Over de voorbije negen maanden van het kalenderjaar 2013 bekeken is Anderlecht maar de vierde ploeg van het land.

De tripeltest is een prenataal onderzoek bij zwangere vrouwen waarbij men nagaat of er zware afwijkingen zijn aan de foetus. Anderlecht heeft net een tripeltest ondergaan tegen ploegen uit de top zes van de competitie en de conclusie is dat het met de baby allerminst goed gaat: verlies tegen Lokeren, Zulte Waregem en Club Brugge. Logische nederlagen als je de karrenvracht aan tegengoals bekijkt. Na acht wedstrijden heeft alleen Oostende een slechtere verdediging dan paars-wit. Wel heeft het de beste aanval – met dank aan de kartons tegen Cercle, AA Gent, Charleroi en KV Mechelen – maar waartoe dient dat? De kampioen staat pas vijfde en heeft sinds het begin van de competitie nog niet veel laten zien. Eigenlijk zit Anderlecht al sinds het begin van dit jaar in ademnood, de titel heeft veel gemaskeerd. Paars-wit loopt al negen maanden naar zijn beste voetbal te zoeken. Dat is de duur van een zwangerschap. Eentje met complicaties, dat is nu wel duidelijk. Wij stellen enkele pertinente vragen.

Is Neerpede uitgespeeld?

Dennis Praet: de nieuwe ster, de toekomst van het Belgisch voetbal et cetera… Een jaar geleden lukte alles, hij liet Anderlecht het juiste ritme vinden na een – toen al – aarzelend seizoenbegin. Dit seizoen verloopt minder voorspoedig voor hem. Hij speelde wel in elke wedstrijd mee (zij het slechts twee keer de volle 90 minuten) maar was onherkenbaar. Zijn laatste twee optredens waren opnieuw ontgoochelend, maar de omstandigheden waren delicaat: invallen na 80 minuten tegen Benfica en in het begin van de tweede helft tegen Club Brugge. In beide gevallen lag de wedstrijd al in een beslissende plooi.

Een ander vraagteken: Youri Tielemans. Hij schitterde in de eerste twee wedstrijden en was de nieuwe ster made in Neerpede. Sindsdien houdt hij vooral de bank warm. De situatie van Anthony Vanden Borre is nog complexer. Hij reisde mee naar Lissabon maar moest uiteindelijk in de tribune plaatsnemen. In de competitie speelde hij nog geen seconde.

Ergo: het opleidingscentrum van Neerpede is in de ploeg van vandaag niet meer vertegenwoordigd. Herman Van Holsbeeck liet zich nochtans ontvallen: “In het verleden kochten we te vaak spelers die geen topniveau haalden. In de toekomst rekenen we op ons vormingscentrum en versterken we de ploeg met spelers van het niveau Aleksandar Mitrovic.” Dat moet dus nog bewezen worden.

De spelers die op dit ogenblik de plaats van de eigen kweek innemen, brengen het elftal nochtans weinig bij. Luka Milivojevic scoort tot nu toe een onvoldoende en de prestaties van Demy de Zeeuw zijn zelfs ronduit dramatisch. Een ander probleemgeval is Bram Nuytinck. De eerste zes wedstrijden behield hij ondanks middelmatige vertoningen het vertrouwen van John van den Brom, maar uiteindelijk moest hij toch een stap opzijzetten voor ChancelMbemba, die nu al drie wedstrijden de centrale as vormt met Cheikhou Kouyaté.

Barsten in de kleedkamer?

Het was gedurende de hele match op Brugge opmerkelijk dat meerdere spelers met gebaren hun ongenoegen uitten, in de clinch gingen met ploegmaats, tegen de scheidsrechter mekkerden of de armen ten hemel sloegen. Allemaal symptomen van voetballers die met een gebrek aan vertrouwen kampen. Dat ging zelfs door ná de wedstrijd, met het spuwen van Mitrovic naar Brugse fans (resultaat: drie speeldagen schorsing, door Anderlecht aanvaard) en zwijgplicht voor de spelers. Olivier Deschacht, Dennis Praet, Massimo Bruno, Gohi Bi Cyriac, Matías Suárez, Aleksandar Mitrovic: geen van allen wilde met de pers praten. Mitrovic weet dat hij bij zijn eerste twee grote tests gefaald heeft: een zwakke wedstrijd en geel tegen Benfica, een non-match en rood in Brugge. Het duurde lang voor er iemand uit de kleedkamer kwam die toch iets wou zeggen. Sacha Kljestan toonde zich bereid en vatte kort samen: “It’s a down moment for us.” De Amerikaan wist toch ook iets positiefs te zeggen: “We kunnen de titel nog pakken, maar dan gaan we een betere mentaliteit moeten tonen. Zowel aanvallend als verdedigend.” Cheikhou Kouyaté was kort en bondig: “Wat er misgegaan is? Alles.” Guillaume Gillet: “Een collectieve offday, geen strijdlust, pijnlijk.” Silvio Proto: “Qua inzet was er een enorm verschil met de Brugse spelers. We zijn te braaf. Inzet heeft trouwens niks met leeftijd te maken: kijk maar hoe Timmy Simons op Matías Suárez gespeeld heeft.”

Namen noemen doen ze niet, maar dat het rommelt in de kleedkamer is wel duidelijk. Het gedrag van Suárez bijvoorbeeld roept vragen op. Op de vooravond van de match tegen Benfica bevestigde Roger Vanden Stock dat zijn Argentijn blij was om weer terug te zijn en dat hij zich gelukkige voelde. Enkele uren later verviel Suárez alweer in zijn oude discours: dat hij aan het eind van het seizoen weg wil.

Maar de grootste stokebrand was Demy de Zeeuw. Zijn lot lijkt bezegeld. Hij kon zijn vervanging in Lissabon niet verkroppen: “Ik ben opnieuw het slachtoffer van een totaal mislukte tactiek. Ik had iets kunnen bijdragen, maar dan in een ander systeem. Wat de coach in het hoofd had, zag er mooi uit op papier, maar in de praktijk bleef er weinig van over. Ik ga weer het etiket krijgen van de speler met wie het nooit lukt.” Wel, hij heeft gelijk: het lukt ook bijna nooit met hem erbij. Van den Brom antwoordde dat hij zich aangevallen voelde en dat hij “een goed gesprek” met De Zeeuw zou hebben. Heeft dat nog zin? Zijn krediet lijkt opgebruikt. Van de zomer drong Van den Brom nog aan op een contractverlenging voor De Zeeuw, hoewel het bestuur niet echt gecharmeerd was van wat hij tussen januari en mei had laten zien. Van Holsbeeck gaat nu in de aanval: “De Zeeuw moet eens voor de spiegel gaan staan. Ik was een grote fan van de Demy de Zeeuw van Ajax, maar die hebben we hier nog niet gezien. Wanneer hij het over de tactiek heeft, moet hij eerlijk zijn en ook zijn eigen prestatie tegen Benfica eens deftig evalueren.”

Waarom coacht VDB niet?

Na de tweede goal van Club Brugge is Van den Brom nog amper van zijn bank gekomen. Geen aanwijzingen meer, geen geroep, geen gebaren, bijna niets meer. Alsof hij het had opgegeven. Zelfs Philippe Clement, op de andere bank, was meer aanwezig dan VDB. De Nederlander heeft zeker wat om over na te denken. Een jaar geleden zocht hij al naar het beste systeem en wisselde hij tussen een 4-4-2 en een 4-3-3. Hij vond de oplossing in een 4-3-3 en de inbreng van Dennis Praet in de punt van de driehoek op het middenveld was een van de sleutels van het succes en de titel van vorig seizoen. Vandaag krijgt VDB te maken met een vormcrisis van Praet en vooral de afwezigheid van Lucas Biglia. De leemte laat zich voelen. Vadis Odjidja bracht het zondag spontaan ter sprake: “Wij stonden met drie op het middenveld, zij maar met twee, en daar was geen Lucas Biglia bij. Zo konden we hen onder druk zetten.”

Het duo Kljestan-Milivojevic overtuigt niet. In de 4-4-2 zoals die in Brugge werd uitgeprobeerd, werden zij geacht om het spel te sturen, maar ze hebben de kwaliteiten niet om dat te doen. Het gevaar moest van de flanken komen, maar noch Massimo Bruno, noch Frank Acheampong slaagde erin om gevaarlijk te zijn. Tel daar nog een aanvalsduo Mitrovic-Suárez bij dat weinig aangespeeld werd en matig geïnspireerd was, en je weet waarom het misliep. Anderlecht wist in de eerste helft geen schot tussen de palen te plaatsen. Of het nu in de verdediging of op het middenveld is: de speler die de bal verovert, weet niet aan wie hij die kwijt kan. Vroeger was er altijd Lucas Biglia als aanspeelpunt. “Het is geweldig om vier zulke offensieve spelers te hebben, maar als ze niet aangespeeld worden, kunnen we ook geen kansen creëren”, vat Gillet samen. “En onze twee centrale middenvelders werden onder de voet gelopen.”

In beide toptreffens, tegen Benfica en Brugge, heeft Van den Brom zijn beide systemen uitgeprobeerd. Geen van beide overtuigde. Veel spelers hebben een voorkeur voor een 4-4-2. Na de misstap in Lissabon, gaven Kljestan en Milivojevic openlijk aan dat ze die opstelling verkozen, temeer daar ze voortreffelijk had gewerkt tegen KV Mechelen. Ze beweerden dat ze zich meer op hun gemak voelden dan in een 4-3-3. Maar de ploeg die aan de aftrap kwam in Brugge, was dezelfde die KV acht dagen daarvoor verpletterd had. Ze was onherkenbaar. De dag voor het Europese duel liet Van den Brom optekenen: “Ik ga niet te veel overhoop gooien. Ik heb mijn type-elftal bijna gevonden.” Maar hij gooide het wél overhoop. Met het commentaar van De Zeeuw achteraf: “Het is moeilijk om in een wedstrijd een systeem toe te passen waar tijdens de week niet op getraind is.” Vanden Stock vroeg zich al af of Anderlecht wel kan verdedigen. Het antwoord is neen. Niet in de Champions League, niet in de Jupiler League. Na Benfica gaf Van den Brom aan dat zijn ploeg minder ver stond dan hij had gedacht. Na Brugge voegde hij eraan toe dat de bodem was bereikt. En nu, wat moet er nu gebeuren?

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content