Ewald Pironet

Onderhandelaars liggen niet wakker van alarmerende armoedecijfers

De alarmerende armoedecijfers zijn niet de grootste zorg van de politici die nu rond een van de vele onderhandelingstafels aanschuiven.

Wat een deerniswekkende stoet was dat weer, die eind vorige week twee lange dagen langs de Jeroen Boschzaal van het Vlaams Parlement trok. De Vlaamse informateurs, Geert Bourgeois (N-VA) en Kris Peeters (CD&V), luisterden er naar werkgeversorganisaties, vakbonden, milieuorganisaties, de gezinsbond en nog een handvol middenveldorganisaties. Allemaal mochten ze een halfuurtje hun wensen komen formuleren. Ook actiegroep Ringland, die ijvert voor de overkapping van de Antwerpse Ring, wilde graag gehoord worden. En de onderwijsvakbonden. Alsof we nog niet weten wat ze willen – allemaal hadden ze tijdens de verkiezingscampagne hun desiderata al bekendgemaakt.

Er is blijkbaar niemand die van die pantomime nog opkijkt. De macht van de middenveldorganisaties en de show die daarrond wordt opgevoerd komt de geloofwaardigheid van onze democratie niet ten goede. Dat geldt ook voor de toenemende macht van de partijbureaus bij de politieke partijen, ten nadele van de mandatarissen en leden. Of voor de partijpolitieke benoemingen, waar ook de regering-Di Rupo zich aan bezondigde bij onder meer Bpost, NMBS, de Nationale Loterij en Belgacom.

Terwijl de fanfare ‘Ons Belang Eerst’ voorbijtrok, werden de armoedecijfers bekendgemaakt: in Vlaanderen groeit tien procent van de min 18-jarigen op in armoede. Wie zou hun stem vertolkt hebben in de Jeroen Boschzaal van het Vlaams Parlement? Wie heeft daar gezegd dat de kinderarmoede in Vlaanderen onaanvaardbaar hoog ligt? In Wallonië leeft een op de vier kinderen in een arm gezin, in Brussel is het helemaal dramatisch met vier op de tien kinderen. Onze hoofdstad scoort slechter dan Bulgarije en Roemenië. Maar in de kranten was er meer aandacht voor een driesterrenrestaurant dat op 22 juli heropent (heropent!) in Loppem (L-o-p-p-e-m!).

De alarmerende armoedecijfers zijn niet de grootste zorg van de politici die nu rond een van de vele onderhandelingstafels aanschuiven. Zij hebben vooral aandacht voor wie met wie gaat, en of ze er op alle niveaus bij kunnen zijn. Zij liggen niet wakker van zo’n grote groep kinderen die opgroeit zonder vooruitzicht op verbetering van hun levensstandaard. Of van de 2500 mensen die hun werk dreigen te verliezen bij Delhaize, terwijl de vorige ceo een half jaar geleden nog een afscheidspremie van 7,5 miljoen euro opstreek voor zijn falende beleid.

In de Europese Unie leeft een op de vijf kinderen in een huishouden waar armoede heerst. Inmiddels woedt er tussen de lidstaten een heftige discussie over wie Commissievoorzitter José Barroso moet opvolgen: de Luxemburgse oud-premier Jean-Claude Juncker, of toch iemand anders? Ook hier wordt het essentiële debat – waar het met Europa naartoe moet – uit de weg gegaan. Ondertussen groeit wel het ongenoegen ‘over het crisisbeleid, de overdreven regulitis en het democratisch deficit’, zoals Daan Ballegeer in zijn recente boek Ons Europa is niet dat van hen schrijft. Europa is ons boven het hoofd gegroeid en boeit ons niet. Misschien wel het allergrootste probleem is dat niemand lijkt te weten wat nu eigenlijk het doel is van Europa. ‘We zitten op een trein die maar voortdendert, zonder dat er ooit een conducteur omroept waarheen de rit gaat’, noteert Ballegeer. Dat is fataal voor de toekomst van de Europese Unie.

De toekomst van onze democratie, van onze welvaartsstaat en van Europa: het zijn drie niet zo onbelangrijke zaken, maar een groeiende groep mensen staat er onverschillig tegenover, of keert er zich zelfs van af. Het zou een vergissing zijn te denken dat die democratie en die welvaartsstaat – laat staan het project Europa – voorgoed verworven zijn. We moeten er aan werken, elke dag, met z’n allen. We zullen pas echt weten wat we missen als ze er niet meer zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content