Valerie Van Avermaet

Seksueel misbruik in het judo: ‘De Vlaamse Judofederatie mag nog niet tevreden zijn’

Valerie Van Avermaet Sportjournaliste en ex-judoka

Valerie Van Avermaet studeerde sportjournalistiek aan de Hogeschool West-Vlaanderen in Kortrijk en schreef een bachelorproef over seksueel misbruik in het judo en hoe de Vlaamse Judofederatie daar krachtig tegen kan optreden. Ze pleit voor een verdere optimalisatie van het preventiebeleid.

Herinnert u zich 25 mei 2017 nog? Voormalig topjudoka en winnares van olympisch brons Ann Simons kaart in Van Gils & Gasten de mentaliteit en de normvervaging in het judo aan. Haar verhaal veroorzaakt een domino-effect. Tijdens de dagen die volgen, verschijnt in de media de ene getuigenis na de andere van judoka’s die seksueel grensoverschrijdend gedrag meemaakten. ‘Mijn judocoach verkrachtte mij makkelijk drie keer per week’, is maar een van de vele aangrijpende voorbeelden. Verontwaardigde en woedende reacties over het beleid overstelpen de federatie. Terecht, want al snel nadat de verhalen naar buiten waren gekomen, werd duidelijk dat de Vlaamse Judofederatie (VJF) niet in staat was om krachtig op te treden tegen seksueel misbruik.

We zijn intussen iets meer dan een jaar na de hartverscheurende verhalen en er is gelukkig al veel veranderd. De judowereld stortte eind mei 2017 dan wel in elkaar, een jaar later staat de VJF verder dan ooit. Niet alleen de judoka’s weten hoe ze moeten vallen en weer opstaan, ook hun federatie leerde het intussen. Maar opstaan is één ding. Winnen, en liefst met ippon, daar is de VJF helaas nog niet toe in staat.

Seksueel misbruik in het judo: ‘De Vlaamse Judofederatie mag nog niet tevreden zijn’

Onmiddellijk na de resem getuigenissen legde de Judofederatie nadruk op een preventief beleid. Ze richtte een broodnodige ethische commissie op, die op haar beurt een even broodnodige aanspreekpersoon integriteit (API) aanduidde. Pas na die maatregelen schoof de federatie de rotte appels aan de kant. Dat deed ze goed, want het is de enige juiste volgorde: eerst een preventiebeleid en pas daarna een reactief beleid. Maar het is verre van voldoende.

Het preventiebeleid, met als belangrijkste factor de ethische commissie, moet de VJF nu optimaliseren als ze echt iets aan de problematiek wil doen. Dat is blijkbaar een pak moeilijker. De belangrijkste taak van de ethische commissie is met voorsprong een laagdrempelig aanspreekpunt zijn voor sporters. Als er iets seksueel grensoverschrijdends gebeurt, moet het voor de judoka’s een gewoonte zijn om naar de commissie te stappen, ook al gaat het om kleine dingen. Het moet even ingeburgerd zijn als naar de politie bellen na bijvoorbeeld een inbraak. Dat is helaas nog niet het geval.

Laagdrempelig is de commissie wel, dat bewijst het aantal meldingen die ze al kreeg. Volgens de voorzitter ervan, Bart Meganck, zijn het er al meer dan twintig. Laagdrempelig? Ja, laagdrempelig genoeg? Nee! Op dit moment durft bijlange nog niet elk slachtoffer de stap te zetten.

‘Het is hoog tijd dat verontwaardiging en woede plaats maken voor vertrouwen. Dat is de Judofederatie Ann, Katrien, Sissi, Cindy, Leen en vele anderen verschuldigd.

De commissie heeft dus nog werk voor de boeg. Als ze dichter bij de slachtoffers wil geraken, moet ze de drempel blijven verlagen om zo elk slachtoffer te bereiken. Die drempel moet echt laag liggen, want slachtoffers moeten die overwinnen om verdere stappen te zetten. De commissie moet dus echt nog veel meer inzetten op het vertrouwen winnen. Doet ze dat niet, dan faalt ze grandioos.

In theorie is de commissie een sterke drietand met sportpsychologe Caroline Jannes als API, juridisch specialist Bart Meganck als voorzitter en ook nog met de ervaring van Evert Zinzen, die een van de vertrouwenspersonen van de Vrije Universiteit Brussel is en ook de medeoprichter is van het meldpunt grensoverschrijdend gedrag daar. Het is nu hoog tijd om die bekwaamheid ook in de praktijk om te zetten en het potentieel van de commissie volledig te benutten. De commissie moet beseffen dat ze de sleutel in handen heeft om het vertrouwen dat daders breken bij slachtoffers langzaam maar zeker te herstellen.

Momenteel bekijkt de judofederatie of er een samenwerking tussen de ethische commissie en een slachtoffer mogelijk is. De persoon in kwestie deed haar verhaal al bij de commissie en zou als de samenwerking er komt bijvoorbeeld periodiek advies verlenen aan de commissie. Een mooi initiatief (als het er effectief van komt), want de stem van slachtoffers kan de commissie zoveel meer impact geven en haar geloofwaardigheid echt vergroten. En dat is zo hard nodig op dit moment.

Sinds de getuigenissen kan er eindelijk worden gepraat over seksueel misbruik in de sport. Dat moet de Judofederatie zo houden, want praten is het begin van alle herstel. Het verleden kan de VJF niet meer veranderen, de toekomst heeft ze wel in handen. Voor een keer is winnen belangrijker dan deelnemen. Het is hoog tijd dat verontwaardiging en woede plaats maken voor vertrouwen. Dat is de Judofederatie Ann, Katrien, Sissi, Cindy, Leen en vele anderen verschuldigd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content