Vrije Tribune

Het Cultuurforum is de ‘Grote Joke Schauvliege-show’, maar een regie zonder script (Bart Caron)

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Ik ben een positivo. Ik ben een positivo. Nog eens, en nog eens. Of liever, ik wil een positivo zijn. Ik vind het dus goed dat er zoiets als een Cultuurforum bestaat.

Deze parallelle adviesstructuur, in het leven geroepen door Joke Schauvliege, is dus een zegen voor de mensheid. Vooral omdat er zoveel fijne mensen aan participeren. Mensen die vereerd zijn dat ze gevraagd worden om deel uit te maken van een werkgroep – gevraagd worden door de minister is niet niks nietwaar – en zich de hersenen uit hun schedel persen om creatieve gedachten te formuleren. Die gedachten moeten, zo vrees ik toch, dienen om de naar geestelijke bloedarmoede neigende omgeving van de Cultuurminister mee te voeden. Daar kan ze dan ter gelegener tijd mee uitpakken. In speechkes, beleidsbrieven, en spannende momenten aan de regeringstafel. Of ze ook werkelijk in beleid worden omgezet? Dat durft geen mens te hopen. Immers, mevrouw de minister is wellicht een fijne dame, maar of haar apostelen voldoende visie en bestuurskracht hebben om heldere ideeën in helder beleid te voeren, wordt zeer in twijfel getrokken. Net daarom koester ik dat Cultuurforum zo innig. Het levert een schat aan schitterende ideeën, die mijn teksten over Cultuur, mijn opiniestukken en mijn visie op het cultuurbedrijf, alleen kunnen verrijken. Dat ik er op tijd en stond de Cultuurminister zelf mee zal confronteren, dat spreekt van zelf. Niks prettiger voor de oppositie om de minister een koekje van eigen deeg te presenteren. Ik kijk er likkebaardend naar uit.

Vorig jaar was er ook al zo’n Cultuurforum. Wat met de conclusies van toen is gebeurd, is een raadsel. Er werd in ieder geval niet op voortgebouwd. Integendeel. De minister durfde het zelfs aan de sector aan te manen ’te beginnen met hun huiswerk’. Die sector had vorig jaar huiswerk meegegeven aan haar… waar weinig of niks mee gebeurde. De grote bottom-up strategie van de minister zou toch moeten betekenen dat er “up” ook iets gebeurt met hetgeen van de ‘bottom” komt? Zoniet heb je helemaal geen bottom-up strategie maar wel een “houd-de-bottom-beneden”-strategie. Zo kunnen we bezig blijven natuurlijk. Dat is misschien wel de bedoeling. Vlaanderen in Actie moet minstens in de perceptie voortleven.

Dat de minister eigenlijk al over een uitgebreid pallet aan adviesorganen beschikt, zal haar toch niet ontgaan zijn? Dat hoop ik toch. Er zijn officiële, door de Vlaamse regering ingestelde strategische adviesorganen die onverdroten en vaak ongevraagd schitterende adviezen aanleveren, er zijn steunpunten voor elke smaak en keur en er zijn belangenbehartigers. Ze werken hard, en leveren heel degelijke adviezen af. Goed onderbouwd, helder, en vooral, ze zijn gedragen door een breed werkveld.

Waarom de Cultuurminister nog een aparte advieslijn heeft ontwikkeld, is even rationeel te verklaren als de uitkomst van de belspelletjes op televisie. Nikske rationeel dus. Emotioneel dan, omdat cultuur het hart en de mind van de cultuurminister doet opspringen van genot? Het antwoord kent alleen zijzelf. Of om politieke redenen? Omdat ze dan zelf de regels en de uitkomst in de hand heeft? Omdat ze voor de rest bitter weinig realiseert? Ik vrees voor zoiets. Maar ik zou zijne excellentie toch willen waarschuwen: na het keren van de matrassen – de Vlaamse regering zit bij de jaarwende halverwege haar legislatuur – word je niet meer beoordeeld op wat je belooft te zullen doen, maar wat je effectief hebt gedaan of mee aan de slag bent. Tot dan geloven mensen in goede wil, in mooie woorden en in uitgesteld plezier, maar daarna keert dat alras om in wantrouwen, in verwijten en in knagende honger. De ‘belofte’ om voor de kunstenronde vanaf 2012 een bedrag uit te trekken dat niet hoger is dan door de crisis geteisterde budget van 2010, zette veel kwaad bloed.

Natuurlijk is het een uitdaging voor velen om mee te doen met zo’n Cultuurforum. Erbij te horen. Een hunkering waar de minister handig op inspeelt door te pas (en vooral ook ten onpas) te goochelen met het ‘we’-gevoel. ‘We’ moeten samen denken en samen werken, ‘we’ moeten creatief werken aan een beter beleid, ‘we’ moeten extra middelen verantwoorden. “We” wordt ingezet om een ‘band’ te creëren met de culturele sector, waar het haar uitkomt, nl. waar er keuzes zouden gemaakt moeten worden. Heel erg handig om te alluderen op een band met de sector, die er in wezen totaal niet is . “We” gebruikt ze als ze de verantwoordelijkheid van zich af wil schuiven.

De ‘ik’-vorm wordt enkel gebruikt wanneer het om verwezenlijkingen (hoe bescheiden ook) van dat gemeenschappelijk werk gaat. Bijvoorbeeld over dat Charter: “ik heb daar meer dan 4 maanden aan gewerkt met de sector”. Ze heeft daar nul komma nul aan gewerkt, de sector heeft dit helemaal zelf geschreven en ze heeft dit gewoon in dank aanvaard.

Het Cultuurforum lijkt wel de grote Joke Schauvliege-show. Echt kritisch ging het er niet aan toe. Iedereen mocht braafjes meedoen. Immers, straks komt er wel een subsidieronde, en de meesten zijn geen klein beetje bang voor de toekomst van de eigen subsidie. Gebrek aan moed in de culturele sector zelf? Jaknikkers en gatlikkers samen? Weinigen durven hardop uiten wat zij in de wandelgangen zeggen; wandelgangen die andermaal veel interessanter waren dan het officiële gedeelte? Daar hoor je onbevangen kritiek. In de zaal klinkt een beleefd applaus, al waren er al veel mensen naar huis vertrokken, omdat het ‘zo boeiend’ was.
Dat er bij de aangekondigde snoeibeurten – ja, want de versnippering moet worden tegengegaan, een eufemisme voor besparingen – slachtoffers zullen vallen, weet iedereen. Alleen, dat zal wel bij de anderen gebeuren, niet bij ons. Dat denken velen toch …. En dus is er zeker geen sprake van solidariteit in het verzet tegen dit visieloze non-beleid. Van een Cultuurminister zou je verwachten dat ze inhoudelijke kaders bepaalt, grote lijnen trekt, prioriteiten vastlegt, voor budgetten vecht. Niks daarvan. De beoordelingscommissies zullen het vuile werk moeten opknappen. Waarom ze daartoe bereid zouden moeten zijn, is me een levensgroot raadsel.

“Dames en heren, zeg nu zelf…”was ook een zinnetje dat vaak terugkwam (waarbij steevast haar handen op het spreekgestoelte gedesideerd naar voren werden geschoven, kwestie van haar charisma met lichaamstaal te versterken). Een dooddoener van jewelste, dat betekent zoveel als ‘als je niet akkoord gaat met wat ik zeg, dan ben je ofwel een domoor ofwel een notoire conservatief’, terwijl de inhoud van de boodschap niet zo onomstreden is. Een voorbeeld: dit zinnetje werd gebruikt om de dubbelsubsidiëring vanuit meerdere overheidsniveaus ter discussie te stellen, en in één beweging ook de interne staatshervorming, die dit probleem zou oplossen, te omarmen. Ik weet het zo nog niet… Ik vraag me af waarom het fout is dat organisaties én Vlaams én provinciaal gesubsidieerd worden, als ze voor deze beide niveaus en hun beleidsprioriteiten zinvol werk leveren? Er wordt schrik gezaaid om gehoorzaamheid te oogsten. Beheersbaarheid is de echte reden. Verpakt als administratieve vereenvoudiging. Ik ken veel mensen die liever meer dossiers schrijven dan in een keurslijf te zitten waar niet uit te breken valt.

Alsof de cultuursector niets beters te doen heeft dan als bloempot te fungeren voor een pose van ‘participatieve beleidsvoering’ ter meerdere eer en glorie van een Cultuurminister. Het huiswerk van de sector is al twee keer gemaakt en gepresenteerd (Cultuurforum 1 en 2), nu is het aan de minister om haar huiswerk te maken.
Mevrouw de minister, u moet een beleid voeren, keuzes maken, vechten voor ‘uw’ sector.

De namiddag eindigde met de Grote Prijs Joke Schauvliege. Jan Hoet kreeg geheel terecht de prijs voor algemene culturele verdienste. Bravo Jan.

Zie je wel dat ik een positivo ben.


Bart Caron Vlaams volksvertegenwoordiger (Groen!)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content