Groot Israëlisch offensief in de Palestijnse gebieden, om een diplomatiek offensief te kelderen? Of omgekeerd?

In Israël deed premier Ariel Sharon vorige week een opmerkelijke verklaring aan de pers. ‘Het komt er nu op aan’, zei hij, ‘om de Palestijnse Autoriteit heel hard te treffen, en ze klap na klap toe te brengen, tot de Palestijnen daarna in de onderhandelingen om genade zullen smeken.’ Dat was na een weekend waarin 22 Israëli’s vermoord werden. Volgens Sharon zou alleen meer Palestijnse doden de Palestijnse Autoriteit laten inzien dat ze het terrorisme moet bestrijden. ‘In de huidige situatie is het zij of wij’, aldus Sharon. ‘We zijn in oorlog, met onze rug tegen de muur. Ik verwacht niet dat de PA het terrorisme zal stopzetten. Zij zijn terrorisme. Arafat is de vader van al het terrorisme.’

Zijn minister van Oorlog, Ben Eliezer, en zijn minister van Buitenlandse Zaken, Shimon Peres, vroegen Sharon om tijdens de gevechten ook diplomatieke kanalen te openen. Maar hij zei: ‘Vandaag is er maar één kanaal en dat is het veiligheidskanaal. Wij hebben vandaag niets te bespreken.’

Samen met het uit de pan rijzende Palestijnse dodencijfer – waar onvermijdelijk een stijgend Israëlisch dodencijfer tegenover staat – leidde het een en ander toch tot besprekingen. Maar dan wel in de VS. Daar vroeg minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell zich openlijk af of de politiek van het doden van zoveel mogelijk Palestijnen wel ergens toe kan leiden. President George W. Bush, die net de Egyptische president Hosni Moebarak op visite had gekregen, veroordeelde het oplaaiende geweld. Hij deed zijn rituele oproep aan de Palestijnse president Yasser Arafat om meer te doen om de aanvallen te stoppen. Toch stuurde Bush admiraal Anthony Zinni terug naar het Midden-Oosten, om er een wapenbestand te gaan zoeken. Dat moet uiteindelijk de uitvoering van het veiligheidsplan mogelijk maken dat CIA-chef George Tenet nu al zowat een jaar geleden opstelde. En het veiligheidsplan moet op zijn beurt de weg effenen voor de uitvoering van het Mitchell-plan, dat in een nieuwe start van de onderhandelingen voorziet.

Niemand in het Midden-Oosten geeft admiraal Zinni veel kans op slagen op een moment dat het Israëlische bezettingsleger in de Palestijnse gebieden regelrechte aanvallen op steden en vluchtelingenkampen lanceert. In Jenin en Nabloes, Tulkarm en Bethlehem op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Afgelopen vrijdag alleen al vielen er minstens 46 doden: veertig Palestijnen en zes Israëli’s. Ondertussen duren de offensieven voort, blijven de bommen ontploffen en schieten tanks op ziekenwagens.

Want Ariel Sharon wil naar eigen zeggen geen wapenbestanden en geen vredesonderhandelingen, tenzij de tegenstander eerst murw geslagen is. Want dan kan hij zijn eigen ‘regeling’ opleggen aan de Palestijnse kant, waar Yasser Arafat – de opgesloten zielepoot, die lange tijd door iedereen verguisd werd – nu dankzij Sharon weer een enorme populariteit heeft opgebouwd. Ook daar heerst de consensus dat er nu helaas niets anders meer opzit dat voortgaan met de gewapende strijd. Meningsverschillen slaan alleen nog op de modaliteiten van die strijd: in Israël of niet, kamikazebommen of niet. Veelbetekenend is dat de kamikazetactiek, die vroeger tegen alle islamregels in het dubieuze privilege van de islamistische groepen was, nu overgenomen is door een militie van de Fatah, de organisatie van Arafat. Het geweld damt de ziekte niet in, maar maakt die besmettelijk.

IK WORD GEBOMBARDEERD

Als per toeval komt de moordendste golf van geweld over Palestina op het moment dat vanuit Saudi-Arabië een nieuw vredesvoorstel gelanceerd is. De oorlogsgoden van het Midden-Oosten houden niet van vredesvoorstellen en slaan die graag met bruut geweld de grond in. Het voorstel kwam van de Saudische kroonprins Abdallah bin Abdul Aziz, die naar verluidt erg geschokt was door de manier waarop de Palestijnen behandeld werden door Israël, en door de VS. Zijn voorstel, dat hij uitte tijdens een gesprek met The New York Times-journalist Thomas Friedman, bevat de terugtrekking van Israël binnen de grenzen van 1967 en de oprichting van een Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook met Oost-Jeruzalem als hoofdstad. In ruil daarvoor biedt de prins de erkenning en aanvaarding van Israël door de Arabische wereld.

Het gaat dus om de normalisering van de betrekkingen, en dat gaat verder dan een vredesverdrag zoals Israël er al met Egypte en Jordanië heeft. Dat is precies het punt waarop het voorstel verschilt van vroegere vredesvoorstellen uit Arabië, en dat is wat het voor Israël aantrekkelijk zou moeten maken. Toch is het weinig waarschijnlijk dat er snel veel van in huis komt. Want dat zou impliceren dat de Israëlische leiding de groot-Israëlische strategie ‘van de zee tot aan de Jordaan’ en de kolonisering van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook opgeeft en dat Israël in feite weer aanknoopt bij de al in Taba geschetste akkoorden en de ‘Clinton-parameters’. En daar wil Ariel Sharon niet van horen, en zijn bondgenoten aan de rechterkant nog minder: die zouden liever weer heel Palestina veroveren.

Dus gaan Europese diplomaten er eigenlijk van uit dat de situatie niet zal veranderen zolang Sharon aan het hoofd van de Israëlische regering staat. Behalve misschien dat het geweld nog zal toenemen.

EU-ambassadeur Miguel Moratinos zat die dingen net te bespreken in Arafats kantoor in Ramallah – de vaak aangevallen Europese Unie heeft zich achter het voorstel gezet – toen de gebouwen nog maar eens gebombardeerd werden. Arafat had net Shimon Peres aan de lijn. Wat er was, vroeg die. ‘Ik word gebombardeerd’, antwoordde Arafat.

Moratinos zag nochtans bemoedigende signalen in verband met het Saudische vredesaanbod. Hij was samen met Javier Solana, de hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands Beleid van de Europese Unie, onder andere in Saudi-Arabië op bezoek geweest. ‘Wij hebben een serieus politiek engagement geconstateerd bij de kroonprins van Saudi-Arabië om hier een belangrijk politiek initiatief van te maken’, aldus Moratinos. ‘Geen kwestie van public relations dus, maar oprechte wil om te helpen om uit de crisis te geraken. En dat om redenen van buitenlandse politiek: de stabiliteit van de hele regio in het nieuwe perspectief na 11 september, én de verslechtering van het conflict tussen Israëli’s en Palestijnen. Saudi-Arabië is een sleutel in de diplomatieke architectuur van heel het Midden-Oosten. Tot nu toe had het land die stap niet willen zetten. Als het dat nu wel doet, dan is dat de eerste keer dat Saudi-Arabië zich positief engageert om ideeën en voorstellen voor te dragen die tot een nieuwe situatie kunnen leiden.’

LAUWE REACTIES

Moratinos: ‘Er was wel het oude plan-Fahd, dat tot de eerste stappen van het vredesproces geleid heeft, met de aanvaarding door de Arabische landen van de toepassing van VN-resoluties. Maar het huidige engagement gaat verder. Dit is een vredesvoorstel, een aanbod van de volledige erkenning en aanvaarding van Israël in het Midden-Oosten. En bovendien is er een engagement om dit Saudische initiatief te vertalen in een Arabisch vredesvoorstel aan Israël, dat door alle landen van de Arabische Liga overgenomen zou worden. Dat is het belangrijkste: dat het niet alleen om een Saudisch-Israëlisch initiatief gaat, maar om een initiatief van de Arabische wereld naar Israël.’

Dat Israël maar lauw tegenover het voorstel staat, wil hij niet toegeven. ‘Israël gaat soms van euforie naar teleurstelling’, luidt het. ‘Aanvankelijk, toen het initiatief bekend werd, was de geestdrift ongebreideld en wou men van de ene dag op de andere diplomatieke betrekkingen aanknopen en ambassadeurs uitwisselen. Maar nu is er geen gedetailleerd plan, geen afgemaakt initiatief, geen tekst. Er is wel politieke wil, en dát is de sterke kant. In Israël zijn er wel commentaren gevallen, maar zover ik weet geen weigering van de Saudische ideeën. Integendeel. Ze zijn geïnteresseerd, ze vragen verduidelijking, ze wachten op de uiteindelijke formulering – en iedereen presenteert die natuurlijk op zijn eigen manier. Israël wil niet terug naar de grenzen van 1967, en de Arabische landen juist wel. Dat zijn posities die ze op tafel leggen, en daarna zien ze hoe het verdergaat. De tekst zal er komen op het einde van de Arabische top van 27 en 28 maart in Beiroet.’

De Arabische landen zijn koortsachtig in de weer om hun posities tegen die deadline bepaald te krijgen. Men kan zich niet van de indruk ontdoen dat het Saudische voorstel ook voor die landen iets van een verrassing had. Met name in Syrië en Irak wordt druk nagedacht: voor Syrië een eervolle manier om de Golan-hoogvlakte terug te krijgen misschien, voor Irak misschien een poortje waardoor het opnieuw de internationale gemeenschap zou kunnen bereiken.

En voor de Palestijnen wordt het weer spannend. Zinni is er al, de Amerikaanse vice-president Dick Cheney wordt nog in het Midden-Oosten verwacht. De vraag is, hoeveel Palestijnse toegevingen de Arabische broeders bereid zijn te doen, omwille van de lieve vrede. Als de kroonprins zo ernstig is als wordt beweerd, valt dat misschien nog wel mee.

Sus van Elzen

‘Ik verwacht niet dat de Palestijnse Autoriteit het terrorisme zal stopzetten. Arafat is de vader van al het terrorisme.’

De oorlogsgoden van het Midden-Oosten houden niet van vredesvoorstellen en slaan die graag met bruut geweld de grond in.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content