Jenson Button wordt stilaan onklopbaar als het regent.

De 31-jarige Brit won vorig weekend zijn vierde koers sinds hij eind 2009 van Brawn GP naar McLaren verhuisde. Australië en China in 2010, Montréal en vorig weekend Boedapest dit seizoen. Maar het zijn races met een rode draad: het regende telkens. Dan voelt Jenson Button zich als een vis in het water.

Met regenen bedoelen we niet dat het water bij bakken uit de lucht kletste. Dergelijke zondvloeden zijn trouwens op maat van Hamilton gesneden. De F1-fanaten herinneren zich ongetwijfeld nog Silverstone 2008, toen Lewis op water wandelde en in de commentaren zelfs met Senna werd vergeleken. Neen, voor Button volstaat lichte regen. Of liever: wisselende omstandigheden, zoals een circuit dat constant blijft aarzelen tussen nat en bijna droog. Zoals vorig weekend in Boedapest dus: de koers begon op (lichte)regenbanden tot het circuit droog genoeg lag om met zogenaamde slicks of profielloze banden te gaan rijden. Button koos telkens weer op het perfecte moment de juiste banden en won.

Er is natuurlijk meer nodig om die vierde regenzege op rij al te verklaren. Button klopte in Boedapest immers niet alleen zijn teamgenoot Hamilton, omdat die zich verslikte in de bandenkeuze, maar ook Fernando Alonso en vooral Sebastian Vettel, die beiden ook juiste banden kozen. Het geheim van de Brit schuilt dan ook in zijn stuurslag. Geen andere coureur die de banden zo poeslief kan behandelen door zuinig te sturen zonder daarbij snelheid in te leveren. Zijn banden slijten bijna altijd iets minder snel dan bij de anderen. Dat is vooral belangrijk in races zoals gisteren, als regen en opdrogend nat zorgen voor een asfalt dat constant van conditie blijft veranderen. Rijden in dat soort omstandigheden, daar is Button een meester in. Het was trouwens die kwaliteit die ervoor zorgde dat hij in 2006 op diezelfde Hungaroring zijn allereerste overwinning pakte. Ja, het regende toen ook bij momenten.

Leuk toeval trouwens, vorige zondag: Boedapest 2011 was de 200e race van Button, die tijdens een korte receptie iedereen bedankte en daarbij zijn teamgenoot niet vergat: “Bedankt om het me zo moeilijk te maken, Lewis.” Vrij vertaald zou je kunnen zeggen dat McLaren zonder enige twijfel het beste rijdersduo heeft. Niet alleen omdat ze beiden snel zijn, ook en vooral omdat ze verschillende kwaliteiten hebben. Button kan het verschil maken met zijn bandvriendelijke en foutvrije rijstijl, Hamilton is de krijger die altijd en overal aanvalt en misschien zelfs iets sneller is dan wat in de auto zit. Maar vooral: de twee hebben een uitstekende verstandhouding, wat in de F1 vrij uniek is. Dat bewezen ze vorige week nog maar eens door ronden lang op een heerlijke manier met elkaar te duelleren, band tegen band. Maar het knapste is ongetwijfeld dat daar na de race niets van blijft hangen. Zei Button op de vraag of het team hem via de boordradio niet had opgeroepen voorzichtig te zijn: “Tuurlijk niet. Ze hebben het volste vertrouwen in ons.”

DOOR JO BOSSUYT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content