwille van het voetbal nukkig rondloopt. Hij moet hen of de kinderen daar niet mee lastigvallen. Op wintersport praten we zelden over voetbal. Denk nu ook niet dat we de hele dag op de latten staan, wij zijn echte salonskiërs. Pas ’s avonds aan de bar worden wij wakker. Daarom gaan we ook het liefst naar Oostenrijk.”

Is Erik een goed skiër ?

Snelders : “Nee ! Evenmin als ik. Maar hij gaat wél overal naar beneden. Soms wachten de jongere skiërs in de groep ons beneden op : ‘Waar blijven jullie ?’ Dan is hij in zijn eer gekrenkt en wil hij snelheid maken. Af en toe is het dan op het randje, hoor.”

Grootaers : “Het lijkt alsof hij helemaal in het gips zit als je hem ziet aankomen. De prijs voor elegantie is niet aan hem besteed.”

Was hij een fan van de Kreuners voor hij je kende ?

Snelders : “Hoe kan je daar nu fan van zijn ?”

Grootaers : “Hij kent ons, komt wel eens naar een concert, maar diep gaat dat niet.”

Is zijn boerderij al af ?

Snelders : “Als hij een dag vrij heeft, is hij daar te vinden, al is het vanuit Wolfsburg bijna vijf uur rijden. Hij nam er ook zijn tijd voor. Toen hij ze kocht, zat hij nog bij Luik. Het was zogezegd een geklasseerd pand, maar wel een ruïne. Heel veel heeft hij zelf gedaan.”

Grootaers : “Als je wat gedronken hebt, zie je niet dat zijn muren scheef staan !”

Wat zou Erik Gerets doen als hij geen trainer was geworden ?

Snelders : “Hij lacht wel eens dat hij oude huizen gaat opkopen en renoveren, zoals hij met zijn boerderij deed. Maar vijf minuten later is hij weer met voetbal bezig. Voetbal is zijn leven. Maar die renovaties zou hij kunnen doen, dat ligt hem toch wel, hij is vaardig met zijn handen.”

Grootaers : “In om het even wat hij had gekozen als niet-voetballer was hij een uitblinker geworden, omdat hij over die gedrevenheid beschikt. Wat hij doet, moet af zijn, ook op het veld. Maar je moet elkaars passies niet delen om vrienden te kunnen zijn. Het kan ook op basis van je karakter, van respect voor wat de ander doet.”

Wat drijft hem nog met zo’n palmares ?

Snelders : “Het spelletje zelf ! Hij werd al een paar keer kampioen, maar hij wil dat graag nog eens. In het begin verloren we wel eens met Lierse. Dat accepteerde hij niet. Dan kwam hij voor ons staan en zei : ‘Ik wil het maken als trainer en ik accepteer niet dat jullie met mijn voeten spelen.’ Vaak kiest hij intuïtief. Een paar jaar geleden kreeg hij een aanbieding van Mallorca, slechts voor één jaar. Daarom ging hij daar niet op in”

Standard en AC Milan zijn de clubs die op zijn trainerspalmares ontbreken.

Snelders : “Standard is zijn eerste liefde. Na twee jaar Lierse stond hij op het punt naar daar te vertrekken, plots ging dat niet door. Toen was hij ontgoocheld, maar werd vervolgens wel kampioen met Lierse. Het Standard uit zijn tijd is niet meer dat van nu. Toen kon je voor alles naar één man : Roger Petit. Erik wil dat ook, afspraken met één iemand binnen de club, niet met de een en dan nog eens met de ander.”

Grootaers : “Over Milan hoorde ik hem nooit praten, over Italië wél. Daar leerde hij voor het eerst genieten van het leven. Een paar jaar geleden zei hij nog dat hij daar graag trainer zou worden, zelfs in tweede klasse.”

Snelders : “Zijn ontslag bij PSV was een zware klap voor hem. Omdat het de eerste keer was dat een club hem buitenzette, maar vooral door de manier waarop. Dat vond ik maar klein van zo’n club, dat ze op een trip in het Verre Oosten ineens beslissen dat de speler van de eeuw weg moet en bij wijze van spreken zijn kamer niet meer uit mag. Toen verloor ik alle respect voor die voorzitter. Dat doe je niet met zo’n man. Na die trip verloor hij even alle interesse voor het voetbal. We zaten toen met vrienden op Mallorca, iedereen keek naar het WK op tv, maar Erik kon dat niet. Hij ging in zijn eentje een pint pakken.”

Grootaers : “Het duurde heel lang vooraleer hij over die problemen wilde en kon praten met ons. Toch had hij het volgens mij nog moeilijker als trainer van Club Luik. Daar praat hij nog vaak over. Hoe hij vanuit een absolute topclub met zijn winnaarsmentaliteit terechtkwam in een heel andere ingesteldheid.”

Spelers verbaasden er zich over hoe open hij zichzelf stelde.

Snelders : “Er waren wél te volgen regels, je moest niet met de gsm in de kleedkamer komen, evenmin vertellen wanneer een ploegmaat na een nachtje stappen thuis gekomen was. Vroeger ging hij mee stappen met zijn spelers, maar kaarten doet hij niet meer op de club. Erik kaart heel goed, op de duur had hij zijn centen al binnen nog voor de match begon en voelden de spelers zich slecht omdat ze al hun geld kwijt waren. Daarom pakken we altijd Walter mee als we met vier willen kaarten : van hem weten we dat hij kan betalen.”

Grootaers : “Heel veel geld heeft die kerel me gekost.”

Zijn jullie over tien jaar nog vrienden ?

Grootaers : “Waarschijnlijk wel. Maar dan moet je ons niets meer vragen. Want dan is hij toch al vijf jaar gestopt ?” ( Bulderend gelach.)

door Geert Foutré

‘Als je Erik niet kent, is het handig om eerst de handleiding te lezen.’ (Walter Grootaers)

‘Wij zijn echte salonskiërs. Pas ’s avonds aan de bar worden wij wakker.’ (Eddy Snelders)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content