‘Zou Weiler echt gelukkig zijn in Anderlecht?’

© belgaimage - christophe ketels

Het gebrek aan Anderlecht-DNA, de hand van Weiler, het vertrek van Tielemans en Dendoncker: in de laatste rechte lijn van het kampioenschap analyseert Marc Degryse alle hete hangijzers van paars-wit.

Marc Degryse is geen zuivere wetenschapper die het voetbal alleen bekijkt door een bril van cijfers en statistieken. Terwijl Sporting Anderlecht zich opmaakt om zijn 34e titel te vieren, werpt de gewezen voetballer en huidig analist een kritische blik op de Brusselse club, die dit seizoen zelden goed voetbal bracht.

René Weiler heeft nooit aan jouw verwachtingen voldaan. En nochtans staat hij, na een mooie Europese campagne, op het punt om zijn gelijk te halen, terwijl men hem halverwege het seizoen al veroordeeld waande.

Marc Degryse: ‘Ik herinner me nog een interview waarin Herman Van Holsbeeck zei dat René Weiler onvoldoende voorbereid was op wat hem te wachten stond toen hij bij Anderlecht tekende. En dat, ondanks de successen, er altijd kritiek is, dat het iets is dat behoort tot de grandeur van het instituut Anderlecht. Ik herinner me ook de uitlating van Weiler na de nederlaag op Waasland-Beveren: dat traditie geen goals maakt. En toen ik hem in november heb geïnterviewd, had hij heel harde woorden over voor zijn groep. Volgens hem waren de spelers over wie hij beschikte, niet in staat om het gewenste spel te brengen. Het keerpunt was de nederlaag op Zulte Waregem (3-2) op 16 november en de verklaring van Sofiane Hanni die het te verdedigende spel met de vinger wees. Daarna heeft Weiler geluisterd naar Van Holsbeeck en David Steegen, die hem hebben gezegd dat hij minder moest communiceren, minder scherp moest zijn in zijn uitlatingen en aanvaarden dat de tradities van de club niet zouden veranderen door zijn komst. Ik heb nochtans de indruk dat zijn houding tegenover kritiek niet veranderd is: hij kan daar nog altijd niet goed tegen. Hij heeft wel minder persconferenties gegeven, is gematigder geworden in zijn verklaringen en begon de clichés op te stapelen. Ik vraag me af of hij wel echt goed in zijn vel zit. Want de blik van de buitenwereld op Anderlecht zal nooit veranderen. Hoeft ook niet te veranderen. En hij is al zeker niet degene die dat gaat veranderen. Hij moet aanvaarden waar het instituut voor staat. Anders zal hij nooit het geluk vinden op Anderlecht.’

Toen jij bij Anderlecht speelde, hadden we de indruk dat jij hield van de druk en het verwachtingspatroon die inherent zijn aan deze club?

Degryse: ‘Ja. Ik ben ervan overtuigd dat het iets is dat erbij hoort in een topclub. Het is omdat je de grootste bent in eigen land dat de verwachtingen hoger liggen en de kritiek harder is. Dat is de reden waarom ik naar Anderlecht ben getrokken. Ik heb zes jaar voor Club Brugge gespeeld en zes jaar voor Anderlecht. Met Club heb ik één titel gewonnen, met Anderlecht vier. Als men bij Brugge verloor maar men had alles gegeven, dan was dat geen ramp. Bij Anderlecht wel. De supporters pushen je om ambitieus te zijn in je spel. Dat is vandaag nog altijd zo. Dat zal nooit veranderen, of het is Anderlecht niet meer. Maar voor Weiler is dat allemaal nieuw. Hij was daar niet op voorbereid. Hij kwam uit Zwitserland, via de Duitse tweede klasse, waar er wel veel volk in het stadion zit, maar er niet dezelfde druk is. Desondanks is hij erin geslaagd om de kleedkamer uit te mesten, de ploeg fysiek op punt te stellen en ze zelfs mentaal fris te houden tot het einde van de rit.’

Anderlecht en Ajax

Heb je het gevoel dat Weiler niet de ingesteldheid heeft om een club als Anderlecht te coachen?

Degryse: ‘Dat zullen we op termijn moeten zien. Hij heeft een sterke persoonlijkheid en een heel duidelijke visie op het voetbal dat hij wil brengen of de mentaliteit die hij in de kleedkamer wil zien. Maar ik weet niet of op lange termijn het voetbal goed genoeg zal zijn. Ik maakte me afgelopen week de volgende bedenking: Ajax heeft in zes seizoenen vier titels gewonnen met Frank de Boer en toch kreeg hij voortdurend kritiek. En nu, met Peter Bosz, speelt Ajax het voetbal dat de supporters willen zien, namelijk offensief voetbal met jongens uit de eigen opleiding. Ajax is geen kampioen geworden en zal misschien de finale van de Europa League verliezen tegen Manchester United, maar nog nooit hebben de fans zo fel achter de ploeg gestaan. En die twee clubs, Anderlecht en Ajax, hebben een zeer vergelijkbare traditie.’

Daarentegen heb je zelden het gevoel dat het publiek van Anderlecht echt blij is…

Degryse: ‘Neen, en dat is niet alleen de schuld van Weiler, want het is nu al vier jaar dat het spektakel niet echt je dat is. Dat is veel te lang en dat voel je in het aantal abonnementen. We zullen in de toekomst zien of Weiler kan evolueren naar een voetbal dat meer in de lijn ligt van de traditie binnen de club, of dat hij blijft spelen zoals hij dat nu doet. Ik ben ervan overtuigd dat dat laatste op den duur problemen zal geven. Er wordt van hem niet gevraagd dat hij speelt zoals Barcelona of dat zijn ploeg het spel maakt tegen Manchester United, maar wel dat ze dominant is in de Jupiler League. En dat is veel te zelden het geval geweest.’

De filosofie van Weiler zou kunnen samengevat worden als: het doel heiligt de middelen. Anders gezegd: in voetbal telt alleen het resultaat. Balbezit, offensief spel, dat is uiteindelijk voor hem maar bijkomstig.

Degryse: ‘Ik weet nog dat hij me tijdens onze ontmoeting sprak over de wedstrijd in Rostov (2-2), die volgens hem de enige match was waarin er hoog druk werd gezet met spelers als Idrissa Sylla en Steven Defour. Wat later vertelde hij me dat de enige speler in de kern op dat moment, die druk kon zetten op de tegenstander, Lukasz Teodorczyk was. Ik denk trouwens dat de transfer van Adrien Trebel in de richting gaat van het voetbal dat hij voorstaat, net zoals een speler als Alexandru Chipciu.’

Nicolae Stanciu is tot op heden de grote tegenvaller in de transferpolitiek van de club. Kan hij op een dag doorbreken bij Anderlecht?

Degryse: ‘Ik heb er mijn twijfels over, ook al heeft hij zeker kwaliteiten in balbezit. Dat viel me bijzonder op in zijn eerste match, tegen Charleroi. Maar blijkbaar ligt het mentaal iets moeilijker voor hem en dat is iets wat je moeilijk kunt voorzien. In Roemenië werd hij beschouwd als een god terwijl hij hier moet omgaan met concurrentie, kritiek en zijn transferprijs.’

Een hoop werk

Waar zie jij de hand van Weiler in het huidige systeem?

Degryse: ‘Anderlecht is momenteel een ploeg waarin de spelers voor elkaar door het vuur gaan, waar de probleemgevallen aan de kant zijn geschoven en zowel de basisspelers als de invallers bewezen hebben dat ze willen vechten voor hun coach. Het parcours dat ze gelopen hebben in de Europa League is daar het bewijs van: Weiler heeft zijn kleedkamer in de hand.’

Hoe verklaar je dat de zeer overtuigende prestatie thuis tegen Brugge nooit een vervolg gekregen heeft?

Degryse: ‘Die wedstrijd was inderdaad een uitzondering. En je moet ook weten dat Club Brugge die dag nergens was. Maar tegen Gent, Charleroi of Zulte Waregem was het niet briljant. De wedstrijd tegen de Buffalo’s vertelde veel: Anderlecht had die dag zijn tegenstander op negen punten kunnen zetten, maar stelde zich tevreden met een magere 0-0. En dat vind ik nu moeilijk te begrijpen. Op verplaatsing stonden ze er dan weer wel. Ze hebben matchen gewonnen dankzij hun mentaliteit en een solide verdediging: drie tegengoals in acht wedstrijden, dat is heel weinig. De penalty die Frank Boeckx pakte in Oostende, was ook een keerpunt.’

Beschikt Anderlecht over de beste kern in België?

Degryse: ‘Ik weet nog dat ik in de zomer, op het einde van de transferperiode, gezegd heb dat Anderlecht een ploeg had om kampioen te spelen. De club heeft veel geld geïnvesteerd, ook al was er het vertrek van Dennis Praet, Stefano Okaka en Steven Defour. Maar als het duo Youri Tielemans en Leander Dendoncker morgen weggaat, dan zullen die heel moeilijk te vervangen zijn. De statistieken van Tielemans dit seizoen zijn indrukwekkend, terwijl Dendoncker veel ruimte heeft ingenomen op het middenveld: zijn motor heeft zich ontwikkeld samen met zijn persoonlijkheid. Tel daar het waarschijnlijke vertrek van Kara Mbodj bij en het bestuur krijgt een hoop werk om de komende maanden een competitief elftal op de been de brengen.’

Tielemans en De Bruyne

In het begin van het seizoen besloot Weiler om het kaf van het koren te scheiden. Zo werden een aantal jongeren aan de kant geschoven. Was dat een goede beslissing?

Degryse: ‘De keuze van Anderlecht om in de jeugd te investeren is de juiste gebleken de afgelopen tien jaar – dat moet dus een prioriteit blijven. Ik ben van mening dat als een jongere uit de eigen opleiding hetzelfde niveau haalt als een buitenlandse jongere, dat hij dan de voorkeur moet krijgen. De club heeft niet in Neerpede geïnvesteerd om op dat vlak terug achteruit te gaan. Het is ook aan de club om Weiler tot dat inzicht te brengen. Ik denk niet dat het een goed idee zou zijn als Weiler morgen de politiek van de club zou bepalen, want hij blijft uiteindelijk maar een passant. Anderlecht heeft voor Weiler gekozen om kampioen te worden en dat is een goeie keuze gebleken. Maar attractief voetbal brengen met jonge spelers – zeker als Tielemans en Dendoncker er niet meer zijn – dat wordt een moeilijk opgave voor de Zwitser.’

Tielemans staat dicht bij een overgang naar Monaco. Is dat de juiste club op het juiste moment voor hem?

Degryse: ‘Ik denk dat hij klaar is voor die uitdaging. Hij is gegroeid en heeft vier jaar ervaring opgedaan. Wat zou hij nog bij te winnen hebben bij wedstrijden tegen Lokeren, STVV of Kortrijk, ook al is hij nog maar twintig? Je kunt een speler die zo vooruitgaat niet beletten om van een grotere competitie te proeven. Je hebt dat gezien met Praet: de club heeft hem een seizoen te lang gehouden en dat werkte niet. Het belangrijkste, zowel voor Tielemans als voor Dendoncker, is dat ze volgend seizoen kunnen spelen. Dendoncker heeft de stijl om in fysieke competities als de Engelse of de Duitse te spelen. Hij is klaar voor dat type van strijd, dat heeft hij bewezen tegen Manchester United. Tielemans en Dendoncker hebben meer slaagkansen dan Defour, die al vijf seizoenen kampt met blessures, of dan Praet, die me nooit de indruk gegeven heeft dat hij alles voor zijn vak wil doen. Nu hij in Italië zit, beseft hij dat voetbal echt wel een voltijdse bezigheid is en dat je honderd procent prof moet zijn om het te maken. Dendoncker en Tielemans lijken meer op een Romelu Lukaku wat mentaliteit betreft, zij hebben dezelfde goesting om altijd beter te worden en aan hun zwakkere punten te werken. Je hebt zo’n ingesteldheid nodig als je wilt doorbreken in het buitenland.’

Kan Tielemans een echte grote worden?

Degryse: ‘Ja. Ik vergelijk hem trouwens met Kevin De Bruyne. Ze hebben allebei een uitzonderlijk schot in beide voeten, ze hebben dezelfde vista en kunnen op verschillende posities spelen. Het enige wat Tielemans nog moet verbeteren, dat is hetgeen De Bruyne in de Bundesliga heeft kunnen doen: zijn motor opdrijven. Maar ik ben ervan overtuigd dat dat wel komt met de tijd en dat hij aan de top van het Europese voetbal zal geraken.’

Nu de titel zo goed als binnen is, riskeert Weiler nu niet om te kiezen voor een krachtiger elftal, meer fysiek, een ploeg die overeenkomt met de richting die hij uit wil?

Degryse: ‘Hij moet toch spelers zien te vinden als een Hanni, die echt het label ‘Anderlecht’ draagt. Spelers als Frankie Acheampong, die meer atleet dan artiest is, of een Chipciu zouden goed overeenkomen met de stijl van Club Brugge. In een ploeg heb je echt wel twee of drie artiesten nodig die het verschil kunnen maken, zeker op Anderlecht.’

Is dat geen nostalgische visie? De voorstanders van Weiler hebben het over modern voetbal dat resultaten oplevert.

Degryse: ‘Ik heb het gevoel dat het bestuur zich ook tevreden stelt met resultaten, maar dan vergeten ze alles wat het DNA van deze club uitmaakt. ‘We are Anderlecht‘, dat moet iets te betekenen hebben. Anders riskeert de club niet langer als een voorbeeld bekend te staan om haar spel en haar filosofie. En wanneer ik spreek over evolutie, dan heb ik het ook over de infrastructuur, het stadion. Ook op dat vlak moet de club evolueren. Ik kan me niet voorstellen dat er over vijf jaar een nieuw stadion staat in Brugge en in Antwerpen en dat Anderlecht nog altijd bezig is zijn stadion te renoveren. Dat zou compleet onbegrijpelijk zijn. Je ziet trouwens dat nieuwe stadions nieuwe toeschouwers aantrekken en op financieel vlak een nieuwe horizon bieden. Als ik bedenk dat AA Gent de enige club in België is die de voorbije dertig jaar een nieuw stadion gebouwd heeft – de rest zijn opknapwerken – dan is dat toch erg verontrustend.’

door Thomas Bricmont – foto’s Belgaimage – Christophe Ketels

‘Ik heb het gevoel dat het bestuur van paars-wit zich tevreden stelt met de resultaten, maar dan vergeten ze alles wat het DNA van deze club uitmaakt.’

MARC DEGRYSE

‘De keuze van Anderlecht om in de jeugd te investeren is de juiste gebleken de afgelopen tien jaar – dat moet dus een prioriteit blijven.’

MARC DEGRYSE

‘Weiler moet aanvaarden waar het instituut Anderlecht voor staat. Anders zal hij hier nooit zijn geluk vinden.’

<

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content