Benno Barnard – Krijg nou de lyriek

Het voorbije jaar kwam Benno Barnard vooral in het nieuws met zijn kritiek op de islam. Hoe dan ook, voor minnaars van de bevlogen formulering zijn Barnards geschriften altijd weer om te smullen.

Benno Barnard – Krijg nou de lyriek

Uitgeverij: Atlas

Aantal pagina’s: 56

Prijs: 18,95 euro

ISBN: 978-90-450-1884-3

Het voorbije jaar kwam Benno Barnard vooral in het nieuws met zijn kritiek op de islam. Het maakte de intellectuele vrijdenker zowel geliefd als gehaat. Hoe dan ook, wat het onderwerp ook mag zijn – islam of ijslam -, voor minnaars van de bevlogen formulering zijn Barnards geschriften altijd weer om te smullen.

Toen op Knack.be/boekenburen, de boekensite van dit blad, een lezer zich tot Barnard richtte met de opmerking dat in zijn polemieken de vorm de inhoud soms een beetje voor de voeten loopt, riposteerde die prompt met een bekentenis: ‘Vergeef me dat ik soms te mooi schrijf. Het is een afwijking, ik kan het ook niet helpen.’

Er zijn ergere afwijkingen denkbaar dan mooischrijverij, mooischrijverij die bij Barnard overigens nooit umsonst is. De verwijzing naar de schone letteren zit tevens in de titel van zijn nieuwe dichtbundel Krijg nou de lyriek. Barnard wenst de lezer iets verdomd schoons toe: niet de klere, maar de lyriek.

De bundel opent met een morfologisch experiment, zoals de dichter het noemt in zijn ‘Aantekeningen’. ‘De bovenwereld’ is nauwgezet geënt op het gedicht ‘Zone’ van Guillaume Apollinaire, een dichter die Barnard zeer bewondert. (Benno Barnard deelt graag zijn bewonderingen: in de derde cyclus van de bundel treffen we drie strofen vertaalde W.H. Auden.)

‘De bovenwereld’ is ‘Zone’ revisited. Parijs, één eeuw later. Net als Apollinaire – ‘ A la fin tu es las de ce monde ancien’ – opent Barnard met een zin die staat als de Eiffeltoren: ‘ Uiteindelijk slenter je door Parijs alsof je gelukkig bent’.

De staccato verzen en het gepaarde rijm geven het lange gedicht iets jachtigs, nukkigs en onbestemd dreigends. Nogal on-Barnard, omdat de zwier die hem eigen is hier ontbreekt, maar daarom heet dit ook een experiment.

Een geslaagd experiment, dat wel, maar wie reikhalzend uitkeek naar the real thing wordt rijkelijk beloond in cyclus II, getiteld en bevattend ‘Twintig gedichten’. Bevrijd van het experimentele keurslijf waarin hij zich daarnet vrijwillig wrong, doet de dichter hier wat hij het beste kan: de taal vervoeren, vervoeren met taal.

De vormvaste gedichten hebben een titel en tellen steevast zeven terzinen. Hoofdletters en interpunctie zijn aanwezig. Lekker klassieke poëzie. En bovenal: tal van onwrikbare versregels. Als zulke versregels elkaar in snel tempo opvolgen, hangt er magie in de lucht. Voor een musketier met woorden als Benno Barnard lijkt het opwekken van die magie een koud kunstje (wat het allicht niet is, maar het zo laten uitschijnen is op zich ook weer een kunst.)

Een voorbeeld: het gedicht ‘Ars poetica voor een blondje’. Valt niet alleen op door de prikkelende titel, maar kan wat ons betreft zonder verpinken in de hall of fame van de Nederlandstalige poëzie.

Thema: de blonde schone en de dichter, waarbij de blonde schone alleen maar schoon blond zit te wezen en de dichter, heftig onder de indruk van al die oogverblindende blondheid, ter plekke alle poëtica’s aller tijden opnieuw uitvindt. Het is een onpretentieus intelligent en achteloos geestig gedicht met niet één enkele inzinking, wat voor een 21-regelig vers bepaald geen sinecure is.

De cyclus ‘Twintig gedichten’ laat zich het beste vatten in drie woorden: wit and wisdom. Sorry voor het Engels, maar als er één Nederlandstalige dichter een Engelstalig predicaat verdraagt, dan is het wel de anglofiel Benno Barnard. Bovendien laat het Engelse woord wit zich moeilijk vertalen. Humor, gevatheid en geestigheid komen aardig in de buurt, maar zijn nooit helemaal raak.

‘Zijne kortstondigheid’, het derde en laatste deel van de bundel, bestaat uit een reeks van zes gedichten die in september 2009 al verscheen bij de bibliofiele uitgeverij Atalanta Pers. Het gaat onder meer over Darfur en Dawkins, over Ithaka en Ikea, over Odysseus en Osama, over het schaakbord Europa en het potje schaak van Barnard senior en junior.

Hier is een vijftiger aan het woord die karrenvrachten cultuurhistorische kennis meedraagt, die uit die kennis zijn mens- en wereldbeeld heeft gedistilleerd en beide aan voortdurend onderzoek onderwerpt. Maar hoe begaan ook met van alles en nog wat, uiteindelijk is het allerbelangrijkste in een mensenleven de kleine wereld van en met de grote liefde.

Philip Hoorne

Benno Barnard

Geboren in Amsterdam in 1954, woont sinds 1976 in België.

Is dichter, essayist, toneelschrijver en vertaler.

Is de zoon van dominee Willem Barnard, bekend als dichter onder de naam (Guillaume) van der Graft, die in 2010 overleed.

Debuteerde als dichter in 1981 met de bundel Een engel van Rossetti.

In 2006 verscheen zijn verzamelde poëzie, Het tongbotje.

Zijn vorige boekpublicatie, Een vage buitenlander, is een persoonlijk verslag van zijn fascinatie voor Engeland.

Schrijft wekelijks een literaire blog voor Knack.be/ boekenburen.

Partner Content