Verkiezingen zouden het feest van de democratie zijn, maar de balzaal loopt niet meer vol. Ondanks de opkomstplicht komen steeds minder Belgen stemmen, en het aantal blancostemmen neemt toe. Knack zocht de weigeraars op in de Hoofdstad der Ongeldigen: Sankt Vith. ‘Als ik mijn bedrijf zou runnen zoals politici dit land, ben ik na een week failliet.’

Een kerkplein in de Belgische Eiffel, onder grauwe luchten. De Mühlenbachstrasse is zoals elke derde dinsdag van de maand afgesloten voor alle verkeer. De ochtendmarkt in het landelijke Sankt Vith is bepaald geen overrompeling. Enkele ingeduffelde bejaarden sjokken met draagtassen langs de kraampjes. Het geroezemoes klinkt afwisselend Duits en Frans. Een luidruchtige marktkramer uit Verviers zweert dat hij de beste olijven van Oost-België verkoopt. Doordeweekser en onbezorgder worden de plaatjes niet, maar toch is Sankt Vith de Belgische koploper van een zorgwekkende evolutie. Toen op de avond van 14 oktober 2012 de stemmen van de gemeenteraadsverkiezingen werden geteld, bleek Sankt Vith de gemeente waar het kleinste aantal stemgerechtigden een geldige stem had uitgebracht. Slechts 81,7 procent van de ingeschreven kiezers kwam opdagen, waarvan nog eens 13,5 procent blanco of ongeldig stemde. Resultaat: bijna 30 procent van de Sankt Vithers bracht in 2012 geen geldige stem uit.

Het is nog geen leegloop, maar de evolutie is onmiskenbaar: steeds minder Belgen nemen deel aan verkiezingen. In 2012 waren ze met 1.152.503, of bijna 15 procent van de ingeschreven kiezers. Daar zitten uiteraard ook mensen tussen die in het buitenland zaten, toevallig ziek werden, en onoplettenden die per ongeluk twee verschillende partijen een stem gaven, maar dat is sowieso een zeer beperkt aantal. Vooral het aantal afwezigen maakte een grote sprong: van 7 naar 10,2 procent. ‘Dat is echt opvallend, omdat de participatie bij de gemeenteraadsverkiezingen de voorbije decennia redelijk stabiel bleef’, zegt Johan Ackaert, politicoloog aan de Universiteit Hasselt. ‘Zo’n evolutie heb ik in mijn carrière nooit gezien.’

Opkomstplicht

De hoge afwezigheid is opmerkelijk, omdat gemeenteraadsverkiezingen doorgaans nog het populairst zijn. De inzet is doorgaans heel concreet: komt er een fietspad in mijn straat? Komt er betalend parkeren? Wordt het speelpleintje om de hoek eindelijk opgeknapt? Bovendien wonen de kandidaten voor gemeenteraadsverkiezingen letterlijk in hetzelfde dorp. ‘Je moet al een halve kluizenaar zijn om in Vlaanderen te wonen en geen enkel gemeenteraadslid persoonlijk te kennen’, zegt Ackaert. ‘Dat zorgt voor meer betrokkenheid, en dus hogere kiezersaantallen.’

Wat is er bij die laatste gemeenteraadsverkiezingen misgegaan? Geograaf Filip De Maesschalck (Universiteit Antwerpen) nam de kiesverrichtingen onder de loep, en kwam tot de conclusie dat het verkiezingsverzuim vooral een grootstedelijk fenomeen is. ‘Buiten de grote steden liggen de opkomstcijfers hoger, maar wordt er vaker blanco gestemd. Vermoedelijk hebben veel mensen in kleinere gemeenten óók geen zin om te stemmen, maar durven ze het niet aan om niet op te dagen. In de steden is de anonimiteit toch groter.’ In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stuurde 17,1 procent van de ingeschreven kiezers zijn kat, en stemde bijna 5 procent blanco of ongeldig. In Charleroi en Luik bracht minstens 25 procent van de bevolking geen geldige stem uit. Met zo’n score zouden de niet-stemmers in beide steden vlot de tweede partij worden.

Blancostemmers en mensen die niet komen stemmen zijn een relatief weinig onderzochte groep in België. Sinds 1893 kent ons land de opkomstplicht: elke ingeschreven kiezer is verplicht om zich aan te melden in zijn stemkantoor. Daar aangekomen hoeft hij strikt genomen niet te stemmen, maar toch zorgt het ervoor dat absentëisme in ons land traditioneel een beperkt fenomeen blijft. Een ander gevolg is dat de verschillen tussen de verschillende verkiezingen redelijk beperkt zijn. Op zowat alle bestuursniveaus lag het percentage afwezigen bij de laatste verkiezingen om en bij de 10 procent. In de meeste Europese landen trekken nationale verkiezingen het grootste aantal kiezers, en komt voor Europese verkiezingen vaak niet eens de helft opdagen.

Toch is die stemplicht na 111 jaar geen evidentie in Vlaanderen. Uit onderzoek in 2010 bleek dat in een Vlaanderen zonder opkomstplicht nog maar 67,7 procent van de stemgerechtigden zou opdagen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Bij Europese verkiezingen zou de opkomst terugvallen tot net geen 54 procent – wat in vergelijking met de meeste Europese landen trouwens nog altijd behoorlijk hoog ligt.

Het is met opkomstplicht in ons land als met de zone 30: wettelijk gezien bestaat ze wel, maar als een aanzienlijk deel van de chauffeurs zich er niet aan houdt, is het maar de vraag wat je ermee opschiet. Aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen gaf minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) te kennen dat niet-stemmers geen straf te vrezen hadden. Of dat ook voor de volgende verkiezingen het geval zal zijn, is niet bekend. ‘Daarover is nog niets beslist’, aldus woordvoerster Margaux Donckier.

De elektronische optie

Wie de ongeldige stemmers juist zijn, valt dus moeilijk uit te maken. Min Reuchamps, professor politieke wetenschappen aan de Universiteit van Louvain-la-Neuve, vermoedt dat het opleidingsniveau de voornaamste socio-economische factor is die bepaalt of mensen al dan niet stemmen. ‘Mensen met een lager opleidingsniveau zijn doorgaans minder in politiek geïnteresseerd. Laagopgeleiden gaan er sneller van uit dat een stem toch niets opbrengt, en dat ze toch maar machteloos zijn. Dat zou verklaren waarom er in steden als Brussel, Luik en Charleroi zo veel absentëisme is: daar is een groot aandeel van de bevolking laaggeschoold.’ Filip De Maesschalck merkt op dat ook het geslacht een invloed heeft op het stemgedrag. ‘We merken dat vrouwen sneller geneigd zijn om niet te gaan stemmen dan mannen.’

Ook de vergrijzing speelt een rol bij het groeiende aantal afwezigen. ‘We merken dat kiezers vanaf een bepaalde leeftijd afhaken’, zegt Ackaert. ‘Dat heeft vaak een fysieke reden: ze kunnen niet meer uit de voeten. We merken dat ook het verlies van een partner of pensionering een aanleiding kan zijn om niet meer te stemmen. Dat komt vermoedelijk omdat bij mensen op hoge leeftijd het sociale netwerk verkleint. Mensen die in het verenigingsleven zitten, gaan statistisch gezien vaker stemmen.’ Ook de manier van stemmen heeft volgens Ackaert invloed. ‘In gemeenten waar elektronisch gestemd wordt, zijn er meer blanco stemmen. Dat komt omdat je de blanco stem op een stemcomputer als optie krijgt aangeboden, terwijl je op een stemformulier eigenlijk iets ongeldigs doet door niets in te vullen.’

Volgens sociaal psycholoog Alain Van Hiel (Universiteit Gent) zijn politieke desinteresse en ongenoegen de twee voornaamste beweegredenen van mensen die geen geldige stem uitbrengen. Van Hiel betwist dat het gros van de niet-stemmers aan extreemrechtse kant te vinden zou zijn. ‘Veel onderzoekers hebben de neiging om te denken dat mensen die voor pakweg Vlaams Belang of PVDA stemmen dat uit onwetendheid of protest doen, en niet vanwege hun overtuiging. Dat is niet waar. Mensen die voor een extreme partij kiezen, zijn doorgaans beter op de hoogte van het politieke debat dan de gemiddelde centrumkiezer.’

Die letzte Schweine

‘Dat moet een abuis zijn’, antwoordt een kleine man met een keurig getrimde snor wanneer ik hem confronteer met het grote aantal afwezigen en blancostemmers in zijn gemeente. ‘Ik ken niemand die niet stemt. Ik denk dat u zich van gemeente vergist.’ Zijn verbazing is niet eens zo raar, want Sankt Vith heeft op het eerste gezicht niet onmiddellijk het profiel van een weerbarstige kiezersbevolking. Het is een rurale gemeente van nog geen 10.000 inwoners, er wonen nauwelijks laagopgeleiden, de werkloosheidsgraad schommelt rond de 2 procent en het centrum heeft enkele jaren geleden een opknapbeurt gekregen.

Het blijkt niet zo moeilijk om de niet-stemmers te vinden. Ze blijven er minzaam en sympathiek bij, maar het valt wel op dat heel wat Sankt Vithers geen hoge pet op hebben van het politieke bedrijf. ‘Het gaat alleen maar om macht’, krast Alfred (72), een struis gebouwde Duitser die vervaarlijk met zijn wandelstok in het rond zwaait. Hij vertelt dat hij hier al 52 jaar woont, maar het stemmen al jaren geleden heeft opgegeven. ‘In België werken de deelstaten elkaar voortdurend tegen. Dat is toch krankzinnig, in zo’n klein land?’

Ook een vijftiger die als kleine zelfstandige zijn naam liever niet kwijt wil, komt ervoor uit dat hij al jaren niet meer stemt. ‘Politiker!Das sind die letzte Schweine‘, zegt hij, terwijl hij een kom soep naar binnen lepelt. Net als veel streekgenoten laat hij zich laatdunkend uit over de Duitstalige Gemeenschap. ‘Vier ministers voor een gemeenschap van amper 70.000 man, dat is toch krankzinnig? Ik wil dat scholen en ziekenhuizen gefinancierd worden met mijn belastinggeld, niet het loon van minister-president Karl-Heinz Lambertz. Als ik mijn bedrijf zou runnen zoals politici dit land, ben ik na een week failliet.’

Politicoloog Marc Hooghe (KU Leuven) vermoedt dat de opkomst in Sankt Vith zo laag lag omdat de uitkomst eigenlijk op voorhand vastlag. ‘Als er niet echt strijd is, zijn mensen ook niet gemotiveerd om te gaan stemmen.’ En de strijd in Sankt Vith wás niet echt zenuwslopend. De Freie Bürgerliste van burgemeester Christian Krings verpletterde de tegenstand met 85 procent van de stemmen. De tegenstand, dat was welgeteld één opposant: Karl-Heinz Berens, een excentriek gemeenteraadslid met avontuurlijke bakkebaarden. Krings erkent dat de suprematie van zijn partij de opkomstcijfers geen goed heeft gedaan, maar zegt dat hij er ook niets aan kan doen. ‘Het is bijzonder moeilijk om mensen te vinden die zich op lokaal niveau willen engageren. Zelfs als enige lijst hadden we het zeer moeilijk om genoeg vrouwen te vinden die zich willen inzetten. Veel inwoners hebben niet echt een nauwe band met de gemeente. Een derde van de beroepsbevolking werkt in het Groothertogdom Luxemburg. Ze vertrekken ’s ochtends om zes uur en komen pas om acht uur ’s avonds thuis. Ze hebben geen idee van wat er leeft in de streek.’

Afkeer van de politiek

De relatief lage participatiecijfers zijn een wijdverspreid fenomeen in Duitstalig België, dat al decennialang aanhoudt. Ook in Bütgenbach (28 %), Lontzen (24 %), Burg-Reuland en Kelmis (beide 23 %) bracht een aanzienlijk deel van de ingeschreven kiezers geen geldige stem uit. Hoe dat komt, weet niemand echt zeker. ‘We hebben er ook geen echte verklaring voor’, zegt Stephan Pesch, journalist bij Belgischer Rundfunken, de lokale televisiezender in de Oostkantons. ‘Dat er bij regionale of federale verkiezingen veel mensen wegblijven is niet onlogisch, omdat het voor een Duitstalige zo goed als onmogelijk is om verkozen te raken. Maar goed, dat speelt bij gemeenteraadsverkiezingen dus niet. Laat u me weten als u erachter komt waarom we zo weinig stemmen?’

Net buiten het marktplein loop ik Christa Schaus en Oswald Weber tegen het lijf. Schaus heeft een verleden bij Ecolo, Weber is vrederechter in ruste. Het paar is niet verbaasd over de lage opkomstcijfers. ‘Onlangs werkte ik voor een project samen met de lokale jeugd’, zegt Weber. ‘Ze hebben er geen idee van hoe België werkt. Iedereen kijkt naar de Duitse televisie, en daar hoor je maar weinig over België. De kleine minderheid die wel naar de lokale zender kijkt, krijgt hoogstens vijf minuten Belgische politiek te zien. Iedereen kent Angela Merkel, maar de tieners hier weten niet wie Elio Di Rupo is. Als een Duitse minister in een schandaal verwikkeld is, spreekt iedereen erover. Bij een Waals minister weten veel mensen niet eens over wie het gaat.’

‘Je mag ook niet onderschatten dat de Tweede Wereldoorlog hier nog echt een rol speelt’, zegt Schaus. ‘Na de oorlog waren de represailles nergens zo gruwelijk als hier. Veel oudere mensen hebben daar een absolute afkeer van de politiek aan overgehouden. In bepaalde families gaat die afkeer generaties lang mee. Het zorgt ervoor dat veel mensen zich nog altijd niet goed voor een partij durven te engageren.’

Of de verkiezingen van 25 mei de Sankt Vithers wel naar de stembus zullen krijgen, kan niemand met zekerheid zeggen. ‘Ik vrees ervoor’, zegt Schaus. ‘Veel mensen liggen niet wakker van federale of regionale verkiezingen. Bovendien moeten wij óók nog eens voor het parlement van de Duitstalige Gemeenschap stemmen. Ik denk dat veel mensen zullen afhaken.’

Bronnen: Vlaams Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Service Public de Wallonie, Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

berekeningen door Johan Ackaert (UHasselt) en Lieven De Winter (UCL); berekening door Filip De Maesschalck.

DOOR JEROEN ZUALLAERT

In Charleroi en Luik bracht minstens 25 procent geen geldige stem uit. Genoeg om de tweede partij te worden.

‘Buiten de grote steden liggen de opkomstcijfers hoger, maar wordt er vaker blanco gestemd. Die mensen durven het niet aan om niet op te dagen.’

‘Het is bijzonder moeilijk om mensen te vinden die zich op lokaal niveau willen engageren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content