Waarom Frankrijk geen al te beste ervaringen heeft met het statuut van topfavoriet

© BELGAIMAGE

Wereldkampioen Frankrijk is dé grote favoriet op dit EK. De eerste horde richting titel is de ‘groep des doods’overleven. Altijd gevaarlijk.

Voor het Franse maandblad So Foot bestaat er geen twijfel: ‘Frankrijk is absoluut de favoriet om dit EK te winnen.’ En de gerenommeerde sportkrant L’Équipe schreef: ‘Alle landen benijden ons hen’, waarmee gerefereerd werd aan het indrukwekkende aanvalstrio Kylian Mbappé – Antoine Griezmann – Karim Benzema. Ook bij de spelers zelf is het vertrouwen groot. Zo liet middenvelder Corentin Tolisso noteren: ‘Ik denk dat we over de beste ploeg ter wereld beschikken.’

Hoe dichter we bij het EK komen, hoe feller de lofbetuigingen aan het adres van Les Bleus. Zowel bij journalisten, spelers als zelfs politici klinkt het eensluidend: wie kan Frankrijk nog van de Europese titel houden? Het lijkt wel alsof iedereen bij onze zuiderburen de oorverdovende stilte vergeten is die op 10 juli 2016 het Stade de France overviel. Het was nochtans een van de talrijke keren dat Frankrijk op voorhand de favorietenrol kreeg toegedicht en er uiteindelijk niet in slaagde om die waar te maken. De laatste keer was het Portugal, zelfs zonder Cristiano Ronaldo, die de hele Franse natie in tranen achterliet.

Achterdeur

Twee jaar later was er wel succes voor Frankrijk op het WK in Rusland. Maar die wereldtitel aanwenden als belangrijkste reden om te stellen dat niemand Les Bleus wat kan maken op dit EK, is gevaarlijk. In 2018 leken de troepen van bondscoach Didier Deschamps onvoldoende gewapend om tot het einde mee te strijden. Toch bij aanvang van het toernooi. Voor veel waarnemers was Frankrijk een kanshebber, een outsider veeleer dan de grote favoriet. Zij het weinig ondernemend, stootten de Fransen wél door tot de finale, met het gekende gevolg.

Dit jaar is de context toch verschillend. Met zijn ontzagwekkende kern kan Frankrijk zich niet langer wegsteken. Maar waar het land dergelijk statuut al vaker had naast het terrein, kon het dat niet altijd bevestigen tussen de krijtlijnen. Denk maar aan het WK in 2002. Voorgesteld als de mooist voetballende ploeg ter wereld in maart, kwamen Thierry Henry en co twee maanden later in Zuid-Korea toe als de grote favoriet voor de titel. ‘Geen twee zonder drie’, werd er overal geroepen. Tot Zinédine Zidane zich blesseerde en de ploeg verstoken bleef van geluk – Frankrijk trof onder meer vijf keer het doelhout tijdens dat toernooi. Resultaat: geen enkel doelpunt in de drie groepswedstrijden en de selectie van Roger Lemerre verliet Azië via de achterdeur.

Hoe dichter we bij het EK komen, hoe feller de lofbetuigingen aan het adres van Les Bleus.

Zes jaar later organiseerden Oostenrijk en Zwitserland samen het EK. Na een WK in 2006 waarin de Fransen enkel via strafschoppen door Italië van de wereldtitel gehouden werden, stond het team van Raymond Domenech helemaal bovenaan bij de bookmakers. En andermaal liep het fout. In wat toen ook al de ‘groep des doods’ genoemd werd, moest Frankrijk het opnemen tegen Nederland, Italië en Roemenië. Eén keer kwamen Les Bleus tot scoren, wat amper één puntje opleverde. Alweer einde verhaal in de eerste ronde én het afscheid van een gouden generatie, want na het EK stopten onder meer Lilian Thuram en Claude Makelele als international.

Geen garantie

Ook ditmaal zit Frankrijk in de ‘groep des doods’, met naast het zwakke broertje Hongarije kleppers Portugal en Duitsland als tegenstanders. Desondanks beschouwt de hele voetbalwereld de manschappen van Deschamps als grote favoriet. Terecht, zeker, maar we weten ondertussen dat dat geen garantie is op succes. Doemen straks de spookbeelden uit het verleden weer op of dendert de Franse tgv gewoon naar de titel?

Door Valentin Raskin

ZIJDELINGS: Verdediger van 80 miljoen

In 2018 debuteerde hij als profvoetballer bij Granville en nu maakt hij deel uit van de selectie van Frankrijk op het EK. Jules Koundé is het typevoorbeeld van het gezegde: wat goed is, komt snel, zeker in het voetbal. Naast Karim Benzema, die onverwacht terugkeerde bij de nationale ploeg, is de rechtsvoetige verdediger van FC Sevilla de verrassing op het lijstje van Didier Deschamps. De voormalige speler van Bordeaux werd nooit eerder opgeroepen en profiteert ervan dat Frankrijk momenteel dun gezaaid is qua ervaren centrale verdedigers. Jonge talenten zijn er wel, want Deschamps heeft de luxe dat hij het duo Dayot Upamecano – Ibrahima Konaté bij de U21 kon laten.

Zo’n enorme verrassing is de selectie van Koundé nu ook weer niet. In de Spaanse competitie bezorgt hij de aanvallers al twee seizoenen lang kopzorgen. FC Sevilla telde 25 miljoen euro neer voor de verdediger, maar het duurde niet lang voor Koundé die transfersom rechtvaardigde. Met zijn spelinzicht en uitstekend positiespel behoort hij bij de Blanquirrojos wekelijks tot de uitblinkers. Geen enkele speler in La Liga kan betere statistieken voorleggen wat aantal geslaagde passes naar voor betreft.

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Real Madrid en FC Barcelona ondertussen al hengelen naar zijn diensten. Als ze hem willen binnenhalen, zullen ze wel diep in hun geldbuidel moeten tasten. Zijn marktwaarde wordt momenteel geschat op 80 miljoen, waarmee hij de op één na duurste speler is van de Franse nationale ploeg, achter de onvermijdelijke Kylian Mbappé.

Door Guillaume Vandroogenbroeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content