Bruno Govers

Nee, het Zuid-Afrikaanse voetbal verzwakt niet, het zijn de concurrenten die sterker worden. Dat beweren Hans Vonk en Pierre Issa, respectievelijk doelman en centrale verdediger van de Bafana Bafana.

De Bafana Bafana haspelden in Mali dan ook een ronduit teleurstellende campagne af. In 1996 hadden de Zuid-Afrikanen het toernooi nog gewonnen – voor eigen publiek en na een 2-0 in de finale tegen Tunesië. Twee jaar later bereikten ze in Burkina Faso de finale en verloren die met 0-2 van Egypte. En in 2000 kaapten ze in Nigeria de derde plaats weg : 2-2 en vervolgens 4-3 bij het nemen van de strafschoppen tegen, alweer, Tunesië. Maar in Mali vloog Zuid-Afrika er al in de kwartfinales uit (0-2 tegen het organiserend land).

Is de neergang van het Zuid-Afrikaanse nu al ingezet ? Dat is de eerste vraag die we stelden aan doelman Hans Vonk en centraal verdediger Pierre Issa, die bij de Bafana Bafana dezelfde kamer delen.

“Ik heb niet de indruk dat we ineens zoveel slechter geworden zijn”, zegt Vonk. “In kwalitatief opzicht moet de huidige spelerskern absoluut niet onderdoen voor het team dat in de vorige drie uitgaven van de Afrika Cup telkens een podiumplaats behaalde. Alleen is de concurrentie in korte tijd zoveel scherper geworden. Een aantal landen die vroeger tot een tweederangsrol veroordeeld waren, steken nu de neus aan het venster. Ik denk bijvoorbeeld aan Burkina Faso en zeker ook Mali. En wie we in geen geval mogen vergeten is Senegal. Dat land beschikt momenteel over een uitzonderlijke generatie voetballers. Qua intrinsieke waarde benadert dat team de Afrikaanse toppers Kameroen en Nigeria. Kortom, het is niet Zuid-Afrika dat verzwakt is, maar veeleer de andere ploegen die sterker geworden zijn.”

“Ik vraag me trouwens af of we nog wel onze plaats aan de top van het Afrikaanse voetbal zullen kunnen heroveren”, pikt Pierre Issa in. “Alleen al vanuit morfologisch standpunt bekeken, speelt Zuid-Afrika in een andere categorie dan Kameroen, Senegal en Nigeria, de topdrie van dit jaar. De spelers van die ploegen bezitten technische maar vooral fysieke kwaliteiten, waarover de doorsnee Zuid-Afrikaanse voetballer niet beschikt. Alle ploegen uit het zuiden van Afrika – Zimbabwe, Zambia, wijzelf – liggen wat dat betreft in het nadeel tegenover de Centraal-Afrikaanse landen. En hoe belangrijk atletische kracht in het moderne voetbal geworden is, hoef ik niet uit te leggen.”

atuurlijk zal je opmerken,” vervolgt Pierre Issa, “dat dit er ons toch niet van weggehouden heeft om in 1996 de Landenbeker te winnen. Maar dat is wel al zes jaar geleden. Zuid-Afrika speelde toen voor eigen publiek en beschikte over een uitgebalanceerde mix van Afrikaanse techniek – met onze beste speler, Docotor Khumalo, als uitschieter – en Europese discipline, aangezien de blanke spelers van het team, zoals Eric Tinkler, Mark Williams en Neil Tovey, in Europa aan de slag waren. We hadden op dat ogenblik het beste van twee werelden in de ploeg, dat konden de meeste tegenstanders niet zeggen – toen nog niet.”

Hans Vonk : “In zes jaar tijd is er zoveel veranderd. De situatie is helemaal gekanteld. Van de Afrikaanse toplanden is Zuid-Afrika tegenwoordig het enige dat nog spelers moet opstellen die in de eigen competitie uitkomen. Bekijk de internationals van Kameroen, Senegal en Nigeria. Die spelen zonder uitzondering in het buitenland, en meestal in Europa. Daar worden ze op alles niveaus beter van : technisch, fysiek en vooral tactisch. Toen ik 1998 bij de Bafana Bafana debuteerde, maakte ik me geregeld de bedenking : hoe naïef speelt deze tegenstander ! Welnu, die gedachte is me inmiddels al een tijdje niet meer overvallen.

“Het bewijs vind je terug in de uitslagen van de Afrikaanse Landenbeker van dit jaar. Er is nog nooit zo weinig gescoord. Dat wijst erop dat het realisme in het Afrikaanse voetbal is binnengeslopen. Gedaan met de ongeremde offensieve bevliegingen. Zelfs Kameroen speelt tegenwoordig met een rekenmachientje in de achterzak. Ten tijde van Roger Milla was het spel van Kameroen één ode aan het offensief voetbal.”

Pierre Issa : “Je moet ook eens kijken naar het niveau van de Europese clubs waar de Zuid-Afrikaanse spelers zitten. Oké, Quinton Fortune speelt bij Manchester United en Benni McCarthy bij FC Porto – dat kan tellen, natuurlijk. Maar de meeste anderen hebben een onderkomen gevonden bij relatief bescheiden teams, zoals Hans hier in Heerenveen, Shaun Bartlett en Mark Fish bij Charlton Athletic, en ikzelf bij Watford. Daar moet ik geen tekening bij maken. Dat kan je toch niet vergelijken met Real Madrid, waar Geremi uit Kameroen voetbalt. Of met Arsenal, waar de Nigeriaan Nwankwo Kanu aan de slag is.

“Wij moeten het onder ogen durven te zien, en durven toe te geven : we zijn nog altijd goed, maar we niet echt meer super. Het probleem is dat ze het in Zuid-Afrika niet op losers begrepen hebben. Het volstond dat ons rugbyteam, de legendarische Springboks, de laatste jaren zijn dominantie moest prijsgeven aan de Australische All Blacks, om de Zuid-Afrikaanse sportliefhebbers naar de Bafana Bafana te lokken. Maar zodra de resultaten van het voetbalteam wat minder worden, haken die nieuwe fans meteen af.”

Wat mogen we op het WK van Zuid-Afrika verwachten ?

Hans Vonk : We zitten in een groep met Spanje, Paraguay en Slovenië. Spanje is natuurlijk te hoog gegrepen. Maar ik denk dat we evengoed als Paraguay en Slovenië naar die tweede plaats mogen mikken, en dus naar de tweede ronde. Hoewel, dat is uiteraard koffiedik kijken. Van Paraguay kennen we alleen Jose-Luis Chilavert, de doelman. En Slovenië is helemaal onbekend voor ons. Maar als je in de play-offs een land als Roemenië uitschakelt, moet je wel iets in huis hebben.

Pierre Issa : Anders dan Hans fixeer ik me niet op die tweede ronde. In zo’n eindronde hangt zoveel af van details, van kleine dingen. Ik zou alleen teleurgesteld uit Azië terugkeren mochten we daar geen overwinning boeken. Dat zou onze eerste zege op de eindronde van een WK betekenen. Op het WK in Frankrijk waren we er voor het eerst bij : daar speelden we gelijk tegen Denemarken (1-1) en Saudie-Arabië (2-2) en verloren we, logisch genoeg, tegen Frankrijk (3-0). Aan die laatste match bewaar ik donkere herinneringen. Ze werd voor mijn eigen publiek, in Marseille, gespeeld en ik bestond het daar om twee own-goals aan te tekenen. Voor mezelf zou ik al blij zijn als ik straks van zulke tegenslagen gespaard blijf ( lacht).

Hoe zijn jullie in de Zuid-Afrikaanse selectie beland ?

Vonk : Ik ben er onrechtstreeks in geraakt. Toen de kwalificatie voor het WK van 1998 verzekerd was, ging de Zuid-Afrikaanse voetbalbond op zoek naar spelers om de kern te stofferen. Op een dag kreeg ik een telefoontje van Mark Gleeson, een journalist. Die had het speciaal nummer van Voetbal International doorbladerd en daarin ontdekt dat ik geboren ben in Alberton, een randstad van Johannesburg. Omdat ik toch geen uitzicht had op een selectie voor Oranje, heb ik me ter beschikking van het Zuid-Afrikaans eltal gesteld. Sinds dat WK in Frankrijk sta ik effectief in de goal.

Issa : Ik heb niet gewacht tot ze me vonden, ik ben ze zelf gaan zoeken ( lacht). Dat was in de zomer van 1997. Zoals gewoonlijk bracht ik mijn vakantie door in Zuid-Afrika. Mijn ouders hebben zich daar in 1975 geïnstalleerd, nadat ze voor de oorlog in Libanon op de vlucht waren geslagen. Ik heb drie paspoorten – Libanees, Frans, Zuid-Afrikaans – maar heb me altijd in de eerste plaats Zuid-Afrikaan gevoeld. Zo abnormaal is dat niet : ik heb daar elf jaar geleefd. Daarna, ik spreek nu over midden de jaren negentig, ben ik naar Frankrijk uitgeweken om bij Duinkerke mijn voetballoopbaan op te starten.

Tijdens die vakantie ben ik in 1997 gaan aankloppen bij Clive Barker, de bondscoach van dat ogenblik. Na een test verklaarde die me onmiddellijk goed voor de dienst. Sindsdien acteer ik onveranderlijk in de centrale as van de verdediging, aan de zijde van Mark Fish.

Er was lang sprake van dat Zuid-Afrika het WK van 2006 zou organiseren. Inmiddels heeft het er alle schijn van dat jullie nog vier jaar langer geduld zullen moeten opbrengen. Hebben jullie een idee van waar het Zuid-Afrikaanse voetbal in 2010 zal staan ?

Vonk : Eén zaak is zeker : als ik dat nog meemaak, zal het niet meer als doelman zijn. Op dat moment zal ik de kaap van veertig al gerond hebben. Maar misschien kan ik er als trainer van de doelmannen naartoe. Dat is een taak die ik graag op mij zou nemen. Feyenoord heeft me ten andere al benaderd met de vraag of het me zou interesseren om, na mijn actieve carrière, als keeperstrainer naar hun Zuid-Afrikaanse satellietclub, Supersport United in Pretoria, te verkassen. En dat vind ik bepaald geen onaantrekkelijk idee. Maar eerst wil ik het toch nog een jaar of vijf, zes als speler uitzingen.

Wie weet hoe het Zuid-Afrikaanse voetbal er in 2010 zal uitzien ? De dingen zijn nu wel volop in beweging. Diverse grote buitenlandse clubs zijn momenteel in Zuid-Afrika structuren aan het neerzetten. Ajax heeft daarin het voorbeeld gegeven door enkele jaren geleden Ajax Kaapstad op te richten. Manchester United heeft dat voorbeeld gevolgd. Daar kan het Zuid-Afrikaanse voetbal alleen maar goed mee varen.

Issa : In 2010 zal ik 34 jaar zijn. Met een beetje geluk zal ik dus nog als speler van de partij zijn. Als een soort van veteraan in een ploeg die vol met jongeren zal steken, denk ik. Want er dient zich veel opkomend talent aan in Zuid-Afrika. Kerels als Sibusiso Zuma, Jacob Lekgetho, Syabonga Nomvete, Aaron Mokoena en nog anderen bewijzen dat het goed zit met het Zuid-Afrikaanse voetbal. Telkens als ik naar Zuid-Afrika terugkeer, valt het me op hoeveel jongeren je op straat ziet voetballen. Daar ligt volgens mij ook de oorzaak van het feit dat Afrika zijn achterstand tegenover Europa razendsnel aan het goedmaken is. In Europa voetbalt de jeugd niet meer op straat.

Mijn enige voorbehoud blijft – ik herhaal het – de fysieke beperkingen van de gemiddelde Zuid-Afrikaanse voetballer. Het ontbreekt de Zuid-Afrikanen, en vooral de zwarte Zuid-Afrikanen, aan gabariet. Misschien komt er wat dat betreft ooit nog iets overgewaaid vanuit het Zuid-Afrikaanse rugby. De meeste blanke Zuid-Afrikanen kiezen nu voor rugby. Mochten er in de toekomst meer blanke Zuid-Afrikanen in het voetbal stappen, dan zou dat een fameuze injectie geven. Zodra dat fenomeen zich voordoet, hebben ze in Kameroen en Nigeria en de rest van de wereld nog niet met Zuid-Afrikaanse voetbal gedaan ( lacht).

door Bruno Govers,

“We zijn nog altijd goed, maar niet echt meer super.”

“Blanke Zuid-Afrikanen kiezen veeleer voor rugby dan voor voetbal.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content