Roberto Mancini: ‘Donnarumma is momenteel de beste keeper ter wereld’

© GETTY

Het nieuwe Italië, dat deze week ook zijn weg naar het WK 2022 begint, is een ploeg om naar uit te kijken. Gesprek met bondscoach Roberto Mancini.

Dit artikel komt uit het nieuwe magazine Raimundo. Lees hier de volledige editie.

Toen Roberto Mancini in mei 2018 bij Zenit weggekocht werd door de Italiaanse voetbalfederatie om de Squadra nieuw leven in te blazen, stonden de sceptici rijen dik. Twee en een half jaar later is iedereen tevreden met het resultaat en vooral de manier waarop.

Zijn ploeg is een mix van ervaren krachten en jong talent. Zo jong waren sommigen toen ze voor het eerst geselecteerd werden dat ze nog niet eens hun debuut in de Serie A gemaakt hadden. Sandro Tonali was een jong talent bij tweedeklasser Brescia, Nicoló Zaniolo diende als pasmunt bij de transfer van Radja Nainggolan van AS Roma naar Inter en werd bij de Romeinen een openbaring.

Wat vindt u van de titelstrijd in de Serie A dit jaar ?

Roberto Mancini : ‘Juventus en vooral Inter zijn de favorieten, maar Milan kan het ook halen, al wordt het nog moeilijk voor hen. Ik had niet verwacht dat zij het zo goed zouden doen. Ze hebben iets wat we ook in de Squadra hebben : een goeie mix van een paar ervaren spelers en jong talent. Een enthousiaste manier van voetballen ook, moedig en avontuurlijk.’

Met een paar spelers uit de nationale ploeg. Tonali heeft het moeilijker dan verwacht, Calabria is beter geworden.

Mancini : ‘Ook bij de nationale ploeg doet Calabria het goed. Hij heeft talent, persoonlijkheid en is vastberaden. Dat Tonali het met de overstap van Brescia naar Milan moeilijk zou hebben, had ik verwacht. Hij is erg jong bij een topclub beland en heeft tijd nodig om dat ritme op te pikken, zoals dat ook het geval was voor Romagnoli. Maar het zijn twee spelers die ook nuttig kunnen zijn voor de nationale ploeg. En Donnarumma is voor mij momenteel de beste keeper ter wereld.’

Insigne is de speler die we het minst makkelijk kunnen vervangen.’

Roberto Mancini

Chiellini maakte pas laat zijn comeback. Rekent u nog op hem, op zijn leeftijd ?

Mancini : ‘Ik zal op hem wachten tot de laatst mogelijke dag. Voor ons blijft Chiellini superbelangrijk, ook als referentiepunt voor een jong team in de kleedkamer.’

Chiesa volgde de weg die voor hem uitgestippeld was, met de overgang naar een grote club.

Mancini : ‘In een topclub moet je elke dag, elke wedstrijd, alles geven. Dat hij veel Europese wedstrijden speelt, maakt hem beter. Dat zag je ook met Bastoni bij Inter, die werd met elke topwedstrijd beter. Chiesa heeft nog veel progressiemarge. Hij moet nog meer scoren, nog beter zijn loopacties uitzetten en zijn reacties leren controleren, wetende dat de besten in het voetbal altijd meer moeten incasseren.’

Insigne had het bij Napoli begin dit seizoen een stuk lastiger dan bij de nationale ploeg.

Mancini : ‘Zoals Insigne hebben we er maar één. Hij is onmisbaar als het verbindingspunt tussen aanval en middenveld. Op dit moment is hij de speler die we het minst makkelijk kunnen vervangen.’

Wie een beetje uit beeld is verdwenen, is Sensi.

Mancini : ‘Ik hoopte dat zijn blessure van vorig jaar al verleden tijd zou zijn. Wij hebben hem hard nodig, omdat hij op verschillende posities uit de voeten kan.’

Net zoals Lorenzo Pellegrini van AS Roma.

Mancini : ‘In welke rol je Pellegrini ook uitspeelt, overal doet hij het goed : linksbuiten, aan de binnenkant, als extra aanvaller. Fantastische mentaliteit ook, zoals de talenten van Sassuolo : Locatelli, Caputo en Berardi. ‘

In je eerste interland gaf je Mario Balotelli opnieuw een kans. Vandaag speelt hij met Monza in tweede klasse. Reken je nog op hem ?

Mancini : ‘Ik sla voor niemand de deur definitief dicht, maar voor Balotelli wordt het moeilijk. Net als voor Destro in de spits. Na Belotti en Immobile staan in mijn spitsenhiërarchie Caputo, Lasagna en Scamacca al voor Destro, en Moise Kean herpakt zich goed in Parijs.’

Door Luigi Garlando (Gazzetta dello Sport)

ZIJDELINGS: Nooit saai

Saai was de technisch vaardige aanvaller Roberto Mancini als speler nooit, saai is het spel dat zijn nationale ploeg brengt evenmin. Mooi om naar te kijken en ook nog eens erg efficiënt : het is een erg on-Italiaanse voetbalcombinatie, maar het is niet anders.

Als clubtrainer kon Mancini het frivole uit zijn spelerscarrière – hij vormde een gevreesd en succesvol aanvalsduo met Gianluca Vialli, dat met Sampdoria kampioen werd en een Europabeker won door Anderlecht in 1990 te verslaan in de toenmalige Beker voor Bekerwinnaars – niet bevestigen, maar zijn nationale ploeg is alvast een lust voor het oog. Toen hij overnam in mei 2018 zat Italië voetballend aan de grond, zonder veel perspectief. De succesvolle generatie van de wereldtitel in 2006 had net de schoenen aan de haak gehangen, jong talent leek niet voorhanden en vooral voorin kon niemand nog een goal maken.

Dus wat deed Mancini ? Hij koos voor een superaanvallend systeem, altijd voorwaarts gericht in plaats van oer-Italiaans op de snelle omschakeling te leunen vanuit een gesloten en beenharde verdediging. Rond een aantal ervaren steunpilaren (middenvelders Jorginho, Verratti en Emerson, verdedigers Chiellini en Bonucci) zette hij piepjong talent uit tweede klasse (Tonali en Barella) en uit de U21 (Zaniolo en Kean) en maakte er een fris en enthousiast geheel van.

Het resultaat ? Na 22 ongeslagen wedstrijden (17 zeges en 5 gelijke spelen) steeg de Squadra van plaats 18 naar plaats 10 op de FIFA-lijst en geldt Italië als een van de outsiders op het komende EK. Zeg niet dat u niet gewaarschuwd bent.

Door Geert Foutré

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content