Met het winnen van de bekerfinale zette Club Brugge een punt achter het seizoen. Een punt, geen uitroepteken. Chris Van Puyvelde, assistent-trainer, blikt terug.

De betere ploeg geweest, maar toch met 1-3 verloren : de pil was bitter voor Moeskroen; de vreugde bij Brugge des te groter. Was het aan Genk verloren seizoen toch nog een beetje goedgemaakt.

De wedstrijd herbeleefd in fasen, met een (wijde) terugblik van assistent-trainer Chris Van Puyvelde.

Tweede minuut : de wedstrijd is amper bezig of scheidsrechter Quaranta moet bij een hoekschop de kibbelende Gert Verheyen en Zoran Ban bij zich roepen. De veren staan gespannen.

Chris Van Puyvelde : “De beker leefde, je voelde het op training. Er hing een heel goeie sfeer en er werd heel goed gewerkt. Daar mogen we eigenlijk al heel het seizoen niet over klagen. Subliem. René ( Verheyen, de andere assistent-trainer, nvdr) zegt het zelf : in meer dan tien jaar is dit hier misschien wel de beste groep op dat vlak. Dan voel je dat er over gesproken wordt. ’t Is te hopen dat we hem eens omhoog mogen steken. Je werkt een heel seizoen om resultaten te halen en nu heb je die mogelijkheid nog via de beker. Ik denk dat er in de groep ook niet veel zitten die al een bekerfinale gespeeld hadden. Je had de kans om een dubbel te halen én de kans om niks over te houden.

“Wat we zeker hadden, is de voorronde van de Champions League. Dat vind ik toch een belangrijk objectief dat we bereikten. Want – en ik noem dat geen verontschuldigingen – rond nieuwjaar waren er toch nog vier ploegen die daarvoor in aanmerking kwamen. Al kan je zeggen dat ze wat geluk hadden, maar Genk is uiteindelijk toch verdíend kampioen geworden. “

Twintigste minuut : Philippe Clement grijpt na een duel grimassend aar de linkerdij en vraagt meteen om een vervanging. Niet te troosten zit hij nadien minutenlang alleen in de dug-out. Ziet hij straks het WK aan zich voorbijgaan ? Timmy Simons wordt Clements vervanger in de verdediging.

Chris Van Puyvelde : “Het belangrijkste waren dit seizoen voor ons twee zaken. Ten eerste : met onze verdediging die in de eerste ronde berucht was, konden we door omstandigheden in de tweede ronde heel weinig spelen. Ten tweede : we zijn blijven zoeken naar evenwicht in het middenveld. Dat is blijven duren, vind ik. Als ik op het seizoen terugkijk, merk ik dat we er in de voorbereiding al heel veel uitprobeerden en toen al dachten : dat evenwicht, dat evenwicht… Eén keer je een ploeg vindt die goed draait, moet je bijna niet wisselen. Dat duidt op stabiliteit. Terwijl op die posities bij ons vrij veel spelers hebben gestaan.

“We beginnen de tweede ronde bijvoorbeeld met een wedstrijd op Westerlo, toch altijd een moeilijke verplaatsing, waarvoor we heel veel moesten sleutelen aan het elftal. Verheyen en Van Der Heyden moesten we missen en Lange valt uit met een rode kaart. Dus je start weer in moeilijke omstandigheden. Wat stel je dan vast ? Rune Lange scoorde in de eerste ronde zeer veel; in de tweede ronde minder. Veel minder. Dan ga je zoeken hoe dat komt. Misschien komen er minder ballen vanop de flank, misschien zit er – en dan heb ik het specifiek over één speler – iemand in mindere vorm.

“Maar het is allemaal relatief. Daar is Jan Koller hét voorbeeld van. Als je bij Lokeren durfde beweren dat ze met hem dé superaanvaller aantrokken, begon iedereen te lachen. Maar er is daar goed mee gewerkt en wat mij nu toch wel opvalt is dat de ploegen waar hij de laatste drie jaar speelde telkens kampioen werden. Niet dat het alleen aan hem ligt, maar het bewijst wel zijn waarde. Hetzelfde met Dagano, die indertijd bij de helft van België is aangeboden. Kpaka

“Andere vaststelling die je kan doen : veel van die spitsen hebben met Marc Degryse gewerkt. Is dat ook niet iets om over na te denken ? Ik denk dat Degryse Club Brugge ook nog goeie diensten had kunnen bewijzen. Rune is een speler die het moet hebben van goeie flankvoorzetten en die zijn er niet altijd gekomen dit seizoen. We hadden het er onlangs nog over. Iedereen zoekt naar complementaire spitsen. Dagano en Sonck kunnen met een individuele actie een wedstrijd openbreken. Werkkracht kunnen we onze ploeg niet verwijten, maar op het vlak van peper en zout… We hebben heel veel kansen gecreëerd, maar ze niet altijd afgewerkt.”

Tweeënveertigste minuut : Tim Smolders, ingekomen voor Clement, treft net als Mendoza een kwartier eerder met een ver schot de paal. Smolders is een van de jongeren in de Brugse kern en doet in de bekerfinale voor het eerst dit seizoen mee.

Chris Van Puyvelde : “Onlangs gingen we in Kortrijk spelen. Wij stonden daar met een zeer jonge ploeg tegen hun eerste elftal en we wonnen met 0-10. Dus dan zeg ik : Club Brugge heeft op lange termijn een enorme toekomst qua jeugd. Daar ben ik pertinent zeker van. Alleen moeten we op korte termijn iets gaan bekijken. We zitten met een kern van negenentwintig en dan kan je er geen vier bijkopen als die allemaal blijven. Voor een aantal zou het beter zijn als ze worden uitgeleend. Een kern van negenentwintig is te veel, maar je kan er tijdens het seizoen moeilijk zomaar een aantal naar de B-kern sturen. Cornelis, Maertens, Smolders… Er staan er nog veel te trappelen. Karel Geraerts komt uit een zeer zware enkelblessure terug. Als ik zie welk niveau die jongen na één jaar al haalt… Dat is het bewijs dat Club Brugge op dat gebied een zeer grote toekomst heeft, zeker ook als je ziet dat bij de -18 al zes of zeven internationals zitten.”

Achtenzestigste minuut : ter hoogte van de middenlijn tackelt Blondel de bal zuiver uit de voeten van Verheyen, die zich uiterst slap gewonnen geeft. De Brugse kapitein grijpt naar de knie, maar beseft gelukkig net op tijd dat een blessure voorwenden al te flauw zou zijn. Het spel gaat verder. Brugges kapitein ging in de bekerfinale niet bepaald voorop in de strijd, maar dat is al weken zo.

Chris Van Puyvelde : “Wij hebben over het algemeen genomen een zeer brave groep. Misschien té braaf. Dat is een conclusie. En dat Mendoza en Ristic in de douche vochten ? Als dat zo was, dan zaten ze hier daarjuist niet samen aan tafel. Ik bedoel : in een normaal huishouden heb je altijd wrijvingen. Dus als er negenentwintig samen zijn ook. Resultaten verbloemen dat alleen soms. Hier ging het over wat shampoo en een duwtje. Is dat dan een vechtpartij ? Misschien dat Mendoza dat normaal anders ook doet. Ik denk dat het iemand is die in zijn jeugd enorm voor zijn hebben en houden is moeten opkomen, dat draag je toch mee.

“Je mag niet te veel gevaarlijke mannen in je ploeg hebben, maar misschien een die er eens iets in brengt, waarom niet, hé. En leiders, ja, daar ga ik mee akkoord. Maar dan zoek ik, van de andere kant, overal naar leiders. Ik denk dat leiders, misschien niet aan het uitsterven zijn, maar… Leiders waren doorgaans spelers die lang bij een ploeg bleven en dat gebeurt tegenwoordig nog weinig. Maar voor mij kan Timmy Simons op termijn een zeer goede leider zijn. Omdat hij natuurlijk respect afdwingt door zijn manier van werken.

“Maar er is een algemene vervlakking naar persoonlijkheden toe. Alles wordt nogal gaaf gehouden. Dat is ook een natuurlijk proces. Als ik hoor van René dat hij vroeger na een wedstrijd samen zat met de Caje en zo, en dat er na een wedstrijd heftig over werd nagepraat : dat heb ik nog weinig gehoord. Deze groep is zeer rustig. Maar dat wil niet zeggen dat het voetbal hier niet leeft. Dat zou pas echt spijtig zijn. Voetbal was vroeger, algemeen beschouwd, meer een gedrevenheid.”

Vierenzeventigste minuut : Marcin Zewlakow wordt in het strafschopgebied neergetrokken door Sandy Martens. In plaats van een penalty tegen, krijgt Club Brugge een counter voor.Mendoza – Lange en Verheyen kwamen nauwelijks aan de bak – maakt er 1-2 van. Een sleutelmoment in de wedstrijd.

Chris Van Puyvelde : “Iedereen zegt dat wij met twee vleugelspelers voetballen, maar – en daar kan ik Trond in volgen – dat is niet zo. Wij spelen met drie spitsen. Vleugelspelers zijn spelers bij wie het krijt aan de schoenen hangt. Gasten die de flank doen, één-tegen-één. Type Overmars. Onze spitsen worden allemaal verondersteld te bewegen, te veranderen van positie en voor doel te komen. Dat is het grote verschil. Elke vergelijking loopt mank, maar zijn Beslija, Chatelle of Daerden geen vleugelspelers ? Die gaan óók diep, hebben die center, die actie één-tegen-één. Zijn dat spitsen ? Middenvelders ? Je kan daar uren over discussiëren. Gert maakte in het begin, voor zijn blessure, een pak doelpunten. Ook op die positie. Een echte vleugelspeler maakt in principe weinig doelpunten.

“Je kan er uren over discussiëren, maar er is wel een verschil tussen spelen met drie spitsen of met twee veluegelspelers en een diepe spits. Dus dan heeft het weinig te maken met het systeem, maar met het bewegen van de spelers. Hetzelfde geldt voor die driehoek op het middenveld. Als ik vergelijk met Genk : daar is Skoko iets minder diep gaan spelen, iets meer naast Thijs, waardoor het makkelijker ging. Maar onze twee wedstrijden tegen hen, hadden wij normaliter moeten winnen. De tweede wil ik dan nog in het midden laten, maar in die eerste hebben wij hen volledig weggedrukt. Dat zeggen ze zelf, dat ze daar door het oog van de naald gekropen zijn. De tweede, in Genk, was op hoog niveau, met iets te veel individuele fouten om tot het hóógste niveau te komen. Maar op het einde krijgen we twee niet te missen kansen van Mendoza die wél gemist worden.

“Ik wil maar zeggen : de balans is zó subtiel. Op bepaalde momenten doet individueel talent die overhellen ín een systeem. Kijk naar Real Madrid. Ik hoor dat in de Pro Licence de discussie was of ze nu met drie of vier achteraan spelen, of Roberto Carlos wel een linksback is. Het systeem is daar dat Figo en Zidane heel vele bewegingsvrijheid krijgen en dat zij die verstandig gebruiken. Makelele zorgt ervoor dat de grendel op het slot blijft. Ook Leverkusen heeft een degelijke veldbezetting, maar daar zit een stukje Zuid-Amerikaans sambavoetbal tussen. Dus ook die vonden een goeie mix met spelers die in individuele acties het verschil kunnen maken. Een speler die mij hier wat dat betreft in de twee maanden dat ik met hem werkte een enorme indruk naliet, is Fadiga.

“Lyon is kampioen en wij waren twee keer de betere tegen hen, maar dan zie je dat wij in topwedstrijden dat tikkeltje extra talent, noem het koelbloedigheid, positionele kwaliteiten, missen. Genk heeft een aantal spelers die individueel het verschil kunnen maken. Kijk naar de topschutterslijst en de referenda. Dat is gewoon cijfermatig bewezen. Wij hebben dit seizoen misschien wel na geen enkele wedstrijd kunnen zeggen : hier hadden we geluk dat we wonnen. Op Standard kregen we genoeg kansen om de zaak af te maken. Daar verdienden wij te winnen, terwijl Genk verdiende te verliezen of maar een punt te halen op Sint-Truiden. Dat is een belangrijke wending geweest.

“Ten tweede vind ik dat we in het begin van het seizoen goed op dreef waren, tot en met de wedstrijden tegen Lyon. Ik sprak hier onlangs met iemand die toen met zijn dochter was gaan kijken en ze is sindsdien supporter geworden. Ik wil maar zeggen : die wedstrijden moeten toch wel indruk gemaakt hebben. Ik denk dat in Lyon een soort gevoel van onoverwinnelijkheid is weggevallen, want de tweede ronde verliep met ups en downs.”

Negentigste minuut : Andres Mendoza krijgt een applausvervanging. Drie doelpunten van de Peruaan bezorgden Brugge de winst. De manier waarop hij scoorde, is voor Hugo Broos typisch Brugge : uit een vrije trap en twee keer op de counter. Kortom, voorspelbaar en weinig creatief.

Chris Van Puyvelde : “Creativiteit kunnen we zeker gebruiken, natuurlijk. Moreira vind ik het typevoorbeeld van een creatieve speler, maar die staat nog niet op het niveau om zijn stempel op een wedstrijd te drukken. Ik denk dat we in België gedoemd zijn, als ik het zo mag uitdrukken, het te zoeken bij jonge spelers. Die zullen dan ook af en toe eens door de mand vallen. Want een nummer 10 van achtentwintig, dertig jaar met creativiteit en die de ploeg op sleeptouw gaat nemen, gaan wij niet vinden. Daar ben ik zeker van, want die zoeken ze overal. Creativiteit is dat beetje extra dat een systeem doet klikken. Daar levert Real Madrid voor mij het bewijs van. Een systeem is niet heilig, maar een gezond fundament voor creativiteit.

“Ik kan mij dan ook niet voorstellen dat Trond Sollied niet gaat aanpassen voor een speler die zeer sterk is kort achter de spitsen. Maar je moet kijken naar wat aanwezig is. Dat men zegt dat bij ons de sleur er zou in zitten, vind ik niet correct, want : om iets goed te kunnen moet je het veel doen. En als je trainen met een bal niet meer plezant vindt, heb je het verkeerde beroep gekozen. Routine moet er zijn, als basis voor training. Ik geef dan altijd hetzelfde voorbeeld : ervaring is een fichenbak die voortdurend aangevuld wordt in het hoofd van een speler. Dat resulteert in : op het juiste moment op de juiste plaats de goede oplossing kiezen. Maar ik geloof best dat er een aantal zaken zijn die spelers minder plezierig vinden. Maar uit de manier waarop de groep werkte, moeten wij concluderen dat dat voor vijfentachtig procent van het seizoen goed was.

“Kritiek zal je altijd hebben. Kijk naar Anthuenis : ze gingen bijna een standbeeld voor hem bouwen in Anderlecht en nu is ineens niks nog goed. Hetzelfde voor Regi Van Acker.”

Na de prijsuitreiking loopt de Brugse spelersgroep een ereronde. Achterop hinkt Philippe Clement, gesteund door Gert Verheyen. Broeders in de miserie. Met de beker wist Club Brugge dan toch nog slagroom op de taart te krijgen, maar de room moet sommigen zuur in de mond smaken.

door Raoul De Groote,

“Werkkracht kunnen we onze ploeg niet verwijten, maar op het vlak van peper en zout ?”

“In Lyon is een gevoel van onoverwinnelijkheid weggevallen.”

“Voor zijn blessure maakte Gert als vleugelspeler wél een pak doelpunten.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content