Stop de roddels. STVV-aanvaller Peter Van Houdt leek vrij van blessures, maar in zijn huwelijk gaat het wel weer goed. ‘Het zal nog een paar weken duren voor ik ze er weer inschiet.’

Het begon met een kwalijke trap op de hamstrings, waardoor hij het vorige competitieslot miste. De weg terug was lang. Tijdens de vakantie werkte hij eenzaam op de club aan zijn basisconditie, zodat hij fit aan de start van de voorbereiding verscheen. Zijn geluk was snel op. Na een week al liep hij een scheur op aan de quadriceps en het duurde tot vlak voor de eerste speeldag, zes weken later, voor hij de trainingen hervatte. Weer niet voor lang, want nog voor de week om was, schoot er een verrekking in de kuit. Zelfde scenario drie weken later : na een handvol nieuwe trainingsdagen was de verrekking een scheur geworden. “Die linkerkuit is altijd mijn zwakke plek geweest”, besluit Peter Van Houdt zijn overzicht van een halfjaar blessureleed. Zaterdag begaf die kuit het weer.

Het duurde tot de tiende speeldag voor de aanvaller zijn eerste wedstrijd van het seizoen speelde. Zijn terugkeer tegen Zulte Waregem viel samen met de eerste zege van STVV. Geen toeval, beseft hij ook zelf : “Ik ben belangrijk voor de ploeg, maar ik mis nog wedstrijdritme en daar schaam ik me niet voor. Het zal nog een paar weken duren voor ik ze er weer inschiet. Een honderd procent fitte Van Houdt had gescoord tegen Zulte.”

Zijn belang is gauw samengevat. Van Houdt injecteert het elftal met een kwaliteit waarover geen van de andere aanvallers beschikt : balvastheid. Coulibaly, Kalulika, Sishuba en Hartog moeten het hebben van hun snelheid in de diepte. Even snel als ze hem naar voren trapten, zagen de Truiense verdedigers de bal weer terugkeren. Niet met Van Houdt. Of hij lokt een overtreding uit, of hij houdt de bal bij. Doordat de druk op de achterste lijn vermindert, neemt daar het vertrouwen toe. “Dat zag je heel duidelijk in de tweede helft tegen Zulte. Als we elke week zo spelen, degraderen we nooit. Brussels en Dender zijn niet beter dan wij.”

Respectloos

Twee factoren hebben zijn problematische seizoensbegin mee in de hand gewerkt. De eerste : trainer Valère Billen en François Laureyssen, de man die aan de sportieve touwtjes trok op Staaien, wilden hem weg. Van de ene op de andere dag vernam hij dat hij naar Tours kon, een Franse derdeklasser. “Ik moest niet, maar mocht weg, zegden ze. De club zou er financieel beter van worden. Dat was de enige reden. Iemand heeft het mij zelfs rechtuit onder vier ogen gezegd : dat ik te veel verdiende voor wat ik deed. Smeerlappen, denk ik dan. Zo respectloos. Het heeft uiteindelijk niet veel gescheeld of ik was weg, maar toen ik alles op een rijtje zette, was het net niet goed genoeg. Financieel kon ik me verbeteren, maar sportief niet. Het was maar derde klasse.”

Ondertussen zag hij de ene na de andere onbekende aanvaller binnenwaaien. “Ik dacht : als ze het daarmee moeten gaan doen …. Mensen uit de club zijn mij toen ook komen zeggen dat ik niet mocht vertrekken, want dat de ploeg het anders niet zou redden. Maar dat waren mensen die intern niks te zeggen hadden.”

Van Houdt legde het aanbod van Tours naast zich neer. Van dan af staken de roddels pas goed de kop op. Hij zou niet meer voor zijn vak leven en viel zelfs één keer in slaap tijdens de theorieles. Dat laatste geeft hij toe. “Maar die les was echt saai”, glimlacht hij flauw. Lange stilte. “Als je wedstrijdfit bent, zit je van ’s woensdags in je zetel en kom je nergens meer. Ben je niet fit, dan kan het gebeuren dat je op vrijdag iets doet.” Dat gebeurde maar af en toe, maar op den duur kon hij het op het forum zelfs lezen als hij ergens een watertje was gaan drinken. Dat vond hij te ver gaan.

Helpende hand

Privéproblemen lagen mee aan de basis van de roddels – factor twee. Van Houdt praat er niet graag over. Hij legt ook liever geen verband tussen zijn privéproblemen en de opeenvolgende blessures. “Dat is te gemakkelijk. Misschien leed ik wel onder bepaalde spanningen omdat ik wist dat er in de club mensen niet achter mij stonden, dat ontken ik niet. Soms gingen de roddels ook gewoon te ver.”

Anderen zagen wel het verband met zijn thuissituatie. Van Houdt, vonden zij, had hulp en aandacht nodig. Nog maar pas was Laureyssen vertrokken, of Guy Mangelschots raadde hem een gesprek met psycholoog Jef Brouwers aan. “Ik zeg het allemaal niet graag, maar dat heeft me heel goed gedaan. Men heeft mij vanuit de club dingen aangeboden en ik ben heel blij dat ik die heb aangenomen. Ook al ben ik geen grote prater, het heeft me geholpen. Als voetballer, en waarschijnlijk ook privé.”

Nu de rust thuis is weergekeerd, hij vertrouwen voelt in de club en de oude Peter Van Houdt leek terug te keren op het veld, schoot zaterdag de pijn opnieuw in de gevoelige kuit. Nog één kras zit er op zijn ziel : de opmerking dat hij te veel zou verdienen. “Zonder mijn goals waren ze er vorig seizoen al uitgegaan. Al lachend heb ik eens gezegd : kan je mij daar geen extra premie voor geven ? Aan wie vindt dat ik te veel verdien, zeg ik : neem mij weg uit deze ploeg en je zult zien wat er overblijft. Probeer dan maar vijf matchen te winnen. Heel moeilijk, hoe erg dat ook is. Kijk, ik klaag niet over wat ik hier verdien, maar ik heb andere bedragen verdiend in Duitsland en daar had ik veel minder inbreng in de groep. Ik moest gewoon luisteren. En eigenlijk heb ik dat nog het liefst : niks moeten doen en veel meer verdienen (lacht). Maar nogmaals: ik klaag niet en wil STVV graag iets teruggeven. Ik wil volgend seizoen nog in de eerste klasse spelen met deze club.” S

door jan hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content