‘IRAN ZAL NIET CAPITULEREN ONDER DRUK’

MAHMOUD AHMADINEJAD (M.) bij de inhuldiging van alweer een nieuw nucleair project in Teheran. © REUTERS

De vijandigheid tussen de Verenigde Staten en Iran neemt met de dag toe. Maar waarop is ze gebaseerd, wat valt erbij te winnen? In het boek A Single Roll of the Dice pleit Iranexpert Trita Parsi voor een volhardende diplomatie. ‘Iets wat dertig jaar de tijd had om te groeien, maak je niet ongedaan met enkele snelle ontmoetingen.’

Het Iraanse nucleaire programma is het Westen een doorn in het oog. En die onvrede wordt openlijk geuit. Eind vorig jaar keurde de Amerikaanse president Barack Obama het verbod op transacties met de Iraanse centrale bank goed, en de Europese Unie besliste eind januari om geen Iraanse olie meer in te voeren. Maar de voorbije weken staan de zenuwen pas echt gespannen. Ayatollah Ali Khamenei stelt de CIA en de Mossad verantwoordelijk voor de dood op een jonge Iraanse nucleaire wetenschapper. En de Israëlische premier Benjamin Netanyahu beschuldigt Teheran er dan weer van bomaanslagen te plegen tegen zijn diplomaten. Voor Washington is de maat vol: alle diplomatieke mogelijkheden zijn uitgeput.

Trita Parsi, de oprichter van de National Iranian American Council in Washington, denkt daar anders over. Voor zijn perfect ge-timede boek A Single Roll of The Dice – Obama’s Diplomacy with Iran interviewde hij meer dan zestig diplomaten, onderhandelaars en beleidmakers in Iran en de Verenigde Staten. ‘De echte reden voor het falen van de diplomatie tussen de VS en Iran is de zeer gebrekkige politieke wil, en het klimaat van wantrouwen. Het diplomatieke traject werd al na de eerste horde verlaten.’

Iran heeft nooit ontkend dat het uranium wil verrijken voor civiele doeleinden. Het nucleaire programma bestond al onder de sjah. Waar komt de huidige bezorgdheid plots vandaan? Moeten we ons werkelijk zorgen maken of is het maar een hype?

Trita Parsi: Als Iran werkelijk een nucleair wapen probeert te ontwikkelen, zou dat zeker geen po-sitieve ontwikkeling zijn voor de regio. Het risico bestaat namelijk dat er dan een nucleaire wapenwedloop begint. Trouwens, gezien de vijandige relatie tussen Iran en de verschillende buurlanden – en de quasi afwezigheid van diplomatie – zou een nieuwe nucleaire mogendheid het Midden-Oosten nog onveiliger maken. Nee, je kunt in die regio beter minder dan meer nucleaire staten hebben.

Er is dus wel degelijk reden tot paniek?

Parsi: Niet echt. In werkelijkheid is het het Westen niet zozeer te doen om een eventueel nucleair wapenprogramma, maar om het verrijken van uranium op zich. Men wil helemaal niet dat Iran uranium verrijkt. En daar ben ik het niet mee eens. Ik zie er geen graten in dat Iran een nucleair programma heeft voor civiele doeleinden. Op voorwaarde natuurlijk dat het onder strikte controle en verificatie staat van het Interna-tionaal Atoomagentschap. Ik denk dat we beter aan zo’n scenario kunnen wennen en ermee leren omgaan. Kijk, eigenlijk zijn er maar vier landen die absoluut gekant zijn tegen een nucleair Iran. Dat zijn Israël, Saudi-Arabië, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De meeste andere landen hebben er weinig op tegen dat Iran, onder extreem strikte voorwaarden, uranium verrijkt.

U lijkt ervan uit te gaan dat Iran niet de ambitie heeft om kernwapens te ontwikkelen.

Parsi: Wat ik denk, doet er niet toe. Waar het om gaat, is hoe je kunt vermijden dat zoiets gebeurt. Als je een nucleair verrijkingsprogramma hebt dat wordt gecontroleerd, dan heb je een zeer redelijke kans dat je misbruik en bedrog kunt tegenhouden. Zonder die inspecties heb je geen diepere kennis van wat er in Iran werkelijk gaande is. Je opties om tijdig in te grijpen, zijn dan ook veel kleiner.

Is de discrepantie tussen Irans enorme olie- en gasvoorraden en de behoefte om nucleaire energie te creëren niet verdacht? Vooral ook gezien de haast om uranium te verrijken.

Parsi: Het Iraanse nucleaire programma wordt helemaal niet op een verdacht snelle manier gevoerd. Pakistan ontwierp, zonder enige voorkennis, een kernbom in negen-enhalf jaar. De Iraniërs, daarentegen, hebben al meer dan dertig jaar een nucleair programma en nog altijd hebben ze geen bom. Dus nee, bijzonder veel haast is er niet. En de vaststelling dat Iran over veel olie en gas beschikt, betekent nog niet dat het geen nucleaire energie mag opwekken. Vergeet niet dat het de Verenigde Staten waren die Iran in de jaren zeventig aanraadden om toch nucleaire energie op te wekken. Hoewel het land toen veel minder inwoners had en gemiddeld meer olie oppompte. Bovendien: de VS hebben zelf enorme olievoorraden en toch zijn ze een nucleaire mogendheid. Dat geldt trouwens ook voor andere landen. Nee, waar het op aankomt, is dat het Westen zich via inspecties comfortabel en gerust kan voelen bij een Iraans nucleair programma.

Uit uw boek blijkt dat Obama in het eerste anderhalf jaar van zijn ambtstermijn heel oprecht diplomatie heeft nagestreefd. Maar hij ondervond enorm veel druk van pro-Israëlische groeperingen zoals AIPAC, het Congres, Saudi-Arabië en andere Arabische bondgenoten. Het lijkt bijna onmogelijk om daar niet aan toe te geven.

Parsi: Inderdaad, de president stond onder enorme druk. En toch: op het einde van de rit is het zo dat als diplomatie ophoudt, de kans op een militaire confrontatie steeds groter wordt. Ook Iran heeft het, gezien de interne politieke spanningen, bijzonder moeilijk om zich achter een eenduidig beleid te scharen: er zijn altijd tegenstanders. Maar zowel de VS als Iran moeten nu uitmaken of ze vrede willen of niet. En als ze voor diplomatie kiezen, moeten ze daar ook het nodige politieke kapitaal in investeren. En geduldig zijn. Ze moeten met dezelfde toewijding aan diplomatie werken als wanneer ze verwikkeld zouden zijn in een militair conflict. Halfslachtige pogingen om tot snelle oplossingen te komen, zijn zinloos.

Zijn de nieuwe sancties die de Verenigde Staten en de Europese Unie recent hebben afgekondigd nefast voor de diplomatie?

Parsi: Het vergroot de slaagkansen van de diplomatie in ieder geval niet. Dat is zeker. Of de nieuwe sancties nefast zullen zijn, moet nog blijken. Ik vrees wel dat als wij in het Westen de druk via sancties blijven opdrijven, Iran zijn nucleaire programma zal voortzetten en wellicht ook vooruitgang zal boeken. Je merkt dat elke partij zijn inzet verhoogt, in de hoop zo een strategisch voordeel te halen. Maar in werkelijkheid ondermijnen ze allebei de kansen op een geslaagde diplomatie.

Dus hoe groter de internationale druk, hoe groter de kans dat Iran daadwerkelijk een kernwapen ontwikkelt?

Parsi: Ik vrees van wel, ja. Iran zal niet capituleren onder druk. Het regime in Teheran zal de zaken veeleer laten escaleren. En hoe groter de perceptie van dreiging, door de sancties of door allerlei waarschuwingen en geheime militaire operaties, hoe meer ze geneigd zullen zijn om kernwapens te ontwikkelen. Terwijl dat nu wellicht nog niet het geval is. Dat is een bijzonder gevaarlijke situatie, een die gemakkelijk uit de hand kan lopen.

Hoe reageert de Iraanse bevolking? Bestaat het gevaar dat ze zich uit woede en trots achter president Mahmoud Ahmadinejad zal scharen?

Parsi: Nee, ik geloof niet dat de bevolking zich nu plots achter de president zal scharen. De Iraanse samenleving is vooral geschokt en enorm gefrustreerd door de sancties. Ze vragen zich of waarom het Westen zo veel druk op hen uit-oefent, terwijl de bevolking bitter weinig impact heeft op de overheid. Bovendien heeft de Groene Beweging, de protestbeweging die ontstond na de betwiste presidentsverkiezingen in 2009, duidelijk gemaakt dat de bevolking niet warmloopt voor de machthebbers. En toch hebben ze het gevoel dat zij het doelwit zijn.

Begin maart trekken miljoenen Iraniërs naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen. Hoe groot is de kans dat dit de houding tegenover het Westen en het nucleaire programma zal veranderen?

Parsi: De strijd in het parlement gaat tussen twee conservatieve machtsblokken. De ene groep schaart zich achter Ahmadinejad, de andere achter de grootayatollah Khamenei. Met andere woorden, de kans dat de verkiezingen een directe impact zullen hebben op de Iraanse buitenlandse politiek en het verrijkingsprogramma is zeer klein. Maar stel dat één groepering overduidelijk de bovenhand haalt, dan zal dat zeker de diplomatieke relaties met het land iets vergemakkelijken. Door het complexe politieke systeem van Iran en de enorme interne verdeeldheid was het tot nu toe bijzonder moeilijk om het eens te raken met alle relevante politieke actoren.

In de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen klinkt steeds hardere taal tegen Iran. Vooral aan Republikeinse zijde. Maar ook Obama voert de druk op, wellicht omdat hij niet als ‘soft’ wil worden bestempeld.

Parsi: De retoriek aan Republikeinse zijde is, als je het mij vraagt, totaal onverantwoordelijk. Dat ook Obama steeds offensiever klinkt, is spijtig. Tot op zekere hoogte begrijpelijk, maar niettemin teleurstellend. De verkiezingen beperken zijn politieke manoeuvreerruimte, en dat op een ogenblik waarop de inzet groter is dan ooit tevoren.

DOOR CHAMS EDDINE ZAOUGUI

‘Hoe meer Iran de indruk krijgt dat het bedreigd wordt, door sancties of geheime militaire operaties, hoe meer het geneigd zal zijn om kernwapens te ontwikkelen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content